Veel burgers maken zich zorgen. Er is sprake van twijfel, onzekerheid, soms zelfs ronduit angst. Nu is angst natuurlijk van alle tijden, maar nu is er zóveel bijzonders aan de hand dat de burgers veel openlijker twijfelen en zich hardop afvragen of er misschien toch niet een andere bedoeling achter overheidshandelen zit.
Er is nog voldoende te eten en de schappen van supermarkten puilen uit. Groente, vlees, vis, droge kruidenierswaren, melk, kaas; noem het maar op. En ja, er is ook ruim voldoende toiletpapier, evenals schoonmaakmiddelen of elektrische apparaten. De supermarktketens doen dan ook geweldig zaken. Zelfstandig opererende bakkers en slagers hebben het echter moeilijker. Hun concurrentiepositie is moeilijk, zoniet onhoudbaar geworden en de coronacrisis maakt het niet bepaald beter. Hun inkoop is slechts een fractie en vindt veelal plaats bij groothandelaren, terwijl grote supermarktketens rechtstreeks met de slachterijen onderhandelen en het vlees zonodig met miljoenen kilo’s tegelijk inkopen.
De EU zich ontpopt zich steeds meer als steunverlener aan het grootbedrijf, ook al pretendeert zij bestrijder te zijn van kartels, collusieachtige gedragingen en andere belangenverdelingen. Een kartel overigens, omvat een groep bedrijven die gezamenlijk een kantoor en administratie voeren, waarbij de belangen van alle karteldeelnemers op een bepaald terrein van ‘Product-Markt-Combinaties’ (PMC’s) worden behartigd volgens een vooraf overeengekomen verdeelsleutel. Wanneer er sprake is van ‘collusie’ dan ontbreekt het gezamenlijke kantoor en administratie, maar is (stilzwijgend) een soort van ‘status quo’ overeengekomen. Men concurreert niet meer en respecteert elkaars marktaandeel.
In feite werkt de EU collusionair gedrag in de hand doordat lobbies van grote bedrijven direct aan tafel zitten bij de Commissie (in de expert-groepen) en gezamenlijk regelgeving opstellen die het voor deze multinationals mogelijk maakt hun product over de gehele EU uit te rollen en ondertussen, middels veel te strikte voorwaarden, kleine ondernemers uit de markt te drukken. Als je goed kijkt blijkt er steeds een klein groepje grote, grensoverschrijdende bedrijven achter te zitten die het Midden- en Kleinbedrijf (waar de eigenlijke welvaart en innovatie zit) wegdrukken met regelgeving die in het belang is van één of ander vaag, abstract doel. Dierenwelzijn, vrouwenemancipatie of milieu.[1] Er is dus een kartelovereenkomst tussen een (niet gekozen) supranationaal instrumentarium en multinationals, die onderling weer collusionair opereren.
Uiteindelijk blijft er op deze manier weinig ruimte over voor ‘democratie’. Wie namelijk niet mee wil doen het circus van het multinationale winstgeweld, staat letterlijk ‘buiten’. Wie een béétje mee wil doen, is nog wel welkom, maar moet vooral geen pretenties hebben. Een voorbeeld daarvan is de functie van ‘Europees Parlementslid’. Dit parlement, door de Utrechtse historicus Dirk Jan van Baar zonder al teveel omhaal een ‘nep-parlement’ genoemd,[2] heeft beperkte inspraakmogelijkheden. In feite kan het alleen meepraten als de Europese Commissie dat goed vindt. Er is zo wel erg weinig ruimte om invloed uit te oefenen en de stem van burgers klinkt in ‘Europa’ totaal niet meer door. Zou dat wel zo zijn overigens, dan bestond de EU niet in haar huidige, megalomane vorm. Referenda hebben dat meer dan eens duidelijk gemaakt.
De burger intussen, staat erbij en kijkt ernaar. Ook in eigen land is de democratie steeds verder teruggedrongen. Het referendum is gesneuveld in een waan van snoeverij dat ‘burgers te weinig, te laat en onvoldoende geïnformeerd’ zouden zijn. Dat zou echter toch eenvoudig op te lossen moeten zijn, namelijk door burgers meer, tijdig en volledig te informeren. De keuze viel echter op het afvoeren van het referendum. What’s next: het afschaffen van het Algemeen Kiesrecht? De ontbinding van de Staten Generaal? Dat heeft overigens steeds minder werk, want ‘Europa’. Het publiek hoort net iets te vaak dat de Minister aan een Parlementslid het antwoord geeft: “Ik begrijp uw vraag natuurlijk heel goed, maar in de EU zijn nu eenmaal deze regels overeengekomen en Europese regel- en wetgeving zal op grond van onze eigen wet toch gevolgd moeten worden”. Een parlementariër die dat te horen krijgt, kan eigenlijk maar beter de jas aantrekken en naar huis gaan. Maar ja: mooi salaris wel eigenlijk…
En daar hebben we precies de onbehaaglijkheid, de onzekerheid en soms angst te pakken zoals aan de vooravond van een grootschaliger conflict; het gevoel niets te kunnen doen en net iets te weinig weten van de feiten, de werkelijke stand van zaken. Misschien ook de wetenschap, het besef, aan de kant te zijn gezet. Niet meer gewenst of in staat geacht om een oordeel te geven, invloed uit te oefenen. Alleen nog goed om wat geld te verdienen waarvan je verreweg het grootste deel af moet geven, opdat het verdeeld wordt tussen de ‘goedgekeurde’ partijen. NGO’s veelal, vaak bestaand uit niet meer dan een man of tien, zonder legitimatie van kiezer of donateur (behalve de overheid).
Zijn we er dan toch ingetuind?
——————–
[1] Thierry Baudet ‘Europas Abschied von der Demokratie’ 2016. Zie ook: https://www.weltwoche.ch/ausgaben/2016-30/hintergrund/europas-abschied-von-der-demokratie-die-weltwoche-ausgabe-302016.html
[2] Dirk-Jan van Baar, HP/De Tijd, 22 januari 1999
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.