De vraag van de programmamaakster kwam ietwat onverwacht: “wat is er dan eigenlijk mis in dit land volgens jullie?” Dat was ook een beetje kort voor het scheiden van de markt, maar een deel van het antwoord probeerde ik toch nog snel te leveren. Vandaag deel 2 van de langere versie. (Deel 1 leest u hier)

Door: Ton Nijhof

In het programma ‘Dit is de dag’ van 25 april j.l. kwamen visser Job Schot van Eendracht Maakt Kracht (EMK) en emeritus hoogleraar windenergie Gerard van Bussel aan het woord over de voorgenomen plaatsing van 30.000 windturbines op de Noordzee. Één zinnetje in de kantlijn van Van Bussel liet ons in lachen uitbarsten: “het is inmiddels al 2,2 graad warmer in Nederland”. Tja: hoe zou dat toch komen? Klimaatcrisis?

Nou nee. Er wonen in dit land teveel mensen, die in teveel huizen wonen en in teveel auto’s op teveel asfaltwegen rijden naar teveel bedrijven en waarvoor teveel nevenbouw plaatsvindt om de tent in dit land draaiende te houden. Wie de moeite neemt om op een frisse zomeravond van het dorpje Teuge naar Apeldoorn te fietsen, zal al snel ontdekken dat een zomerjas nog net volstaat tussen dorp en stad, maar in de stad zelf is het tegen de 3 graden warmer en kan de jas weer uit.

Opwarming en asielzoekers

Uit dit empirische onderzoekje – wat iedereen direct kan herhalen – blijkt klip en klaar dat bebouwing veel zonnewarmte opneemt en later – als het koeler is – weer afgeeft. Alle beton en asfalt zorgt aldus voor een enorme toename van de gemiddelde temperatuur in ons land en al dat beton en asfalt ligt of staat er enkel om die enorme hoeveelheid mensen op dat kleine stukje land zo ordentelijk mogelijk met elkaar te laten samenleven. Maar het wordt teveel; in het verkeer en in de wijken neemt de agressie hand over hand toe en handhaving is steeds vaker een volstrekt hopeloze zaak. De temperatuur neemt overal toe omdat we nu al met teveel mensen op een te klein grondgebied wonen. Het is ronduit opvallend dat verschillende generaties politici dit consequent aan ‘klimaatverandering’ toeschrijven.

Als partijen zoals D66 en GroenLinks hun zin krijgen groeit de Nederlandse bevolking in het jaar 2060 tot 22 à 30 miljoen inwoners. Beide partijen behoren ook nog tot de club van milieufanaten. Dan zouden ze toch tegen deze explosieve onnatuurlijke groei van de bevolking moeten zijn, maar dat zijn ze helaas niet. Zij werken van harte mee aan de ambitie van grote, internationaal opererende handelsbedrijven, die hun klanten graag geconcentreerd rond hun outlets hebben en graag concurrent aanbod op de arbeidsmarkt hebben in het laagstbetaalde segment.

Wanneer het immigratiebeleid van D66 en GroenLinks wordt uitgevoerd, zou de immigratie volgens Elsevier  meegroeien met de bevolkingsgroei in de herkomstlanden van immigranten in Azië en Afrika. Daarmee zou ook het aantal moslims in Nederland oplopen tot bijna een derde van de bevolking.[1] Dat is daarnaast niet minder een existentiële dreiging voor de rechtsstaat: de verhuizing van een anti-mensenrechtencultuur naar Nederland.

Let wel: ik beweer niet dat asielzoekers voor opwarming van het Nederlandse klimaat zorgen. Ik beweer wel dat een bevolkingstoename zoals die al vanaf het begin van deze eeuw plaatsvindt, het Nederlandse klimaat ernstig aantast. Vrije ruimte opgeven voor beton, staal en asfalt is gewoon niet zo’n goed idee; daar zitten gewoon grenzen aan.

