Breda en Yangzhou, een onwaarschijnlijk duo. Sedert de oorsprong in 2009 is de stedenband verheerlijkt en verguisd. Terecht? Het verguizen wel. Althans, als er belang wordt gehecht aan mensenrechten.
Door: Jaco Hurynovich-Verstappen (Lijst Pim Fortuyn Breda)
——————–
Nadat er 1 december jl. een motie van Tweede Kamerleden Kerseboom en Kuzu is verschenen over onderzoek naar stedenbanden met Chinese steden, en de dag ervoor bewijzen gelekt zijn uit de Xinjiang Papers over de rol van het regime in Peking in de mensenrechtenschendingen in Xinjiang, is het de hoogste tijd stedenbanden van Nederlandse gemeenten met Chinese steden nog eens tegen het licht te houden. Zo ook die van Breda.
Breda is een zusterstad van het Chinese Yangzhou. Net als de provincie Noord-Brabant dat is van de provincie Jiangsu. De provincie herbergt niet alleen de stad Yangzhou, maar ook de steden Nantong en Changzhou, respectievelijk zustersteden van Oosterhout en Tilburg. Niet geheel toevallig zijn de Brabantse steden vriendschappen aangegaan met steden uit dezelfde provincie. Zo worden politieke deals wel vaker aan de belastingbetaler verkocht, onder het mom van ‘netwerk’, ‘clusters’, ‘strategie’ of andere holle frasen. Immers, de snoepreisjes van de plaatselijke B&W dienen wel betaald te worden door die burgers.
Niets, zolang de steden er wel bij varen, positieve ontwikkelingen worden gestimuleerd, de ethiek in stand gehouden wordt, en de kosten niet de spuigaten uitlopen. Financieel verantwoordelijk bestuur, het voorkomen van associaties met foute regimes, en resultaten zijn toch wel de basiscriteria van een te accepteren stedenband.
Als lokale volksvertegenwoordigers hebben we de voor ons relevante stedenband tussen Breda en Yangzhou onder de loep genomen. Deze kostenpost, welke volgens schattingen minimaal 150.000 EUR bedraagt sinds zijn oorsprong in 2009, is op zijn zachtst gezegd controversieel. Niet voor niets dat VPRO’s Bureau Buitenland hier eerder deze maand een item van heeft gemaakt.
Zo gezegd, zo gedaan. LPF Breda heeft recentelijk een rapport gepresenteerd over Yangzhou. De Bredase zusterstad is loyaal aan het regime van de Communistische Partij in Peking en is actief in de uitbuiting van de bevolking in wat de Chinezen Xinjiang noemen, de regio in West-China waarvan de (oorspronkelijke) bewoners de Oeigoeren zijn. Graag volg ik dan ook de benamingen van de natives: Oost-Turkestan, oftewel Oeigoeristan. Momenteel vindt in deze regio een genocide plaats, zoals ook bevestigd door onder andere Nederland, Canada en de Verenigde Staten. Peking wuift de activiteit in Oost-Turkestan ondertussen weg onder de mom van terrorismebestrijding. Het laatste is feitelijke quatsch.
Wat feitelijk wél aan de hand is: China heeft Oeigoeristan als ware kolonisten verdeeld en de deelgebieden toegewezen aan provincies in Oost-China. Hierdoor hebben verschillende Oostelijke steden, waaronder Yangzhou, dus gezag over delen van het Oeigoers gebied. Yangzhou “investeert” in het gebied in ruil voor tegenprestaties van de plaatselijke bevolking, waarbij dwangarbeid niet geschuwd wordt. En schuldig zijn zo nog vele andere steden, die in dezelfde positie als Yangzhou verkeren. Middels deze dwang poogt de Chinese Communistische Partij de culturele assimilatie van Oeigoeren te versnellen. Het houdt overigens niet op bij de provinciegrens, daarbuiten krijgen de Oeigoeren, maar ook andere etnische minderheden, dezelfde behandeling. Het resultaat is een economisch bloeiend Oost-China, over de rug van juist diezelfde minderheden. Het bewijs hiervan is overweldigend: vele getuigenissen van slachtoffers en onafhankelijk onderzoek zoals dat van The Xinjiang Data Project.
En voor wie denkt dat bovenstaande redevoering niet legitiem is, heeft het Oeigoeren-tribunaal (Uyghur Tribunal) in Londen na onderzoek naar de wreedheden tegen de Oeigoerse, Kazachse en andere Turkse moslimbevolkingen een conclusie gesteld die weinig ruimte laat voor twijfel: China maakt zich schuldig aan genocide en misdaden tegen de menselijkheid.
De gemeente Breda heeft in april 2020 circa 20.000 mondkapjes ontvangen van haar Chinese zusterstad. Burgemeester Depla: “Mooi dat de band […] meer is dan alleen een economische.” Dat de mondkapjes naar alle waarschijnlijkheid zijn vervaardigd door Oeigoeren en onder dwang, is blijkbaar geen bezwaar.
De schokkende constateringen, en de door meerdere landen en het volkstribunaal erkende genocide, moeten genoeg aanleiding geven om de stedenband met Yangzhou stop te zetten. Het voldoet niet eens aan één basiscriterium, zoals eerder uiteengezet. Tenzij je een vrijblijvend reisverslag over belanghebbende gesprekken als resultaat meerekent. Het typische kluitje waarmee de zittende gemeenteraad in het riet wordt gestuurd.
Je zou bijna vergeten dat Breda nog een andere zusterstad heeft: het Poolse Wrocław. Breda mag de Polen eeuwig dankbaar zijn, voor de heroïsche bevrijding in ’44. Een investering in de relatie met deze Poolse buur lijkt me dan ook meer gewenst, dan die met de verre Chinese vriend.
De dagen van de stedenband tussen Breda en Yangzhou zijn geteld. Het zal worden stopgezet, daar ben ik van overtuigd. En we adviseren de provincie Noord-Brabant, de gemeenten Oosterhout en Tilburg, en zo’n dertig andere belanghebbenden in soortgelijke stedenbanden ons voorbeeld te volgen.
En mochten de bewijsstukken niet overtuigend genoeg zijn, te abstract of onpersoonlijk, dan verwijs ik u graag naar de vermissingszaak van de voormalige toptennisster Peng Shuai. Ook zij heeft de band met de Communistische Partij in China ervaren als “meer dan alleen een economische.” Helaas wel.
Arnhem ging ons al voor, door de stedenband met Wuhan stop te zetten. Laat Breda de volgende zijn. Stop de stedenband met misdadig Yangzhou.
**********
Jaco Hurynovich-Verstappen
is kandidaat-raadslid namens LPF Breda. Hij schrijft columns over beleid, politiek, internationale betrekkingen, en diplomatie.
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.