Armand Sağ is een maatschappij-historicus met een specialisatie in de geschiedenis van het biologisch-evolutionair vaderschap en de contemporaine positie ervan in onze hedendaagse samenleving.
De aanhangers van Bowlby, met zijn 1939-theorie dat “vaders onbelangrijk zijn”, staan lijnrecht tegenover de Spock-aanhangers die al in 1946 het tegendeel bewezen: vaders zijn net zo belangrijk als moeders, en in een flink aantal gevallen zelfs nog veel belangrijker.[1] In Nederland vonden de Bowlbisten echter een toxische cocktail van “gortdroog protestantisme” waarin de Bijbel – anders dan bij katholicisme – letterlijk lezen heeft geleid tot een extreem feministisch klimaat van moederverering en ontvadering.[2]
Het mag dan ook geen toeval zijn dat ontvadering vooral een probleem is in niet-katholieke landen – Nederland, Groot-Brittannië, Verenigde Staten van Amerika en Australië (alhoewel Nederland beduidend slechter eraan toe is dan de andere landen[3]) – terwijl katholieke landen zoals Brazilië en Mexico ontvadering strafbaar hebben gesteld.[4] Juist door die giftige orthodoxe protestanten uit de ‘zwartekousengemeenten’, en het propageren hiervan door politieke partijen met een christelijke grondslag (zoals CDA, CU, en SGP), is er in Nederland een maatschappelijke consensus dat vaders ondergeschikt zijn aan moeders. Academisch gezien is er geen enkele bekrachting hiervan te vinden in de verschillende onderzoeken die uitgevoerd zijn.
We zagen dat in 1984 al de hoogleraren Gezinspedagogiek Prof. Dr. Louis Tavecchio (Universiteit van Amsterdam) en Prof. Dr. Rien van IJzendoorn (Universiteit Leiden) de theorie van Bowlby met de grond gelijk maakten omdat vaders even belangrijk zijn als moeders; dan wel nog belangrijker omdat “kinderen in spelsituaties veelal de voorkeur geven aan ‘samenwerking’ met hun vader”.[5] Het mentale zelfbeeld van kinderen is tevens significant beter als de vader fysiek nauw is.[6] Ook op andere gebieden, zoals lichamelijke bescherming, hebben vaders een belangrijke rol en prefereren kinderen (de geur van) hun vader boven (de geur van) hun moeder.[7] Historisch-evolutionair is het perfect verklaarbaar waarom kinderen onbewust de geur van hun vader prefereren: bij acuut gevaar heeft de vader meer kans hem te redden (van bijvoorbeeld een hond, wolf, mammoet, etc.) dan de moeder die lichamelijk minder spierkracht heeft. Saillant details hierbij is dat kinderen alleen de geur van hun biologische vader volgen; bij stief- of pleegvaders werkt het niet.[8]
Toch hebben Bowlbisten onder leiding van Spruijt jaren-, en zelfs decennialang, deze onderzoeken en werken weten te negeren. Als buitenstaander klinkt het net zo absurd als een groep wetenschappers die stug blijven volhouden dat de aarde plat is. Vooral als Charles Opondo van Oxford University in zijn onderzoek uit 2016 onder 10.044 kinderen concludeert dat er een direct causaal verband is tussen de tijd die een kind doorbrengt met zijn vader, en het levensgeluk van het kind in het algemeen.[9] Met andere woorden: hoe meer tijd het kind met papa kan doorbrengen, hoe gelukkiger het kind is over zijn leven. Frappant genoeg gaat die vlieger andersom niet op: als kinderen meer tijd spenderen met hun moeder, heeft dit geen significante impact op het eindcijfer over hun leven.[10] Dit blijkt op andere gebieden, zo geven 66% van de kinderen tussen 4 en 7 jaar oud, hun vader een plek in de één van de eerste twee innerlijke cirkels van intimiteit en belangrijkheid.[11] Zelfs als de vader afwezig is zet 62% hem toch in deze cirkels, ook als er een stiefvader in beeld is – terwijl slechts 30% de stiefvader zelf opneemt in deze cirkels.
Het kind hunkert dus naar contact met de vader en vaart er zelf ook slecht bij als dit contact er niet is. De afwezigheid van de (biologische) vader heeft een bewezen negatief effect op de psychosociale ontwikkeling en welzijn van het kind.[12] Andersom is het niet zo dat kinderen die opgroeien in een eenoudergezin met vader waarbij de moeder afwezig is, er slechter aan toe zijn.[13] Sterker nog: ze lopen dan op geen enkel gebied achter en ze zijn er op geen enkel punt slechter aan toe dan hun leeftijdsgenoten die met een alleenstaande moeder zijn opgegroeid. Wel is het zo dat er een rechtstreeks causaal verband is omtrent kinderen wat betreft overnachten bij hun vader (als deze uitwonend is); hoe meer overnachten bij paps, hoe veel minder gedragsproblemen.[14]
Veruit de meeste onderzoeken laten duidelijk zien dat frequent contact tussen vaders en kinderen zorgt voor een beter welzijn van kinderen. Het breekpunt van ‘frequent contact’ is in de regel minstens 2-3 overnachtingen per week bij de uitwonende ouder (meestal de vader) wat neerkomt op een verdeling van 35%-65%.[15] Er wordt wel nog altijd benadrukt dat de beste omgangsregeling een 50% versus 50%-regeling is met één week bij moeder, en één week bij vader zoals in België bij 95% van de gevallen ook gebeurt.[16] In deze gevallen van minstens 2-3 nachten bij vader, is te zien dat kinderen erg goed presteren op academisch gebied (hoger opgeleid zijn), psychologisch gezien zich kunnen aanpassen aan situaties, een sterk zelfbeeld hebben, en betere sociale vaardigheden ontwikkelen.[17] Naast deze vier punten, blijkt uit tientallen andere onderzoeken ook nog eens dat bij dezelfde frequente contacten (minstens 2-3 nachten per week komt neer op minstens 35% van de tijd bij vader) dat de kinderen veel minder kans hebben op een depressie, angstaanvallen, en andere gevoelens van ontevredenheid; minder agressie vertonen; veel minder alcohol en/of andere verdovende middelen gebruiken; betere schoolprestaties vertonen; sterkere cognitieve ontwikkelingen realiseren; fysiek gezien gezonder zijn; veel minder vaak roken; en betere relaties hebben met andere mensen.[18]
Met deze onderzoeken wordt de theorie van Bowlby al decennialang ontkracht, niet in de laatste plaats door de Italiaans-Nederlandse hoogleraar Tavecchio die al bijna 40 jaar lang vecht tegen de vooroordelen van Bowlby.[19] Behalve academici nemen ook mensen uit de praktijk aanstoot aan de theorie van Bowlby dat vaders onbelangrijk zijn, getuige het belangrijke werk van de Nederlandse GGD-onderzoekster Suzan van Dijken.[20] Maar ondanks belangrijk werk van hoogleraren zoals George Stelmach (Phoenix University), en de Utrechtse psycholoog Piet Vroon – waarvan laatstgenoemde werd weggezet als rebels, provocateur, buitenbeentje, en tegen het eind van zijn leven zelfs als psychiatrisch patiënt[21] – blijft anno 2021 toch Bowlby uit 1939 de Nederlandse jeugdzorg-mentaliteit van ontvadering en moederverering domineren.
Lees hier deel 1[22], deel 2[23], deel 3[24], deel 4[25], deel 5[26], deel 6[27], deel 7[28], deel 8[29], deel 9[30], deel 10[31], deel 11[32]., en deel 12[33].
[1] Benjamin Spock (1946), The Common Sense Book of Baby and Child Care (New York: Duell, Sloan and Pearce).
[2] Sid Lukkassen (2019), De discussie over de Nieuwe Zuil brandt los: Lukkassen versus Sanctorum, op: Doorbraak.eu (13 maart 2019), online beschikbaar via: https://doorbraak.be/de-discussie-over-de-nieuwe-zuil-brandt-los/ (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[3] Sanford Braver & Michael E. Lamb (2018), Shared Parenting After Parental Separation: The Views of 12 Experts, in: Journal of Divorce & Remarriage (10 april 2018), p. 9, online beschikbaar via: https://doi.org/10.1080/10502556.2018.1454195 (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[4] Amelia Hill (2016), Programme aims to help people affected by ‘parental alienation’, op: The Guardian (14 juli 2016), online beschikbaar via: https://www.theguardian.com/society/2016/jul/14/programme-aims-to-help-people-affected-by-parental-alienation (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[5] Louis Tavecchio & Rien van Ijzendoorn (1984), Niet alle banden binden even vast: De gehechtheidstheorie van John Bowlby, in: Psychologie Magazine, Volume: 3 (1984), p. 25, online beschikbaar via: https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/10516/7_704_027.pdf (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[6] Eivind Meland, Hans Johan Breidablik, & Frode Thuen (2019), “Divorce and conversational difficulties with parents: Impact on adolescent health and self-esteem”, in: Scandinavian Journal of Public Health, Volume: 1, Issue: 9 (December 2019), online beschikbaar via: https://www.researchgate.net/publication/337837683_Divorce_and_conversational_difficulties_with_parents_Impact_on_adolescent_health_and_self-esteem (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[7] Charles Opondo, Maggie Redshaw, Emily Savage-McGlynn, & Maria A. Quigley (2016), “Father involvement in early child-rearing and behavioural outcomes in their pre-adolescent children: Evidence from the ALSPAC UK birth cohort”, in: British Medical Journal Open, Volume: 11, Issue: 6 (November 2016), pp. 1-9, online beschikbaar via: https://www.researchgate.net/publication/310651619_Father_involvement_in_early_child-rearing_and_behavioural_outcomes_in_their_pre-adolescent_children_Evidence_from_the_ALSPAC_UK_birth_cohort (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[8] Berkay Özcan, Elena Mariani, & Alice Goisis (2017), “Family Trajectories and Well-being of Children Born to Lone Mothers in the UK”, in: European Journal of Population, Issue: 33, pp. 185-215, online beschikbaar via: https://link.springer.com/article/10.1007/s10680-017-9420-x (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[9] Charles Opondo, Maggie Redshaw, Emily Savage-McGlynn, & Maria A. Quigley (2016), “Father involvement in early child-rearing and behavioural outcomes in their pre-adolescent children: Evidence from the ALSPAC UK birth cohort”, in: British Medical Journal Open, Volume: 11, Issue: 6 (November 2016), pp. 1-9, online beschikbaar via: https://www.researchgate.net/publication/310651619_Father_involvement_in_early_child-rearing_and_behavioural_outcomes_in_their_pre-adolescent_children_Evidence_from_the_ALSPAC_UK_birth_cohort (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[10] JM (2018), “Positieve en betrokken vader? Mentaal gezond kind!”, in: JM Ouders (19 juni 2018), online beschikbaar via: https://www.jmouders.nl/positieve-en-betrokken-vader-mentaal-gezond-kind/ (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[11] Michael E. Lamb (2010), The Role of the Father in Child Development: Fifth Edition (New Jersey: John Wiley & Sons), p. 126.
[12] Michael E. Lamb (2004), The Role of the Father in Child Development: Fourth Edition (New Jersey: John Wiley & Sons), p. 23.
[13] Guðný Björk Eydal & Ingólfur V. Gíslason (2011), Parental leave, childcare and gender equality in the Nordic countries (Norden, 2011), p. 128.
[14] Michael E. Lamb (2018), Does shared parenting by separated parents affect the adjustment of young children?, in: Journal of Child Custody (1 februari 2018), p. 4, online beschikbaar via: https://doi.org/10.1080/15379418.2018.1425105 (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[15] Sanford Braver & Michael E. Lamb (2018), Shared Parenting After Parental Separation: The Views of 12 Experts, in: Journal of Divorce & Remarriage (10 april 2018), p. 4, online beschikbaar via: https://doi.org/10.1080/10502556.2018.1454195 (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[16] Nathalie Vermeersch & Jan Piet H. de Man (2014), De verblijfsregeling voor jonge kinderen (Berlare: ParetoGroup), p. 2.
[17] William V. Fabricius & Linda Luecken (2007), Postdivorce Living Arrangements, Parent Conflict, and Long-Term Physical Health Correlates for Children of Divorce, in: Journal of Family Psychology, Volume: 21, Nummer: 2 (juli 2007), p. 195.
[18] Sanford Braver & Michael E. Lamb (2018), Shared Parenting After Parental Separation: The Views of 12 Experts, in: Journal of Divorce & Remarriage (10 april 2018), p. 4, online beschikbaar via: https://doi.org/10.1080/10502556.2018.1454195 (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[19] Louis Tavecchio & Rien van Ijzendoorn (1984), Niet alle banden binden even vast: De gehechtheidstheorie van John Bowlby, in: Psychologie Magazine, Volume: 3 (1984), pp. 18-25, online beschikbaar via: https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/10516/7_704_027.pdf (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[20] Suzan van Dijken (1998), John Bowlby: His Early Life – A Biographical Journey into the Roots of Attachment Theory (Londen: Free Association Press).
[21] NULL (2004), Weg met Piet Vroon, in: Digitaal Universiteitsblad (DUB), Jaargang: 36, Uitgave: 9, online beschikbaar via: https://www.dub.uu.nl/nl/content/weg-met-piet-vroon (laatst geverifieerd op 7 januari 2021).
[22] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-1/
[23] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-2/
[24] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-3/
[25] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-4/
[26] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-5/
[27] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-6/
[28] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-7/
[29] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-8/
[30] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-9/
[31] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-10/
[32] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-11/
[33] https://denieuwezuil.nl/het-verhaal-achter-verstoten-vaders-armands-relaas-12/
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.