Bevolkingspolitiek

Er zijn in ons land veel mensen – net als ik – die menen dat een vervolg op de bevolkingspolitiek zoals Nederland die in de beginjaren ’50 van de vorige eeuw voerde, op dit moment helemaal niet zo’n gek idee is. Tot op de dag van vandaag is de enorme instroom van talloze vreemdelingen kennelijk normaal. Van een tempo van 700 tot 900 per week kijkt niemand meer op. Eenmaal gehonoreerd met een verblijfsvergunning, wordt er direct begin gemaakt van ‘gezinshereniging’. Dat betekent dat iedere verleende verblijfsvergunning met een factor van circa zes vermenigvuldigd kan worden. Geen wonder dus dat veel mensen dit fenomeen benoemen als ‘omvolking’ omwille van de vrij simpele reden dat het eigenlijk ook een soort van omvolking is.

Ver voor de grootschalige immigratie vanaf de beginjaren ‘70, zo ongeveer aan het einde van de 19e eeuw ontstond door het nieuwe, vrije westerse elan een grotere groei van de welvaart en nam de economische bedrijvigheid ook in ons land zienderogen toe. Toen al werd gebruik gemaakt van buitenlandse werknemers (gastarbeiders), met name bij de winning van kolen in Zuid-Limburg, waarvoor geen ervaren en geschoolde werkkrachten beschikbaar waren onder de autochtone bevolking. De aangetrokken werkkrachten kwamen vooral uit Duitsland, Polen en Italië. Toen zij na de economische depressie in de jaren dertig werden ontslagen, keerden zij veelal terug naar de landen van herkomst waar zich, zo weten wij nu, destijds het een en ander afspeelde.

Ook de vlucht van ongeveer 1 miljoen Belgen naar vooral Zuid-Nederland (Brabant, Zeeland en Limburg) na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918) heeft geen bijzondere sporen nagelaten of veel stof doen opwaaien: het ging telkens om overeenkomstige culturen, in het bijzonder overeenkomstige religies. Met name de vlucht van de Belgen, na de artilleriebombardementen in 1914, deed de Nederlandse populatie in slechts enkele weken stijgen met maar liefst ruim 15%. De Nederlandse bevolkingsomvang bedroeg in 1914 iets meer dan zes miljoen zielen. Toen de vijandelijkheden ten einde liepen, keerden de vluchtelingen allemaal weer terug en bouwden het deerlijk toegetakelde België weer met succes op.

Emigratie

De Nederlandse regeringen hadden er na de Tweede Wereldoorlog – in de vijftiger jaren van de vorige eeuw – niet bijster veel vertrouwen in of de economie (werkgelegenheid) de bevolkingsgroei (De Nederlandse bevolking was inmiddels gegroeid tot 10 miljoen – vrijwel uitsluitend autochtone – inwoners) kon bijhouden en of er wel voldoende woon- en leefruimte beschikbaar was. Door de sterke aanwas van de bevolking in die jaren, vreesde men het ergste en de troonrede van 1950 suggereerde ronduit dat er eigenlijk teveel mensen in ons land woonden: “De sterke bevolkingsgroei en de beperktheid van de beschikbare grond blijven krachtige bevordering der emigratie eisen. Voorstellen tot het voortzetten van landaanwinning en inpoldering zullen worden gedaan”, aldus koningin Juliana destijds.[2]

Willem Drees sr.

In de troonrede van 1951, na het aantreden van het tweede kabinet-Drees (PvdA en KVP) beklemtoonde het staatshoofd nog sterker dat er sprake was van te veel mensen in Nederland: “In verband met de snelle bevolkingsgroei is naast de industrialisatie toeneming van de emigratie zeer gewenst. Zij vertoont reeds een sterk stijgende lijn”. Ondertussen (1950 t/m 1952) werden al emigratieverdragen gesloten met Canada, Brazilië en Australië, op grond waarvan vele jonge, uitstekend opgeleide autochtonen hun geluk elders beproefden.

Een paar jaar later was de toon ineens anders: het leek erop dat de industrialisatie het pleit in zijn voordeel had beslecht en het accent lag niet langer op ‘Lebensraum’ maar op voldoende werkgelegenheid: “De volkshuishouding van ons land wordt gekenmerkt door een krachtige economische expansie. Terwijl de Regering nog slechts enkele jaren geleden, in verband met de toenemende werkloosheid, de werkgelegenheidspolitiek als het centrale punt van haar economische beleid zag, is er thans een zo ruime werkgelegenheid, dat verschillende bedrijfstakken met een aanzienlijk tekort aan arbeidskrachten hebben te kampen. Hoezeer ook deze toestand moeilijkheden meebrengt, er is reden om er zich over te verheugen, dat thans vrijwel iedereen arbeid kan vinden, zodat ook vele oudere werkzoekenden en moeilijk plaatsbaren een plaats in het arbeidsproces verkrijgen”.[3]

Immigratie

Er was kortom, groeiende behoefte aan werknemers en die waren een paar jaar daarvoor nog weggestuurd! Nu waren zo rond 1960 al wel enige immigranten naar Nederland gekomen, en hierbij denken wij vooral aan Rijksgenoten uit de inmiddels voormalige koloniën zoals Indonesië (Molukkers) en Suriname.

De groei in ons land in die periode was echter zó onstuimig, dat dit volstrekt onvoldoende was en de roep om ‘meer, meer, meer’ bleef aanzwellen vanuit het bedrijfsleven (‘Minder, minder, minder’ mag niet; dat is nazi-taal). Bijkomende oorzaak van het tekort aan arbeidskrachten was dat veel goed opgeleide jongemannen gevolg hadden gegeven aan de verschillende oproepen om te emigreren. Het is opmerkelijk te noemen dat een groot deel van de nieuwe immigranten ook werd geworven door industrieën die de concurrentie met het buitenland eigenlijk allang niet meer aankonden, zoals de scheepsbouw en de textielindustrie.

Daarvoor nog, zo vanaf 1948, werden vooral weer Italianen geworven om te werken in de Limburgse kolenmijnen. Nu was de winning van steenkool voor de Nederlandse industrie niet onbelangrijk en dit diende dus een algemeen belang. Dit belang werd veiliggesteld door de exploitatie in handen van de Staat te leggen. Diezelfde Staat echter had eerder, bij wet van 30 mei 1934 de tewerkstelling van buitenlandse werknemers zonder ministeriële toestemming, nadrukkelijk verboden. Dit verbod werd pas op 1 maart 1969 opgeheven door de nieuwe Wet arbeidsvergunningen.[4]

Met die laatste Wet werd in Nederland in het bijzonder gelegenheid gegeven tot de grootschalige werving van buitenlandse werknemers. De inmiddels uitstekend opgeleide autochtone werknemers die buiten de dienstplicht en emigratie nog beschikbaar waren, haalden hun neus op voor het werk in de kolenmijnen, de staalindustrie, de scheepsbouw of in de textiel. Daarnaast waren met name de staal- en textielindustrie door hevige concurrentie te weinig winstgevend om met hoge loonsommen te werken, wilden zij tenminste blijven bestaan in Nederland. Dat de ondernemers in die branches kozen voor het goedkopere aanbod uit Noord-Afrikaanse landen en Turkije, is dus niet zo gek. Het is niet onbelangrijk te vermelden dat landen als Turkije en Marokko beiden te kampen hadden met een groot geboorteoverschot en daaropvolgend een grote werkloosheid. Zij ontwikkelden daarop een emigratiestrategie, precies zoals Nederland dat jaren eerder ook deed.

In de periode die volgde, van ca. 1969 tot heden, hebben vele immigranten hun weg naar West-Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder gevonden. De ontwikkelingen lieten zien dat tot het jaar 2000 met name de arbeidersbewegingen (als verlengstuk van de politieke partijen) de grote aantallen gastarbeiders bijzondere rechten wilde laten toekennen: arbeidsongeschiktheid wordt vanaf dat moment een van de voornaamste reden om de functie van arbeidsmigrant uit te oefenen en ook de behoefte om in die situatie het ‘gezin te herenigen’ staat prominent op vele politieke agenda’s.

