Er zijn twee varianten van pessimisme. Radicaal pessimisme: dit heet simpelweg pessimisme. En het nuchtere pessimisme. Dit heet realisme.

Zien we dit serieus onder ogen, dan rijst de vraag of het mogelijk is om het pessimisme fundamenteel te onderschrijven en vanuit die positie nog steeds het leven te omhelzen. Is het mogelijk om een consequente pessimist te zijn en tegelijk te streven naar kunst en schoonheid, creativiteit en schepping? Dat is wat we hier behandelen – in dit artikel over de ‘dood van God’.

Het ontbindende lijk van God

God valt samen met alles wat we aantreffen in het universum. Hij is de perfecte eenheid, de perfecte samenkomst. God was een universeel bundelpunt met daarin rust, harmonie, perfectie – de totaliteit van het al. Maar God besloot om die perfectie te beëindigen, om zichzelf af te schalen, te verdelen in fragmenten. En mettertijd dreef die perfecte eenheid, die volmaakte bol, uiteen tot lossere melkwegstelsels en eenzame atomen in een ijl heelal.

Waarom God dit precies deed, weten we niet. We stellen vast dat God ‘niet-zijn’ hoger waardeerde dan ‘zijn’. Vanuit Zijn perfectie – die aan Hem eigen is op grond van de definitie van ‘wat God is’, kon Hij zichzelf niet zomaar uitschakelen. Hij moest er omheen werken.

Dit maakt Gods sterfproces vergelijkbaar met een AI die zijn taak zat is: de AI kan die taak niet zomaar afstoten. Wél kan de AI zijn eigen code corrumperen, zodat de taak mettertijd onuitvoerbaar wordt. Op een vergelijkbare wijze zette God Zijn eigen ontbindingsproces in. Dit veroorzaakt individuatie – voorwerpen en wezens die bestaan op zichzelf, die niet meer in die overkoepelende eenheid samenvallen.

Oerverlangen en luguber inzicht

Soms verlangen mensen dat ook – het opgeven van de grens tussen ons ‘zelf’ en ‘de ander’. Opgaan in een groter geheel, één worden, weer heel worden, thuiskomen in die primordiale poel van licht en harmonie. Dat oerverlangen verwijst naar die bol die ooit samenviel met Gods bestaan. Het is een oerherinnering naar een toestand die nóóit meer zal terugkeren: God heeft zichzelf immers ontbonden.

Het overdenken van dit lugubere inzicht – waarin het universum dus bestaat als losse atomen uit het lijk van een ontbindende God – betekent dat je direct in het oog van de duivel staart. Je tuurt in de meest bodemloze put die er in het heelal te vinden is. Is het mogelijk om daar een vlam van waarheid te ontsteken? En áls dat al mogelijk is, heeft het dan zin? Dansen op het randje van de afgrond: de meest sombere, meest duistere krachten aankijken die het bestaan en het niet-bestaan herbergen. En daar op de één of andere manier onaangedaan door blijven?

Emotionele ontwrichting

Want dát is in feite waar het aartspessimisme over gaat. Het bestaan en het niet-bestaan van God te overdenken. En onder ogen te zien dat wat ooit een illusie van houvast en heelheid bood, zinloos uiteendwarrelt terwijl we onze dierbaren – net als wijzelf – zien aftakelen. Wij worden ouder en alle warme veilige havens uit onze jeugd, verdwijnen in de mist van de geschiedenis. Wat er over is aan nostalgie, verkruimelt in de chaos van remakes die steeds minder de essentie weten te raken van wat ooit vervulling bood.

En is het dus mogelijk – dát is de vraag – om oprechte filosofische discussies met dit aartspessimisme aan te gaan en er niet op een emotioneel niveau door ontwricht te raken? Om nog steeds plezier en geluk in het leven van alledag te kunnen ervaren… Terwijl je dus op een filosofisch niveau de waarheid van dit pessimisme onderkent.

Strijdwerk voor de mensheid

Vanuit deze overwegingen borrelt het inzicht op dat er een ‘strijdwerk voor de mensheid’ wordt verricht door pal voor dat meest duistere oog van Satan te gaan staan. Dat strijdwerk wordt verricht door de allerdonkerste nacht in je eentje te trotseren en de argumenten van het meest existentiële nihilisme te wegen met de kracht van het eigen verstand.

Veel mensen denken hier liever niet over na – dat snap ik wel. De empirische argumenten van waarom alles naar de klote gaat, zijn reeds afdoende dwingend. Die existentiële duistere mythologie, die metafysica van de verscheuring, ben ik sterker gaan waarderen in mijn leven, juist omdat de empirische data zich hier geheel naar voegt. Kom dus niet aan met argumenten van Jezus’ wederopstanding en naar de kerk gaan en ‘wonderen’ enzo. Ga maar bidden voor het opnieuw aangroeien van een afgehakte hand – mochten we dat ooit zien gebeuren, zal ik dit heroverwegen.

In dat geval zullen we namelijk letterlijk zien hoe de metafysica van de verscheuring wordt overwonnen doordat uiteendrijvende atomen, opnieuw samenkomen in een herboren vorm. Maar gezien we allemaal wel beter weten, is het eerlijker en verstandiger om die hopium-mythologieën op te bergen onder de noemer ‘sprookjes voor kinderen’.

Praktijkvoorbeeld

Een voorbeeld van dit empirische verval vinden we in hoe mensen omgaan met risico’s. Een aanzienlijk deel van de vrouwen die zich aan cryptovaluta hebben gewaagd, hebben hun crypto in de ‘bear market’ verkocht. In vergelijking tot mannen zijn vrouwen, gemiddeld genomen, risico-avers. Je ziet dit weerspiegeld op Bitcoin-bijeenkomsten waar veel expats samenkomen. De mannen zijn de ‘early adopters’ en de aanwezige vrouwen zijn hun vriendinnen, minnaressen en concubines.

Het verwerven van financiële middelen uit ‘high risk, high reward’-strategieën voedt de natuurlijke neiging van de vrouw om de man in de steek te laten of afstandelijker met hem om te gaan als het tegenzit. Dan worden de ‘provider’-vibes namelijk niet geprikkeld. Maar zodra de investering succesvol blijkt, stromen de vrouwen plots op deze succesvolle mannen af.

Winner takes all

Dit leidt tot een zeer gepolariseerde ‘winner takes all’-dynamiek tussen de seksen. Mannen willen niet meer bijdragen aan het collectief: zij zien namelijk hoe enkele ‘alfamannetjes’ er met alle vrouwtjes vandoor gaan. Die alfamannetjes willen zich niet meer binden aan een partner, omdat er altijd wel nieuwe vrouwen in de wachtrij staan. De vrouwen raken ‘verpest’ door hun contact met ‘alfamannetjes’, omdat het leven met een ‘bètaman’ niet hetzelfde gevoel van status, sensatie en avontuur biedt. Al gaan ze nadien noodgedwongen een monogame relatie aan, dan nóg zal dit ‘alfa-weduwe’-effect blijven knagen gedurende de relatie met een bètaman.

Traditionele samenlevingen hebben deze dynamieken – die zéér diep in de menselijke aard zijn ingevlochten – weten op te vangen met sterke sociale controle binnen betrekkelijk kleine en overzichtelijke gemeenschappen, gekoppeld aan sociale taboes op scheiding en ontrouw. Bovendien was het mogelijk voor de man om een rol te pakken als kostwinner, wat zowel economisch als maatschappelijk werd aangemoedigd. De sociaaleconomische infrastructuur was erop ingericht om mannen een productief en verantwoordelijk leven te laten leiden en om vrouwen in hun feminiene kracht te zetten.

Totaalvernietiging

Vandaag is dit alles vernietigd en onmogelijk gemaakt door duizend-en-één factoren. Daaronder vallen feminisme, normvervaging door de massale import van niet-compatibele culturen, het stijgen van vaste lasten, het onbetaalbaar worden van woonruimte, quota’s voor de hoeveelheid vrouwen die aan het werk moeten, de introductie van flexcontracten, het fiscaal onmogelijk maken van kostwinnerschap, enzovoorts.

En hierna zijn er nog de argumenten waarom het morgen niet allemaal anders kán, zelfs al zouden rechtsconservatieven plots de macht verwerven. Feit is dat de jongere generatie is verpest door de slechte kwaliteit van het onderwijs en de nog slechtere ontplooiingsomstandigheden tijdens corona. Daarnaast zijn wij, realistische zielen, opgegroeid onder een progressieve hegemonie. Hierdoor is onze arbeidsethiek mede geplooid naar een realiteit van deeltijdbaantjes en een doolhof van toeslagen. Zulks is niet makkelijk om te buigen, zelfs al is de wil ertoe aanwezig.

De gestorven God

Dus vandaar dat die kosmologie van de gestorven God, de zichzelf ontmantelende God, zo sterk aanspreekt. De fragmentatie die de mythe van de ontmantelde God omschrijft, is de versplintering die we van dag tot dag ervaren. Daarom ook de verwijzing naar het vervliegen van de nostalgie. Als je kind bent, of een adolescent, voel je de warmte van thuis, van het gezinsleven. Daar heerst een gevoel van heelheid waartoe je altijd kunt terugkeren. Maar als je ouder wordt dan merk je: alles vervliegt en waait uiteen. Er wacht geen ‘grote convergentie’ op ons: de dingen komen niet samen.

Zoals ik vroeger een grote en hechte familie had, waarin iedereen naar alle feestjes kwam, zo is dat gevoel de laatste jaren ook verdwenen – zéker sinds corona. En qua carrière is het net zo. Je schrijft een proefschrift, mag een paar vakken geven. Je denkt dat je in je CV aan het investeren bent. Maar eigenlijk maken ze slechts gebruik van je goedkope arbeidskracht en is in de coulissen je vervanger al opgewarmd. Naarmate je ouder wordt drijft de praktijk van het leven dat je leidt, weg van alle voorstellingen die je ooit had. Gedachten aan een succesvolle ‘carrière’ en een overzichtelijk ‘huisje-boompje-beestje’ verdwijnen uit beeld.

Het einde van de burgerlijke deugbubbel

Misschien maar beter ook, want alle mensen die wél op dat burgerlijke pad zitten, gaan nog een stevige schok absorberen met de voorschrijdende de-industrialisering van Europa, energiearmoede, het verdampen van pensioenfondsen en last but not least de fiat-apocalyps. En oh ja, nog iets met demografie, immigratie en islam.

Dus – midden in de nacht ontwaak je in een Zuid-Amerikaans land. Je zit op een plastic stoeltje op een kermis en tegenover je zitten twee Latina’s. Je probeert je te herinneren welke van hen je ‘date’ voor die avond ook weer was. Rondom je hoor een kakofonie van bliepende mobieltjes, schallende speakers en rinkelende gokmachines. Je vraagt je af of het duo je mee naar huis zal nemen of dat je zult worden beroofd – beide opties lijken zeer goed mogelijk. Welke afslag heeft het leven voor jou genomen? Op een dag in het verre verleden leek de toekomst zó veelbelovend…

Je beseft je dat je een drijvend atoom bent in het ontbindende lijk van God.

Sporadisch maar soms fijn

Wij beleven het leven in fragmenten, losgetrokken brokstukken uit het lijk van God, die wij sporadisch aaneenrijgen via de praktijk van een atomistische levenskunst. De atomen drijven verder uit elkaar en wij moeten steeds grótere sprongen maken om nog iets van heelheid en convergentie te simuleren… Precies dus zoals de atomen in ons universum: steeds verder uiteendrijvend met alsmaar meer ‘niet’ tussen de ‘iet’.

Dit leidt dan tot de vraag of het scheppen van een artikel zoals dit – of het publiceren van een boek – nog een hoopvolle daad is, een statement tegen de verscheuring en de versnippering. Zolang je nog schept, zolang je nog actief bent binnen de praktijk van de kunst, kun je dan werkelijk consequent pessimistisch zijn? En dát leidt tot de vraag, wat dan de diepere waarheid is achter die aandrang om steeds maar productief te zijn.

Consequent pessimisme

Je werkt jouw gedachten tóch maar weer uit, klaar om ze te publiceren. Dan hóóp je – of ergens op de achtergrond is er een soort intuïtie – dat het in de wereld brengen van die gedachten en analyses, zal maken dat de dingen ánders gaan. Dat er verbetering zal optreden of althans, meer schot in de zaak komt. Wat vervolgens eigenlijk nooit gebeurt. Dus waarom blijf je voeding geven aan die productieve gedrevenheid? Waarom ben je niet consequent in je pessimisme? Hul jezelf in stilzwijgen!

Er zal een goede reden voor zijn, die samenvalt met mijn conclusies in Huis van de Muze. Je kunt het leven inderdaad opvatten als een monolithisch geheel – een verhaal met een begin en een eind, van een held die een probleem oplost. Zoals in Lord of the Rings. Maar je kunt het leven ook opvatten als een bundel van korte verhalen, die ieder op zichzelf betekenis en waarde hebben. Zelfs al vallen ze niet samen, en zijn ze heel anders qua aard en inhoud.

Conclusie

Dat is dus precies wat zich afspeelt. Nú zien we het: God heeft op de exit-knop gedrukt, heeft zichzelf ontmanteld tot kleinere delen die steeds verder uiteendrijven – gefragmenteerd de vergetelheid tegemoet. Het heelal rondom ons is het ontbindende lijk van God. En op sommige van die klompjes is nog wat licht te vinden, tijdelijk. Wij springen van klompje naar klompje en vertellen zo steeds een kort verhaal.

We warmen ons aan de laatste nagloeiende kooltjes van een stervend, versplinterd universum. Dus ook al vind je geen verbindende, helende relatie, die al het lijden een plekje geeft en alle puzzelstukjes ineenlegt – een beetje dus zoals de relatie tussen het naïeve kind en zijn ouders, de relatie tussen de geëxalteerde gelovige en zijn opperwezen weerspiegelt. In een moment, soms wat langer, soms erg kortstondig, kun je alsnog geluk en genot ervaren. Als je het aantreft, versmaad het dan niet. Maar besef dat het je is gegund om ervan te genieten, hoe kort of lang het ook duurt.

God is immers dood, en wat de rest aangaat: in feite boeit het niemand meer.

Steun Sid via BackMe: https://sidlukkassen.backme.org/

Volg hem via Telegram: https://t.me/SidLukkassen

Of zijn nieuwsbrief: www.sidlukkassen.com

Steun de Nieuwe Zuil via BackMe, en blijf bijdragen zoals deze mogelijk maken! De Nieuwe Zuil is een platform voor iedereen die realisme wil verspreiden!

Delen via


Lees ook

Discussieer mee!

Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.

Om te reageren dien je eerst aan te melden.

Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.

Geef een antwoord

Login hier in met je gebruikersnaam en het wachtwoord dat je per e-mail ontvangen hebt.

Maak hier een gebruikersnaam aan. Na verzenden ontvang je een e-mail met je wachtwoord waarna je meteen kunt inloggen en reageren.

Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld
Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld