Eerst maar eens de preface van dit document (vrij en niet volledig en mijn vet) vertalen:
De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) is opgericht na de eerste bijeenkomst van staatshoofden van de EU en heeft sinds 2002 een autonome status als onafhankelijk orgaan gespecialiseerd in vraagstukken aangaande racisme en intolerantie. De taak van de ECRI is het terugdringen van racisme, xenofobie, antisemitisme en intolerantie op Europees niveau en vanuit het perspectief van het beschermen van mensenrechten. De acties van de ECRI betreffen alle noodzakelijke maatregelen die geweld, discriminatie en vooroordelen terugdringen, zoals die ondervonden worden door personen of groepen personen op grond van ras, kleur, taal, religie, nationaliteit, nationale of etnische origine, seksuele oriëntatie en gender-identiteit. De leden van de ECRI zijn benoemd op basis van hun grote kennis inzake het terugdringen van intolerantie. Zij dienen in deze zaken een hoge morele autoriteit en erkende expertise te bezitten. Zij zijn onafhankelijk en onpartijdig in het uitoefenen van hun mandaat, en zij ontvangen geen enkele instructie vanuit hun eigen overheid. De statutaire hoofdactiviteiten zijn: het monitoren van de EU-landen; algemene thema’s uitwerken; en relaties onderhouden met niet-gouvernementele mensenrechtenorganisaties.
We hebben dus van doen met onafhankelijke en deskundige commissieleden? Zou het?
Het rapport – dat jaarlijks wordt opgesteld – leest niet als een rapport dat door onafhankelijke en deskundige leden is opgesteld. Of laat ik het anders opschrijven: het blijkt dat de leden zich niets laten zeggen door dát deel van de EU dat bij links ook wel bekendstaat als ‘rechts-populistisch’. En de deskundigheid komt frappant sterk overeen met die van de linkse mens. Ofwel, linkse politici en linkse politiek betrokken mensen zullen maar wat blij zijn met de officiële ‘status van onafhankelijkheid en deskundigheid’, want wat er in het rapport zoal wordt gesteld zint hen absoluut ten zeerste. En zij zullen dus trots kunnen inbrengen dat hun eigen mening “óók wordt gedeeld door deze onafhankelijke en deskundige commissie”.
Dit artikel mag niet tè lang worden, want dan haakt menigeen ver voor het einde ervan af. Het rapport beslaat 27 bladzijden. Gaat het me lukken die pagina’s toch voldoende beknopt onder de aandacht te brengen?
‘Xenofobie‘, ‘xenofoob populisme‘ en ‘hate speech‘ zijn enkele van de termen die deze onafhankelijke deskundigen veel gebruiken, en wel op de volgende manier:
Xenophobic populism continues to make its mark on the contemporary political climate in Europe. It fuels an anti-immigrant rhetoric, which often results in racist hate speech, breaking taboos and inciting further expressions of hatred. (pag. 8)
Het is dus duidelijk hoe de ballen rollen, ofwel aan welke zijde deze onafhankelijke deskundigen staan. Ander voorbeeld:
The growing public anxiety about economic, geopolitical and technological changes is exploited by scapegoating migrants and minorities, including Roma and Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender and Intersex (LGBTI) persons. (pag. 8)
Idem wordt er gesproken over islamofobie, wat natúúrlijk een vooroordeel is. Dus niet gestoeld op rationele bedenkingen over de islam, maar een vorm van irrationele haat naar alle moslims toe, zo stellen onze onafhankelijke deskundigen van de ECRI.
Antisemitisme komt ook aan bod, waarbij opvalt dat antisemitisme van ‘islamisten’ wel wordt genoemd, maar niet zonder ook neo-nazi’s te noemen:
Jewish people in Europe continue to be confronted with antisemitic hatred, including violence. Extremist groups, especially Neo-Nazis and Islamists, pose particular threats to the safety of Jewish communities and their members across the continent. (pag. 11)
Tsja, stel je voor dat je alle schuld van antisemitisme bij alleen de islamisten, laat staan bij moslims, legt. Nee, de hand moet per se ook ‘in eigen boezem’, door te wijzen op neo-nazi’s (alle 20 die er te vinden zijn). Terwijl die groep marginaal en onveranderlijk is gebleven. De toename van het antisemitisme is ongeveer volledig op het conto van islam te schrijven. Uiteraard niet op álle moslims. Nee zeg, dat zou ik niet dúrven beweren.
Je moet eens weten hoeveel verschillende soorten moslims er wel niet zijn. Echt, net zoveel variatie is er binnen de islam als binnen het christendom. Zeggen ze. Wat ik dus niet echt geloof. Maar er zijn vast wel moslims die vriend van Israël zijn, toch? Of in elk geval best begrijpen dat joden behoefte hebben aan een eigen land na alles wat hen is overkomen, toch? Of anders wel vinden dat Hamas en Hezbollah een kwaadaardige uitleg van de islam propageren en slecht zijn voor de vrede in het Midden-Oosten, toch?
Ook nemen onze onafhankelijke deskundigen het op voor de ‘zwarte gemeenschappen‘ in ons continent. Nee, niet gekleurd of getint. Het zijn ‘zwarte gemeenschappen’, althans als ik ‘black communities’ zo mag vertalen. Het is altijd weer opvallend hoezeer mensen die zeggen niet te discrimineren er óóg voor hebben; zij zijn meesters in het categoriseren van mensen, zelfs in het zwart-wit categoriseren. Zo het hun uitkomt natuurlijk. Andere keren hameren ze erop dat er echt heel veel variëteit is, bijvoorbeeld variëteit waar het de interpretatie van de Koran betreft. Maar goed, met ‘zwart’ bedoelen ze de Europeanen met Afrikaanse wortels.
With the growing anti-immigrant sentiments persons of African descent who were born in Europe, or have lived here for a long period of time already, and are citizens of a member state,also face increasing resentment. (pag. 12)
En ik maar denken dat een fiks deel van de Europeanen niet boos is op Afrikanen die legaal Europa binnenkwamen, maar wel op hen die de oversteek illegaal maakten. Wat mij nogal rationeel lijkt en niet zomaar als ‘resentiment’, ofwel wrok, gezien mag worden. Maar ja, zij zijn de onafhankelijke deskundigen, dus wat zeur ik.
De commissie is blij dat de landen het nodige doen voor vluchtelingen, al moet er wel echt meer gaan gebeuren om die mensen aan werk te helpen. Wel jammer dan dat er in die paragraaf met geen woord gerept wordt over de velen die zich voordoen als vluchteling, maar dat helemaal niet zijn. En ook geen woord over het effect op de werkloosheid bij de autochtone Europeanen.
En dan de ‘homofobie‘, en nu ook nog eens de ‘transfobie‘. Zij zijn deskundig, dus die fobieën bestaan! Dus wanneer iemand bijvoorbeeld vindt dat een bepaalde gay scene wel erg ver gaat, dan is het een homofoob. Of als iemand vindt dat er slechts twee geslachten zijn (voor wie het niet wist: ‘jongetje’ en ‘meisje’) en dat je er maar het beste van moet proberen te maken als je je niet zo heel erg macho of juist lekker-wijf voelt, dan is ‘ie een transfoob. Snappie?
Er is ook een gedeelte over ‘intersectionaliteit‘, een begrip dat je eigenlijk alleen gebruikt ziet worden door linkse mensen als Sylvana Simons.
Intersectionality, and by extension intersectional discrimination, are important concepts in ECRI’s work. They help to pinpoint intertwined forms of inequality and show how individuals can face multiple threats of discrimination when their identities consist of overlapping categories such as “race”, ethnicity, gender, disability and other characteristics. (pag. 14)
Het gaat dan over degenen die dubbelop – of driedubbelop of vierdubbelop of twintigdubbelop – slachtoffer zijn, omdat ze tot meerdere gediscrimineerde groepen behoren. Benieuwd wie er tot géén van deze groepen behoort. Ze zeggen: de ‘supremacist white man’. Maar wacht eens, is dat niet degene die momenteel overal de schuld van krijgt? Dat lijkt me dan toch ook een vorm van haat.
Terzijde, er staat in het rapport ook een lijst van de leden. Nederland wordt er vertegenwoordigd door Jan JansenDomenica Ghidei Biidu. Tsja, ze is vanwege haar afkomst uiteraard heel onafhankelijk en deskundig. Het zij haar gegund. Ik zou niet dúrven protesteren, bang als ik ben dan voor racist en xenofoob te worden aangezien. Voor je het weet wordt je naam genoemd in hun aparte rapport over Nederland, zoals Yernaz Ramautarsing overkwam. Nou ja, toegegeven, zijn naam werd niet letterlijk prijsgegeven. Het bleef keurig bij ‘de nummer twee op de kandidatenlijst’ van de FVD in Amsterdam. Dat rapport (we zijn eens in de vijf jaar aan de beurt en het was alweer vijf jaar geleden) is het trouwens wel waard om nog apart te bespreken in een volgend artikel.
Maar voor nu is het mooi geweest.
Dit was een artikel van P. van Lenth. Zijn blogs zijn hier te vinden.