Inmiddels hebben als gevolg van deze ‘arbeidsmigratie’ naar onder andere volstrekt irrelevante industrieën royaal meer dan een miljoen cultuurvreemde immigranten (sommigen spreken van meerdere miljoenen) in ons land doen vestigen, elk met hun eigen en verzachtende omstandigheden als reden voor hun voortdurende verblijf. De werkloosheid onder hen is aanzienlijk groter dan onder autochtone Nederlanders en de spanningen nemen toe. Een eenvoudig folkloristisch fenomeen als de viering van Sinterklaas is bijkans voldoende voor geweldsuitbarstingen en het zwaaien met een Nederlandse vlag is ‘rechts-radicalisme’ geworden, waar het zwaaien met de ISIS-vlag of de Turkse vlag slechts als een uiting van identiteit wordt bevonden.

Religie

Wat is de rol van religie daarin, nu veel van de ‘nieuwe migranten’ de islamitische religie aanhangen die zich uitermate lastig verhoudt met andersdenkenden? Het is niet dat ‘religie’ altijd een verklaringen is voor interculturele botsingen. Veel meer is het een verschil in normen en waarden, het geheel van ongeschreven ‘wetten’ die vanaf de vroegste jeugd middels opvoeding de mens in een zekere cultuur dwingt, met dito normen en waarden. Er is verschil tussen Nederlanders die zijn opgegroeid in de 17e eeuw en de Nederlanders die opgroeiden in de 20e eeuw, zoals er ook verschil is in de ontmoeting met de maturiteit in Australië of Wales, onverminderd dat beide volken tot onderdaan van dezelfde monarchie kunnen worden gerekend. Die gedachte nu, brengt ons bij de ‘piramide van Pinto’, die een interessante kijk op die interculturele botsingen biedt. Religie speelt, zo stelt Professor David Pinto in zijn uitgebreide oeuvre, een ondergeschikte rol. Veel meer is er volgens hem sprake van een botsen tussen premoderne en moderne waarden. Daarover straks meer.

Die botsing kan niet zelden worden vertaald als een ‘tijdreis’ die bijvoorbeeld jonge meisjes doormaken, wanneer zij in het kader van een islamitisch huwelijk in Nederland belanden. Wij kunnen ons eenvoudig afvragen waarom zich het merkwaardige verschijnsel voordoet dat alle jongens of meisjes met een islamitische achtergrond in ons land, zich categorisch  in de echt verbinden conform islamitische traditie en voorschriften. Dat wil zeggen: jongedames met een islamitische religie mogen zich niet in de echt laten verbinden met een jongeman van een andere religie. Dit wordt beschouwd als het uittreden uit de islam en daarop is veelal de doodstraf van toepassing (hiervoor dient een imam eerst nog een z.g. ‘fatwa’ uit te vaardigen). Jongemannen kunnen zich wel in de echt doen verbinden met een jongedame van bijvoorbeeld christelijke of boeddhistische huize, waarbij de dames alsdan zonder meer worden geacht te zijn toegetreden tot de islam, ook al is hen dat niet eens verteld. Voor de uit islamitische ouders geboren jongedames zit er door groepsdruk veelal weinig anders op dan hun toekomstige echtgenoot in een islamitisch land te zoeken. Veelal echter is er sprake van uithuwelijken, d.w.z. dat de ouders met aspirant schoonouders ‘onderhandelen’ over het (voornemen tot) een huwelijk.

Religie of ideologie

In ons land is er geen discussie over de vrijheid van godsdienst, of ‘religie’ zo u wilt. Tenminste sinds Spinoza, zoals eerder betoogd, is er in ons land en het verdere Westen veel ruimte ontwikkeld voor tolerantie jegens andersdenkenden. Iedereen mag inmiddels denken en geloven wat hij of zij wil. Wie gelooft in een vliegend Spaghettimonster (de Pastafari) mag dat helemaal zelf weten. Zie daarvoor in het bijzonder op het internet: www.kerkvanhetvliegendspaghettimonster.nl/ons-geloof/

Met ideologie staat het even anders. Er is tenminste één ideologie die in ons land is verboden, namelijk het Nazisme. De Bijbel van de Nazi’s, Mein Kampf, is in Nederland en vele Westerse landen lange tijd verboden geweest. De auteur van dat boek, Adolf Hitler, wordt in nazistische kringen beschouwd als een belangrijk profeet wiens boodschap er vooral uit bestond dat mensen zoals de schrijver dezes, met blonde haren en blauwe ogen, tot een superras behoren. Hij heeft om die reden flink oorlog gevoerd en (gelukkig) faliekant verloren, maar of we er de vruchten van plukken staat nog maar te bezien.

Het onderscheid tussen religie en ideologie is diffuus. De joodse Thora vormt min of meer een mix van geschiedschrijving, religie en sociaal-maatschappelijke regelgeving. Ook de katholieke kerk kent – buiten de Romaanse Bijbel – een eigen ‘wetboek’ en alhoewel nog maar weinig volgelingen zich naar die wetten wensen te voegen, is het verbijsterend dat het nog bestaat.

De islam kent eveneens een dergelijk instrument onder de titel ‘sharia’. Dit islamitische wetboek legt een fijnmazig wettisch en sociaal systeem bloot van gedragingen die moslims hebben te volgen willen zij erkend worden als trouwe volgelingen. Op religieuze ontrouw overigens, staat binnen de moslimgemeenschap de doodstraf evenals op volledige uittreding uit die religie. Daarnaast en vooral leert de islamitische religie dat moslims verheven zijn boven alle andere mensen. De ‘Uhmma’ (omvattende alle moslims, wereldwijd) is superieur en verheven boven alle andersdenkenden. Dat geheel maakt dat de islam een ‘verdachte’ religie is die veel kenmerken draagt van een ideologie.

De krampachtige verbetenheid waarmee o.a. de islam zich tegen andere religies en opvattingen verdedigt, hebben alles in zich van een concurrentiestrijd tussen religies zoals ook het katholicisme dat kende. Een van de ‘Unique Selling Points’ van religie is natuurlijk het bestaan van een ‘hiernamaals’ waarin mensen doorleven alsof er van dood geen sprake was. Geen HEMA of om het even welke supermarkt kan dit aanbieden; dat voorrecht is uitsluitend en straffeloos voor religies voorbehouden, ook al menen anderen al van afstand te zien dat dit nonsens moet zijn.

Moskee en staat: moslims in Nederland

In de op ‘Ongehoord Nederland’ gepubliceerde brief ‘Import moslims ondermijnde Nederland’ slaat Kamal Djelouah[5]  een spijker op de kop. Het lijkt er inderdaad sterk op dat onze ooit zo gemoedelijke en open maatschappij ernstig aan het aftakelen is. De lamlendigheid straalt vooral af van onze politieke elites en hun bijwagens in de media als het gaat om het handhaven van Nederlandse waarden. Of dat echter uitsluitend aan ‘de import van moslims’ ligt, mag worden betwijfeld en ik zal proberen uiteen te zetten waarom ik dat vind.

