Over maatschappelijke stijgingskansen en suïcidale gedachten.

Dit is een uiteenzetting over de vraag of zelfontplooiing nog mogelijk is in de sociaal-maatschappelijke situatie van vandaag. Met mijn goede vriendin Mina bespreek ik de kwestie, welke offers er nodig zijn om je plek te vinden binnen de economie van nu, en of je daar ook geestelijk je ei kwijt kunt.

Het gesprek begon met een nieuwsbericht over Zoraya ter Beek – een Nederlandse vrouw van 28 die besluit om haar leven te beëindigen onder medische begeleiding. Haar keuze komt voort uit een geschiedenis van mentale problemen en depressieve gevoelens. Dat artikel reflecteert, naast haar specifieke geschiedenis, ook op de algemene druk die mensen van nu ervaren. Zoals ideaalbeelden voorgehouden op sociale media, de angst voor klimaatverandering en afnemende economische speelruimte.

Mina: “Sid, vertel mij eens hoe we nu zeker weten dat mensen zoals Zoraya écht blijvend zo denken? Zo’n doodswens kan tien jaar aanhouden. Maar dan, in het elfde jaar, kan iemand plots constateren dat het nu eigenlijk ‘best oké’ is. De euthanasie neemt die kans bij voorbaat weg!”

Sid: “Dat is waar, maar die inschatting maken – gaat het beter worden of niet, en wat is de reële kans dat ik me ook daadwerkelijk beter zal voelen – wil ik toch aan de betrokkene laten. In haar geval is hier écht niet over één nacht ijs gegaan. Er zijn medische professionals bij betrokken die garanderen dat het geen impulsief besluit is, dat de uittreding pijnloos is en dat er gelegenheid is voor de nabestaanden om afscheid te nemen. Als iemand echt een doodswens heeft, is dat tóch niet tegen te houden. Beter kan men de maatschappelijke schade ervan zoveel mogelijk beperken.

Kijk ik naar mezelf: er is een laag opgebouwd in de media van voortdurende haat en laster en het recyclen van lasterberichten. Nu is uit de recente verkiezingsuitslag aannemelijk te maken dat zo’n 35 procent van de kiezers hier inmiddels doorheen prikt. Werpen we echter een blik op potentiële relatiepartners, bedrijven en overheidsdiensten, dan zullen die voorlopig ‘de kat uit de boom blijven kijken’. Dat is het micro niveau, het niveau van het persoonlijke leven. Wat betreft het macroniveau zijn de sombere vooruitzichten op sociaaleconomisch vlak ook niet weg te redeneren.

Nu ben ik zelf in goede gezondheid, heb veel lieve vrienden en een hechte, warme familie. Financieel is het, mede gesteund door mijn donateurs, ook nog wel net rond te krijgen. Zouden die factoren echter wegvallen, dan kan ik mij heel goed indenken dat ik door neerslachtige gevoelens zou worden overmand. Hoewel je in Nederland voorlopig nog niet van honger en kou zult omkomen, kun je niet ontsnappen aan je eigen gedachten. Hierdoor zou de levenskwaliteit in de praktijk toch uitermate negatief zijn. Hoewel ik zelf nog vechtlust heb voor het leven zou ik me – wat empathie betreft – wel in Zoraya’s overwegingen kunnen verplaatsen.”

Mina: “Ik zie jouw punt, maar denk eerlijk gezegd dat jij nog niet alle mogelijkheden hebt geprobeerd om gelukkig te worden.”

Sid: “De obsessie met ‘gelukkig zijn’ leidt in de praktijk tot het steeds stilstaan bij de vraag, ‘ben ik nu gelukkig?’. Dit werpt je voortdurend terug op de tijdelijkheid en vluchtigheid van die gelukservaringen.

