Dit is een artikel van Maurits v. Falkenreck
Wanneer we de huidige samenleving onder de loep nemen kunnen we vaststellen dat er de laatste honderd jaar op sociaal-maatschappelijk en technologisch vlak fundamentele ontwikkelingen gaande zijn. Deze ontwikkelingen kunnen we op hoofdlijnen chronologisch benoemen. Op sociaal-maatschappelijk vlak vervaagt het belang van hechte familiebanden en krijgt het kerngezin een steeds kleinere samenstelling.
Ook eindigen steeds meer huwelijken in een echtscheiding. Tijdens WO II gaan vrouwen noodgedwongen deel uitmaken van het arbeidsproces en na de oorlog komt de tweede feministische golf langzaam op. Vanaf de jaren ’60 worden vrouwen die trouwen niet langer, zoals gebruikelijk was, ontslagen. Tot die tijd was de verwachting dat een gehuwde vrouw een echtgenoot had die haar financieel kon ondersteunen.
Na 1960 komt door de anticonceptiepil de seksuele revolutie op gang en het geboortecijfer van de autochtone bevolking daalt. De jongeren die eind jaren ’60 deel uitmaakten van de studentenopstand en de bijbehorende studentenbewegingen zetten zich compleet af tegen de status quo van die tijd en propageerden een boodschap die erop neerkomt dat de Westerse samenleving op een reset button moet drukken om zo vanaf nul een ideale wereld op te bouwen die het best samen te vatten is middels de woorden van John Lennons Imagine. Vanaf de jaren ’70 komt er meer uitingsvrijheid voor homoseksuelen.
Op technologisch vlak wordt elektriciteit breed verspreid waardoor apparaten als het strijkijzer, de stofzuiger en de wasmachine en koelkast hun intrede doen in de Nederlandse huishoudens. Vrouwen hebben hierdoor meer tijd over voor andere dingen zoals intensievere zorg voor de kinderen, sociale bezigheden en werk. In de jaren ‘80/’90 zien we de opkomst van het computertijdperk en het internet wat o.a. tot gevolg heeft dat sociale contacten vluchtiger gelegd kunnen worden en anoniemer en oppervlakkiger van aard (kunnen) worden.
Wat is nu het effect geweest van deze ontwikkelingen op onze samenleving? En welke impact heeft de opkomst van de progressief (“the liberals”) ingestelde mensen gehad. Deze progressieven, die vaandeldragers zijn van identiteitspolitiek en feminisme – het product van de studentenopstand van ’68 – associëren de masculiene bedrijfssectoren zoals o.a. banken, de industriële sector, de offshore industry en het MKB (loodgieters, aannemers, schilders, stratenmakers, etc.) met kapitalisme en conservatisme.
De Westerse autochtone werknemers die werkzaam zijn binnen deze sectoren worden in het algemeen weer geïdentificeerd als schuldige erfgenamen van het koloniale verleden, als nationalistisch, als seksistisch, als tiranniek, als racistisch, als fascistisch – en dan heb ik denk ik nu alle “vleiende” krachttermen wel gehad. De ideologische vaandeldragers van voornoemde identiteitspolitiek zijn de afgelopen decennia op sleutelposities terecht gekomen bij de overheid, in het onderwijs, in de media en binnen de rechterlijke macht.
Bijproduct van deze stratificatie in “Imagine all the People”-aanhangers en de tegenstanders van dit utopische wereldbeeld, is dat de Westerse autochtone man boete moet doen voor het zijn van een zogenaamde kapitalistische, conservatieve tiran, een onderdrukker van de vrouw en andere “slachtoffergroepen” en voor het zijn van een “ongelovige” als het gaat om het dogma van de multiculturele en multireligieuze samenleving.
Deze in mijn ogen zorgwekkende identitaire ideologie, die we nota bene voortdurend via de mainstream media – gerund door “Imagine all the people”-aanhangers – tot ons krijgen, werkt een groot onbenoemd probleem in de hand met de volgende bijbehorende stelling, namelijk dat de voornoemde sociaal-maatschappelijke ontwikkeling – mede gedreven door de technologische ontwikkelingen van de laatste decennia – een negatief effect heeft op het zelfvertrouwen en de economische waarde van de Westerse autochtone “mannelijke” man.
Wat bedoel ik met deze stelling? De economische waarde van de “mannelijke” Westerse autochtone man met een missie neemt met forse schreden af. Het is immers steeds lastiger om met deze “genetic makeup” en “ge-upgrade” erfzonde, een goede baan te vinden en carrière te maken in niet-masculiene bedrijfssectoren. Denk hierbij aan sterk gefeminiseerde bedrijfssectoren met name in de culturele sector, het onderwijs en in de tertiaire sector (en dan in het bijzonder de multinationals).
Het type man dat gebaat is bij deze ontwikkeling, is de metroman die het theeleuten – net als vrouwen op de werkvloer – ook tot kunst heeft verheven; en die carrière maakt op het aardig gevonden worden op de werkvloer en de door vrouwen gedomineerde HR-afdeling. Niet de prestaties, noch de daadkracht, noch zijn track record geeft de doorslag. Het zijn van een aardige man; dát geeft nu de doorslag voor het hebben van economische waarde.
Dit is deel 1 van het artikel van Maurits v. Falkenreck. Deel 2 is hier te lezen. Meesterlijke dialogen tussen Maurits en Sid zijn opgenomen in het boek Kerkgangers en Zuilenbouwers. Sid werkt nu aan een crowdfunding: hij is bijna op de honderd procent! Wees een held en geef zijn belangrijke project het laatste duwtje.
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.