De islam is een dominante factor in de culturen van Noord-Afrika en het Arabisch schiereiland, naast economische-, sociale-, geografische factoren en de primaire behoeften van mensen. Het geheel van die vier factoren vormt de structuur waarop die culturen zich hebben ontwikkeld.[6]  We kunnen stilaan wel vaststellen dat die ontwikkelingen van de onderliggende structuren op het geografische terrein van Noord-Afrika en het Arabisch schiereiland geen gelijke tred hebben gehouden met ontwikkelingen elders op de wereld, zoals het westerse en het grootste deel van het Aziatische. In het verleden is door verschillende wetenschappers, publicisten en opiniemakers wel eens geopperd dat de ‘vermeend superieure’ westerse wereld toch ook verantwoordelijk is geweest voor het ontstaan van maar liefst twee, nogal bloedige wereldoorlogen. Dat mag juist zijn, maar vooralsnog is het Westen vooral opgevallen doordat ze die oorlogen relatief snel en uiteindelijk afdoende wist te beëindigen. Dat is iets wat in de meer premodern gebleven islamitische gebieden volstrekt niet het geval is. Sinds mensenheugenis zijn het brandhaarden van geweld en de meest banale vormen van samenleven.

Wanneer we de structurele invloedsfactoren, zoals hierboven geschetst, in relatie tot elkaar brengen, dan kunnen we gerust stellen dat de dominantie van de islam als godsdienst/ideologie onevenredig groot is in dergelijke culturen. Ik schat dat groter dan 50% en een onderzoek van Prof. Koopmans lijkt dat te bevestigen.  Koopmans toonde aan dat ruim 70% van de moslims de regels van de islamitische religie belangrijker vindt dan de wetten van een land, waaronder ook de Nederlandse wetten.[7] Vertaalt naar de westerse (lees: christelijke) situatie, zou dat inhouden dat de invloed van pastoors en dominees op de maatschappij (veel) groter is dan die van de wetgevende en rechtsprekende macht.

Islam betekent letterlijk ‘onderwerping’ en eist van iedere moslim een strikte naleving. Het is een cultus die goed overeenkomt met de manier waarop de Nazi’s vormgaven aan het Duitsland van 1933 tot en met 1945, of met de wijze waarop het Oost-Duitse communisme van 1945 tot 1989 huishield. Wie destijds wilde ontsnappen aan de Nazi’s of de communisten, werd gefusilleerd zoals ook nu nog apostasie (uittreding) in de islam wordt gehonoreerd met de dood.  Zelfs degene die zich verzet tegen het oordeel van de islamitische clerus dat een persoon apostasie heeft bedreven, is al reden op zichzelf voor diezelfde clerus om ook die klager van apostasie te betichten. Op dergelijke kritiek staat de doodstraf. [8] De islamitische mens, om kort te gaan, heeft geen vrijheid van denken of spreken omdat zulks hem of haar het leven zou kosten, ook omdat veel moslims het zelfs al niet meer durven na te laten om zo iemand met rust te laten. De sektedwang is te groot.

Nadat uit dergelijke gebieden arbeidskrachten werden binnengehaald, is na verloop van tijd verzuimd om hun premoderne en somtijds compleet achterlijke cultuur buiten de deur te houden. Nadat onder andere de PvdA het nieuwe electorale wingebied aan uitkeringen hadden geholpen en gezinshereniging had bedongen (nog meer stemvee), stroomden er nog veel meer mensen vanuit dergelijke streken ons land binnen, want gezinshereniging in het land van herkomst was kennelijk ‘uit de mode’ geraakt. Die latere edities kwamen niet om hier eens flink de handen uit de spreekwoordelijke mouwen te steken, maar om de hand op te houden. Het aandeel van niet-westerse allochtonen in de sociale uitkeringen is immens en hun oververtegenwoordiging in de misdaadstatistieken ongekend.

Dat ligt niet aan het feit dat die mensen toevallig daarginds zijn geboren of aan de voorouderlijke herkomst van degenen die hier zijn geboren. Dat ligt eraan dat die mensen zo zijn gevormd door een cultuur die op ondeugdelijke structuren is gevormd. De belangrijkste vormgever van hun cultuur is de islam, dus als die aan banden wordt gelegd ziet het er voor deze mensen al een stuk beter uit.

Ook in de westerse wereld is vanaf de Verlichting, die begon met het werk van Baruch Spinoza in de 17e eeuw, geleidelijk aan de rol van religie sterk terug gedrongen. Niet gehinderd door het religieuze keurslijf, kon de wetenschap zich ontwikkelen, wat leidde tot een stroom van vindingen die door het keurslijf van religie nooit tot stand zouden zijn gekomen. In islamitische landen wordt nog steeds niets ontwikkeld. Er worden wat bodemschatten verkocht (olie) en voor het overige wordt er nog wat gemijmerd over de ‘Gouden Eeuwen’ van de islam, die zich echter ook al kenmerkten door willekeur, oorlog en slavernij. Het Bruto Nationaal Product (BNP) van het gehele Arabische schiereiland is vergelijkbaar met dat van een land als Frankrijk. Kortom: men lijkt zich vooral bezig te houden met het verwekken van nakomelingen bij zonodig vier vrouwen en het faecaliseren van geïmporteerd voedsel.

Winston Churchill noteerde in zijn boek ‘The River War’ (1899) al weinig vleiende woorden over de invloed van de islam;

“Hoe vreselijk zijn de vervloekingen die de religie van Mohammed haar volgelingen oplegt! Naast deze fanatieke waanzin die in de mens net zo gevaarlijk is als hondsdolheid in een hond, is er de vreselijke fatalistische apathie.
De effecten zijn in vele landen duidelijk zichtbaar. Onverschilligheid in gewoonten, inefficiënte landbouwmethoden, trage economie en onzekerheid m.b.t. eigendomsrechten bestaan daar waar de volgelingen van de profeet het leven regeren.”

Churchill concludeerde zodoende, dat wanneer de religie het dagelijkse leven daar niet zou domineren, dat de situatie er dan beduidend op vooruit zou kunnen gaan. Inefficiëntie, onverschilligheid, trage economie en onzekerheden vinden hun oorsprong in de islam die zich al eeuwenlang teveel in het leven en denken van de mensen heeft genesteld. Ook sinds 1899 is er kennelijk nog maar weinig veranderd. Wie de ‘flits-enquete’ door de Tweede Kamer heeft gevolgd op het thema ‘financiering van moskeeën in Nederland’[9], moet toch redelijk verbaasd zijn geweest waarmee de religieuze leiders zich zoal bezighouden, ook in ons land. Die houden zich namelijk met heel veel bezig, maar met religie nog het minst. Hun taakopvatting is klaarblijkelijk van eenzelfde schnitt als in onze streken vroeger de pastoors en dominees: ook die maakten zichzelf en de religie belangrijker dan het welzijn van mens en maatschappij. Dergelijke ideologieën die zich verschuilen onder de dekmantel van ‘religie’ hebben klaarblijkelijk sociale en politieke plannen met Nederland en West-Europa, zoveel is wel duidelijk.

Dat een meerderheid van onze politieke elites dat niet ziet of niet wil zien, is tekenend voor de mate waarin zij nog kennis hebben van de realiteit in onze steden en wijken, die onleefbaar zijn geworden voor autochtone Nederlanders. Het is krankzinnig dat politici van regeringspartijen en ambtenaren van het Ministerie van Justitie en Veiligheid zich wel inhoudelijk bemoeiden met het proces tegen islamcriticus Wilders maar de islam zelf vooralsnog ongemoeid laten.[10] Het probleem zit daarom naar mijn smaak daarom niet in de gemiddelde moslim, maar in de islam, de religieuze leiders en vooral in de slagroomachtige ruggengraat van de politici van dienst.

Nederland is (te) vol

Er zijn twee typen klimaat die geleidelijk aan ernstig te lijden hebben van een teveel aan inwoners; het sociaal-economische leefklimaat en het weerkundige klimaat. Onze politici leven in de veronderstelling dat het weerkundige klimaat tot hun invloedssfeer kan worden gerekend. In 1970 stonden er in Nederland 3,7 miljoen huizen. In 2022 was die stand opgelopen tot ruim 8 miljoen. Op het NOS-journaal (overheidspropaganda) zien we ’s avonds de ‘weersverwachting’, waar Gerrit Hiemstra steevast het podium pakt om ongehinderd zijn klimaatideologie te promoten. Maar het raadsel van de verdwenen hittegolven wenst hij niet op te lossen (!) en bovendien verzwijgt hij de invloed van de enorme hoeveelheden staal, asfalt en beton die er de laatste 50 jaar bij zijn gekomen. Hij is naast zijn werkzaamheden als weerman bij de NOS, tevens compagnon in het bedrijf ‘Weather Impact’ en heeft dus een zakelijk belang bij de klimaatreligie. Zijn weersverwachtingen zitten er regelmatig flink naast, dus voor wat betreft de klimatologische omstandigheden in 2090 die hij voorspelt kunnen we gerust vraagtekens plaatsen.

Nederland is te vol; er moeten mensen uit. Voor een bevolkingspolitiek hoeft niemand zich te schamen, dat is eerder gebeurd in niet alleen Nederland, maar ook de Afrikaanse landen hebben er faam in gemaakt en doen dat nog. Dat we daarbij billijkheidshalve het LiFo systeem[11] behoren te hanteren mag geen verwondering opwekken. De nieuwkomers en degenen die hun binding met Nederland en de Nederlanders nooit hebben kunnen vinden, zullen geleidelijk aan weer moeten vertrekken. Aangesterkt, voorzien van (hopelijk) een goede opleiding en voorzien van nieuwe vaardigheden, zullen zij de landen van herkomst of in de hen beter passende omliggende regio een enorme economische impuls kunnen geven.

Dat de overheid daarin een belangrijker taak zou moeten zien dan het propageren van de klimaatreligie (die toch al van list en bedrog aan elkaar hangt) is evident. Maar over de kerntaken van de overheid komen we volgende week te spreken.


[1] Elsevier weekblad: ‘Nederland wordt voller, armer en islamitischer’. www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2017/02/nederland-wordt-voller-armer-en-islamitischer-460377/

[2] www.troonredes.nl/

[3] www.troonredes.nl

[4] Lakeman, ‘Binnen Zonder Kloppen’, 1999, Uitgeverij Meulenhof

[5] Omroep Ongehoord Nederland, ‘Import moslims onderonsnde Nederland’, 20 augustus 2020, door Kamal Djelouah. Zie ook: www.omroep-ongehoord.nl/import-moslims-onderonsnde-nederland/

[6] Zie b.v. ook ‘De piramide van Pinto’ div. edities en titels.

[7] Koopmans, Ruud (2015): “Religious Fundamentalism and Hostility against Out-groups. A Comparison of Muslims and Christians in Western Europe”. In: Journal of Ethnic and Migration Studies, Vol. 41, No. 1, S. 33-57.

[8] “Doodt degene die zijn religie verandert.” (al-Bukhaari: Hadith 4:52:260) Zie ook: “Wie ook maar zijn islamitische religie verandert, dood hem.” (al-Bukhaari 9:84:57)

[9] “Kamercommissie: Nederlandse moskeeën onder invloed van buitenlandse geldschieters’, Volkskrant, 25 juni 2020.

[10] www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/4830621/politiek-bemoeide-zich-met-zaak-wilders-pvv-leider-overweegt

[11] LiFo: ‘Last in – First out’.

——————–

 

Steun de Nieuwe Zuil via BackMe, en blijf bijdragen zoals deze mogelijk maken! De Nieuwe Zuil is een platform voor iedereen die realisme wil verspreiden!

Delen via


Lees ook

Discussieer mee!

Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.

Om te reageren dien je eerst aan te melden.

Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.

Geef een antwoord

Login hier in met je gebruikersnaam en het wachtwoord dat je per e-mail ontvangen hebt.

Maak hier een gebruikersnaam aan. Na verzenden ontvang je een e-mail met je wachtwoord waarna je meteen kunt inloggen en reageren.

Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld
Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld