Frits Bosch noteerde het fraai: “Ons politieke systeem is door en door rot. In plaats van 150 individueel stemmende Kamerleden zitten we met dichtgenaaide regeerakkoorden waar de regeringspartijen zich strak aan (moeten) houden. Er is helaas geen enkel individueel Kamerlid dat de ballen heeft daar tegenin te gaan.”
In Nederland hebben politieke partijen in totaal iets meer dan 300.000 leden. De andere 17 miljoen inwoners zijn geen lid van een politieke partij en van hen hebben alle burgers die een Nederlands paspoort hebben en 18 jaar of ouder zijn het recht om te stemmen. De lijsten die ter stemming worden voorgelegd bevatten uitsluitend leden van politieke partijen en hoe ze op die lijsten terecht zijn gekomen is een groot mysterie. Van partijen zoals PVV en FvD weten we dat wel. Daar bepalen de respectievelijke partijleiders Wilders en Baudet wie op de lijst komt en in welke volgorde.
Voor alle partijen geldt: wie zich netjes gedraagt komt hoger op de lijst, tekent een overeenkomst om de politieke belangen van de partij te dienen en de partijleider niet voor de voeten te lopen. En vooral stemmen op Kamermoties zoals wordt opgedragen door de partijleiding. De kadaverdiscipline in de fractie voorkomt vervolgens dat Kamerleden zeggen wat ze werkelijk vinden. Wie zich niet kan voorstellen dat de Nederlandse politiek zo werkt: lees vooral het boek ‘Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn‘ van Ybeltje Berckmoes.
Staten Generaal?
Het idee van een Staten Generaal als wetgevende macht is daarmee een farce geworden, want in de beide Kamers vinden geen debatten plaats, maar worden belangen besproken van groeperingen die helemaal niet in die beide Kamers zitten. Denk daarbij niet uitsluitend aan supranationale eenheden zoals EU en VN (wiens decreten voorrang hebben boven de Nederlandse – grond – wet) maar vooral ook aan binnenlandse groeperingen (NGO’s) die in naam beweren op te treden namens bevolkingsgroepen, maar waar het met de interne democratie droevig is gesteld en waarin burgers veelal niets te vertellen of te kiezen hebben.
Er is kortom, geen sprake van een democratie zoals Thorbecke c.s. dat bedoeld hebben, maar veel eerder is er sprake van een partijpolitieke dictatuur; de stem van de burgers klinkt niet meer door in het Parlement. Na de verkiezingen verdwijnen de mooie plannen van de politieke partijen ook nog eens direct in de prullenbak, want er moeten ‘compromissen’ worden gesloten. Alles waar de burger op gestemd heeft, ligt zodoende direct bij het grofvuil; de burger heeft het nakijken en per saldo totaal geen invloed.
Wiens belang?
Zoals Brantz vandaag al in een artikel heeft laten zien, wordt het in Nederland opgepompte gas voor 90% aan buitenlanden verkocht en vloeien de inkomsten in de schatkist. Nederlandse inwoners zijn zodoende gedwongen buitenlands gas in te kopen tegen een veel hogere prijs. Het verschil zouden we kunnen zien als een extra belasting en bovendien kunnen we ons afvragen of het niet ons eigen gas is wat tegen een hogere prijs wordt teruggekocht. In wiens belang is dat eigenlijk?
Hetzelfde geldt voor de ‘stikstofdispositie’, zoals v.m. Minister Plasterk in zijn column in de Telegraaf duidelijk maakte;
“Hun echte doel is het terugdringen van landbouw en veeteelt omdat ze tegen vleesconsumptie zijn. D66-fractieleider Paternotte schrijft: „De tijd van de grote industriële veeteelt is eindig.” Daarom wil D66 niet dat boeren de kans krijgen minder stikstof te gaan uitstoten, en worden technische oplossingen niet toegejuicht: ze willen dat boeren stoppen.”
In hetzelfde artikel concludeert Plassterk dat een vermeend natuurgebied zoals de Veluwe, helemaal geen natuurgebied is, maar door mensenhanden in een recent verleden geconstrueerd: “De heide op de Veluwe is ontstaan toen er voor de bouw van Amsterdam hout moest worden gekapt. Of iets bos of hei is, is een keuze van de mens geweest.” Dat zou fractieleider Paternotte van D66 (met slechts 6.685 stemmen in de Kamer gekomen, terwijl de kiesdeler 69.486 bedroeg) ter harte moeten nemen, in het bijzonder als hij het schandalige koloniale verleden van Amsterdam bespreekt. Per saldo is stikstof geen probleem, want een pot planten zoals hieronder kan alleen zo welig groeien als er kwistig met stikstof – zoals koeienpoep – wordt gestrooid. (Dat is in onderstaande geval dan ook gebeurd; laat dat maar aan mij over)
De vraag is nog steeds: welke belangen worden nu precies verdedigd in de beide Kamers? Niet die van de bevolking, want die ondervindt alleen maar nadelen van het kabinetsbeleid, wat dan ook nog eens door een dichtgetimmerd coalitieakkoord muurvast verankerd zit op de Ministeries en waarin de regeringsfracties zich hebben te schikken op straffe van ontslag. Hoezo: zonder last en ruggespraak?
Als het de oppositie menens is met het begrip ‘democratie’ en als men die terug wil veroveren, dan wordt Prinsjesdag door die partijen gemeden als de pest en organiseren zij gezamenlijk wat later een eigen ‘Prinsjesprotest’ waarin een grondige hervorming van de democratie wordt geëist. Alle 225 zetels in de Kamers behoren een afspiegeling te zijn van de bevolking. Ieder Kamerlid zou daar uitsluitend terecht mogen komen op grond van voldoende mandaat van de kiezers en zou eigenlijk zelf op pad moeten voor voldoende steun in een district. Op die manier komt aan de bovenmatige invloed van de westelijke provincies (Utrecht, Noord- en Zuid-Holland leveren ca. 70% van de 2e Kamerleden) ook een eind, evenals aan de overmatige invloed van de grootindustrie die nu stomweg een hele partij opkoopt met een flinke donatie.
Het kan anders en het moet ook anders. Laat Prinsjesdag maar zitten: De leden van de oppositiepartijen zullen bovendien niet bang hoeven te zijn voor hun zetel: in een district halen ze veel meer zetels dan nu, omdat de meeste zetels nu nog naar de lijsttrekkers gaan.