Dit is een artikel van P. van Lenth
Momenteel lees ik een boek van Sid Lukkassen. Het leest voor mij makkelijk weg omdat de stof voor mij zeer herkenbaar is. Er zijn aanknopingspunten te over. Eigen ervaringen en overdenkingen, geregeld verwoord in mijn eigen artikelen, maken het mij makkelijk de woorden uit het boek te duiden. Toch zijn er ook paragrafen in het boek die ik met goede wil lees. Zou ik dat niet doen, ofwel zou ik met kwade wil lezen, dan zou ik na een aantal keer mogelijk het boek dichtslaan en in de kast wegstoppen, ver weg van mijn favorieten.
Goede wil, het is een mindset, denk ik. Een mindset die erop gericht is wat je leest, hoort en ervaart positief uit te leggen. Het is een houding die je in feite alleen nodig hebt als iets op meer dan één wijze uitgelegd kan worden. Een overduidelijke woordkeuze (ik beperk me voor nu even tot het geschreven woord) van een auteur zorgt ervoor dat een goede wil bij het uitleggen niet nodig is. Dus daar waar een goede wil wèl aangesproken wordt, is sprake van een onduidelijke woordkeuze. Duidelijk?
Van wetenschappers – waaronder filosofen (de moeder van de wetenschap, toch?) – mag worden verwacht dat ze hun schrijfsels hebben ontdaan van alle onduidelijkheid. Maar mag dat ook worden verwacht van manifesten en politieke beginselprogramma’s? Ja, zullen velen zeggen. Toch is menig manifest en beginselprogramma evengoed vergeven van de plekken waar goede wil nodig is. Waarschijnlijk heeft dat te maken met opstellers voor wie bepaalde woordkeuze volkomen vanzelfsprekend en overduidelijk is; zij kunnen zich niet inleven in degenen die de woorden vaag of zelfs kwalijk vinden. Het kan ook zijn dat het de opstellers een biet zal zijn hoe hun tegenstanders zullen oordelen; zij willen voor nu vooral preken voor eigen parochie.
Er is wel een groot probleem met passages die een goede wil vereisen: tegenstanders lezen ze met kwade wil en proberen je dood te gooien in discussies met hun kwade uitleg. Het leidt tot ongemakkelijke gesprekken en veelal betreft het slechts kleine problematiek aan de randen. Het kernprobleem komt dan helemaal niet meer ter sprake.
Een totaal willekeurig voorbeeld van een totaal willekeurige pagina uit het boek (“”Kerkgangers en zuilenbouwers”), uit een dialoog:
“Het linkse fascisme begint me steeds meer te storen. Nu krijg ik zelfs al negatief commentaar wanneer ik een post van jou like….”
Ik lees het met goede wil. Ik meen te weten waaraan de gesprekspartner refereert met de term ‘linkse fascisme’. Het is niet zo dat hij linkse mensen echte fascisten vindt. Hij zoekt naar woorden die iets van uitdrukking geven aan zijn gevoel dat bepaalde linkse mensen hem proberen uit te stoten omdat hij een andere mening dan de hunne heeft. Maar iemand met kwade wil zal denken hier te maken te hebben met een ultrarechtse galspuwer.
In dezelfde dialoog, op de vraag hoe zijn vrienden zijn:
“De achtergrond is zeer divers … Ze hebben allen gemeen dat ze een linkse opvoeding ondergingen met een moeder die de broek aan heeft en feministische trekjes heeft.”
Nou nou, denkt dan degene die met kwade wil leest. Hier komt de ware aard van deze persoon bovendrijven: een anti-feminist. En heel misschien is die persoon dat ook wel. Toch blijkt uit zijn latere woorden dat hij niet zozeer anti-feminist is, maar vindt dat sommige verworvenheden van het feminisme zijn doorgeslagen. Wie met goede wil bovenstaande woorden las, wist (of hoopte) dat zulke genuanceerdheid bij doorlezen zou blijken.
Met goede wil lezen betekent dat je met je uiteindelijke oordeel nog een tijdje wacht, bijvoorbeeld tot nà uitlezen en verwerken van het boek. En ook dat je randopmerkingen niet groter maakt dan ze zijn. In elk boek of manifest is wel een kritiekpunt te vinden dat aangevallen kan worden.
Met kwade wil lezen betekent dat je al heel snel besluit het boek te gaan afkraken. Daarin onderscheidt het zich van kritisch lezen. De kritische lezer zal zich willen focussen op de kern, niet op randopmerkingen. In feite kan een auteur meer leren van een kritische lezer dan van een lezer die van goede wil is, zelfs als die kritische lezer uit een ander kamp komt. Van kritiek leren is niet idem aan het overnemen van alle kritiek. Het effect kan ook beperkt blijven tot bijstellen van woorden of zelfs bijstellen van de richting (in tegenstelling tot compleet omgooien van die richting). Er niets mee doen is natuurlijk ook een mogelijkheid. Soms is de kritische lezer uit het kamp dat juist door de auteur zelf wordt bekritiseerd. Dan is een kritiek mogelijk niet veel meer dan een poging het eigen kamp te verdedigen.
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.