“Uit persoonlijke wraak over bloedig onregt in 1514 hem aangedaan door de oostenrijksgezinden onder de Friezen (het dooden van bloedverwanten; het verwoesten eener hem toebehoorende hofstede; aanvankelijk schijnt hij landbouwer geweest te zijn) beschouwde hij de hollandsche onderdanen van Karel V voortaan als zijne wettige prooi, naar lijf en goed. De boer werd boekanier, en liet door Karel van Egmond zich erkennen als het hoofd eener kleine vloot, eerlang de schrik van West-Friesland.”
(Conrad Busken Huet, Het land van Rembrand, Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw, Haarlem, 1882, p. 300).
In bovenstaande citaten wordt Pier Gerlofs Donia bedoeld, beter bekend als ‘Greate Pier’ of tegenwoordig ‘Grutte Pier’ (ca. 1480 – 1520). Donia was een Friese boer in Kimswerd, wiens gezin werd afgeslacht en wiens bezittingen en landerijen werden afgenomen door ‘Hollandse onderdanen’. Hij begon zijn eigen leger, de ‘Arumer Zwarte Hoop’ en werd niet veel later bijgestaan door Gelderse manschappen en gezamenlijk brachten zij de Hollanders aanzienlijke verliezen toe. In de grootste zeeslag uit zijn loopbaan wist Pier 28 Hollandse schepen te kapen. De 500 bemanningsleden die levend in handen van de Friezen vielen, werden zonder pardon overboord gesodemieterd: de toenmalige versie van ‘bootvluchtelingen’.
Dat komt allemaal nogal bekend voor, nietwaar?
In alle staten
Bij het provinciehuis in Leeuwarden is eerder vandaag een onrustige situatie ontstaan nadat er signalen binnenkwamen dat iemand met een explosief onderweg zou zijn. De politie nam de dreiging zeer serieus en sloot de nabije omgeving af. Volgens een Statenlid kwam er in aanloop naar een Statenvergadering een bommelding bij hen binnen. “Het is hier iedere dag raak met schreeuwende en intimiderende mensen. Hier voor de deur staan betonblokken omdat ze bang zijn dat ze hier met machines het pand binnenrijden. Het past binnen een trend die de laatste weken in Friesland gaande is. Zo’n vijftien Statenleden, onder wie ikzelf, worden de laatste weken enorm lastiggevallen en geïntimideerd door hele boze mensen.” Het zou niet uitsluitend om boeren gaan, maar eerder extremisten, volgens het Statenlid.
Maar even in volgorde; aanvankelijk verliepen de boerenprotesten vrij gemoedelijk. Natuurlijk was het wel eens lastig, maar over het algemeen werd de overlast geduldig geaccepteerd door een begripvolle bevolking. Inmiddels tooit verreweg het grootste deel van de bevolking zich uit solidariteit met rode (boeren-) zakdoeken: aan auto’s, fietsen, vrachtauto’s, etc., enz. De steun is massief en de weerzin tegen de ‘Laptop elites’ neemt allengs grotere vormen aan. Die is niet beperkt tot woede vanwege nog niet gelegaliseerde gronddiefstal, maar heeft betrekking op meer, heel veel meer. Vanmorgen nog werd de Belastingdienst volmaakt onschuldig verklaard aan de rol in het ‘Kinderopvang Toeslagenschandaal’ door een brave rechtsprekende macht. Ondertussen is het respect van de Regering voor de Rechtsstaat volledig verdwenen en de burgers zijn dat zat.
Met het schot, gericht op het hoofd van een 16-jarige jongen, hebben niet de boeren de zaak laten escaleren, maar de overheid zelf is op een afschuwelijke wijze van de werkelijkheid losgezongen geraakt. Met de gewone man als vogelvrij verklaarde.
We staan niet meer aan de rand van een burgeroorlog, we zitten er al in omdat de overheid met slechts één schot de oorlog aan de burgers en de boeren heeft verklaard. Het wordt tijd dat Statenleden dat ook inzien, evenals de Leden van de Tweede Kamer.