Het is beter om een organische plek te hebben binnen een gemeenschap, waar je op het niveau van je talenten kunt functioneren. Je maakt jezelf nuttig, ervaart van dag tot dag waardering voor je werk. Het geluk ervaar je dan gaandeweg tijdens het proces, wat beter is dan steeds stil te staan bij de vraag of je al dan niet gelukkig bent. Juist het ontbreken van die plek, dat gevoel van wortels en van functioneren op het niveau van je bekwaamheid, dáár zit het échte probleem. Sowieso zeg ik niet dat een mens altijd gelukkig moet zijn – dat is niet reëel. Leven onder aanhoudende uitzichtloosheid, zoals in Zoraya’s geval, is het andere uiterste.”

Mina: “Jij moet eigenlijk gewoon een arbeidersbaan zoeken. Dan ben je overdag bezig met geld verdienen om een gezin te kunnen onderhouden. Vaak werkt dat uiteindelijk wel! Dat is wat jij zou moeten nastreven, zodat je niet in een spiraal van negatieve gedachten hoeft te vervallen zoals Zoraya.”

Sid: “Nee dat zou niet kunnen. Om te beginnen loop je aan tegen overkwalificatie. Werkgevers vrezen dat medewerkers die een baan onder hun niveau aanvaarden, verveeld zullen raken door het werk, minder gemotiveerd zullen zijn en uiteindelijk zo snel ze kunnen het bedrijf zullen verlaten. Wetenschappelijk onderzoek ondersteunt dit beeld. Verder gaat overkwalificatie ook samen met meer stress en minder jobtevredenheid bij de overgekwalificeerde medewerker.

Kijk ik naar mijn eigen arbeidsgeschiedenis, dan kan ik dit bevestigen. Ik heb onder meer gewerkt in de keuken van een verzorgingstehuis, op een middelbare school, een universiteit, de gemeenteraad, het Europees Parlement en de Provinciale Staten.

Die keuken was helemaal niets. Ik trof er praktisch werkvolk dat stiekem een beetje neerkeek op mensen met net wat meer hersens of opleiding – die twee dingen vallen overigens niet noodzakelijk samen. Al stel je jezelf collegiaal en gedienstig op, je merkt het toch. Er is weinig geduld met mensen inwerken en je kunt je draai uiteindelijk niet vinden. Het leukste vond ik het lesgeven op de universiteit: hier werk je met intelligente jonge mensen die ook een duidelijk doel nastreven binnen de lessen. Totáál anders dan de middelbare school. Daar is het voortdurend gesteggel met veeleisende ouders die het onderste uit de kan willen, ongemotiveerde leerlingen en mentoren die hun problemen met de klas op collega’s proberen af te schuiven.

Een gemeenteraad is dan weer veel dankbaarder werk: hier ben je namelijk bezig met zaken die het leven van burgers direct raken. Of een woonwijk bijvoorbeeld moet worden gesloopt – zie het debat over Schaapsdrift in Arnhem. Bij de Provinciale Staten gaat het soms over hoeveel schijt er uit een gans mag komen en over hoeveel subsidie iemand vangt voor het onderhouden van een boomgaard. Mijn indruk van het Europees Parlement is, vooral veel bureaucraten die langs elkaar heen werken. Ik gaf beleidsadvies aan Europarlementariërs die in de praktijk toch het standpunt van hun nationale partij volgen. Door de lockdowns en coronacrisis ontbraken helaas kansen om te netwerken.”

Mina: “Nu ga je alléén in op die overkwalificatie maar er zijn nog andere goede redenen!”

Sid: “Mijn algemene indruk van de huidige arbeidsmarkt is dat alles bestaat uit tijdelijke loyaliteiten met overal een ‘na mij de zondvloed’-mentaliteit. Hierover las ik overigens ook een uitstekend boek: Enjoy the Decline, door Aaron Clarey. Hij maakt als geen ander het punt dat een krimpende en minder vitale bevolking deze schulden hoogst waarschijnlijk nooit kan aflossen, en dat ons huidige opgebouwde bezit in dit licht allerminst veilig is.

Maar laten we dit eens omdraaien – bij jou, Mina, werkt dit toch ook niet zo? Je hebt een man, kinderen en een landbouwbedrijf. Ga gewoon lekker grasmaaien, smeer broodjes voor de kleuters, klim op die tractor! Met dit alles kun je dag en nacht bezig zijn, als je echt zou willen. Dus leef naar je eigen advies!

In plaats daarvan bekommer je jezelf om abstractere principes, zoals godsdienstvrijheid, demonstratierecht en het intellectuele conformisme op universiteiten. Typische ‘bovenbouw’-problemen! Do as I say, not as I do…

Waarom haal ik dit aan? Om het volgende, extreem belangrijke inzicht, helder te maken. Als je een intellectueel hongerig stel hersenen en een ambitieus karakter hebt, dan kún je jezelf niet verdoven en verdommen met arbeid die zwaar onder je niveau is, binnen een werkcultuur die zwaar onder je niveau is, onder het mom van ‘dan ben ik tenminste gelukkig’ – want dan ben je juist ongelukkiger.”

Mina: “Dit betrekkelijk ‘domme’ geld verdienen dient juist om mijn intellectuele honger te stillen. Wie in dit systeem een intellectuele baan heeft, wordt in intellectueel opzicht tot slaaf gemaakt. Je moet binnen het heersende frame denken, de gedachten van de heersende klasse volgen. Dan verdien ik liever mijn geld met ‘dom’ werk en blijf ik geestelijk vrij!”

Sid: “Waar je zegt ‘vrij’, bedoel je in feite dat je marginaal bent. Je kunt niet van je laten horen op het niveau waar de regels en het beleid worden uitgerold waar jij onderaan de ladder met je tractor aan moet gehoorzamen. Je bent niet ‘vrij’ maar irrelevant, kunt niet functioneren op het niveau van je eigenlijke geestelijke vermogens. Dit leidt niet tot geluk maar tot frustratie, bitterheid, rancune en depressie.”

Mina: “Neem dan jouw wens om je te blijven inzetten voor FvD. Dit snap ik niet – waarom zou je dat willen? Je maakt jezelf min of meer afhankelijk van Thierry Baudet, alsof hij je baas is. Afhankelijkheid van hem, komt op de plek van de denkmeesters aan al die universiteiten.”

Sid: “Omdat ik goed ben in mijn politieke vak. Zie de commissievergaderingen in Arnhem, zoals ook weer gisteravond. Ik kreeg meermaals complimenten van andere partijen over mijn inbreng. Dit werk geeft me een gevoel van verbondenheid met de samenleving en met wat er lokaal speelt. Wat ik er vind is dat ik een zinvolle inbreng kan geven met enige impact.

Kortom wat ik met andere woorden al zei: geluk en depressie hangen samen met een rol hebben, met anderen samenwerken, mensen ontmoeten, deel zijn van een proces. En dan niet zoals in die gestreste keuken van het verzorgingshuis, maar zoals hier, waar er tenminste nog naar elkaar wordt geluisterd. Het commissiewerk in Arnhem blijf ik doen omdat ik daar mijn bekwaamheid en mijn argumentatie kan manifesteren binnen een publieke setting met ook enige publieke resonantie.”

Mina: “Dan beter werken met wat ‘dommere’ mensen. Ik bedoel mensen die het goed bedoelen, maar niet beter weten. Daarnaast heb je dan alle vrijheid om welke argumenten je maar wil de wereld in te helpen.

Ik geef toe dat dit niet altijd perfect gaat – en in jouw recente boek De greep op de publieke opinie beschrijf je ook verfijnd de technieken waarmee het publiekelijk discours wordt gekneed – maar alsnóg is dat beter dan blijven wachten op ‘machtigere’ mensen die geen anderen naast zich dulden en die je dus altijd klein zullen houden.”

Sid: “Die ‘praktijkmensen’ kun je in de praktijk niet meekrijgen in een analyse van alles wat er nog boven het hoofd hangt. Er is dan zo’n sfeertje van ‘dit is de manier waarop we het hier altijd al doen’. Als je wat verder vooruitdenkt krijg je met spottende reacties en onverschillige houdingen te maken. De conclusie is wederom dat je niet beter in je vel zult zitten – integendeel.

Uiteindelijk komen we op mijn goede vriend Carlo de worstendraaier – met wie ik dit onderwerp eerder besprak. Hij omschreef hoe hij jarenlang in de supermarkt werkte en worsten draaide bij de slager. Hij vond het vervelend werk. In zijn huidige situatie heeft hij veel vrije tijd en een leuke woning. ‘Alles is mogelijk!’ zegt hij.

Dat betrek ik op mezelf en mijn arbeidsgeschiedenis. Twaalf jaar geleden dineerde ik al met de Commissaris van de Koning en de directeur van het Berlaymont, het hoofdkwartier van de Europese Commissie, en wat jaren later sprak ik meermaals als genodigd expert voor commissies op de Tweede Kamer. Hoe hoger je komt, hoe meer je de leegte achter de macht ziet. Dan kun je niet terug naar dat bewustzijnsniveau van die supermarktmedewerker. Die worstendraaiers die Carlo omschreef, leven op een ‘ignorance is bliss’-niveau. Keihard van de klif af al worsten draaiend! Terwijl het huis letterlijk rond hen afbrandt…”

Mina: “Jij lijkt soms graag in het systeem te willen, maar dan meer omhoog. Fuck dat systeem en kies voor vrijheid!”

Sid: “Hoe helpt die houding van ‘fuck het systeem’, hoewel begrijpelijk, om te functioneren in overeenstemming met onze aanleg en talenten? Jij eindigt alsnog op een tractor met een uitvoerige stikstofboekhouding en een overheid die op het punt staat om je te onteigenen.”

Mina: “Je kunt de situatie steeds opnieuw uiteenzetten en analyseren, maar zeuren over ‘dat het is zoals het is’, brengt ons toch ook niet verder?”

Sid: “Exact! Je kunt jezelf niet ‘gelukkig denken’ – precies het punt waarmee dit gesprek begon; in dit licht is het scenario van Zoraya’s ‘vrijwillige uittreding’ best begrijpelijk. Je kunt alles honderd keer op een rij zetten, maar er is geen echte uitweg. Het meest zinvolle is nog: emigratie en vanaf scratch iets opbouwen op een plek waar nog geen excessieve regelgeving bestaat. Ook hier zul je echter aanlopen tegen de vraag: ‘Kan ik hier op het niveau van mijn talenten bijdragen aan een organische gemeenschap waarbinnen ik mij op mijn plek voel?’

Tot die tijd, Mina, roep ik je op om vooral te leven volgens je eigen leer. Ga naar buiten, kijk naar de hemel en voel de regendruppels op je gezicht! Daar wacht de vrijheid op je – jouw zelfontplooiing begint daar!”

Volg Sid via Telegram en steun hem via BackMe! Schrijf je in voor Sids nieuwsbrief.

Steun de Nieuwe Zuil via BackMe, en blijf bijdragen zoals deze mogelijk maken! De Nieuwe Zuil is een platform voor iedereen die realisme wil verspreiden!

Delen via


Lees ook

Discussieer mee!

Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.

Om te reageren dien je eerst aan te melden.

Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.

Geef een antwoord

Login hier in met je gebruikersnaam en het wachtwoord dat je per e-mail ontvangen hebt.

Maak hier een gebruikersnaam aan. Na verzenden ontvang je een e-mail met je wachtwoord waarna je meteen kunt inloggen en reageren.

Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld
Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld