Afgelopen dinsdag werd de vertaling van het boek Rage Against God (origineel: Opstand Tegen God) gepresenteerd. Locatie: een voormalige synagoge, omgetoverd tot kerk voor opwekkingsdiensten en andere buurthuiziaanse gezelligheid in Gouda. De auteur: Peter Hitchens. Ja, de broer van.

Hitchens schreef het boek naar eigen zeggen als reactie op het toentertijd recente werk van zijn broer Christopher, die zich als bijzonder uitgesproken anti-theïst profileerde met het boek God is not great: how religion poisons everything. Peter stoorde zich aan de “vernietigingsdrang” van zijn broer. Na een korte inleiding van uitgever Tom Zwitser lichtte hij zijn boek toe (inmiddels acht jaar geleden verschenen). Hij reflecteerde op de hoofdstellingen die hij erin poneert, op waarom hij het schreef en waarom hij denkt dat het boek nu nog relevant is.

Identitair vacuüm sinds de val van het communisme
Het ging opmerkelijk weinig over God − het ging meer over het verdwijnen van religieus bewustzijn in het Westen, en de negatieve gevolgen daarvan: eerst zichtbaar in het maakbaarheidsutopisme van de communisten, socialisten en fascisten, en daarna in het spiritueel morsdode, globaal-liberale kapitalisme.

Door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ontstond volgens Hitchens een spiritueel vacuüm in het Westen. Het was niet langer duidelijk aan de hand van de grote vijand, wie wij zelf waren. Ontkerkelijking en kapitalisme zorgen er sindsdien, in afwezigheid van een duidelijke, helder en welonderscheiden Ander (het communisme) voor dat we niet meer weten wie we zijn. Gemis van God en religie is daarin volgens hem goed te merken.

Jesper Jansen stelde hem er een vraag over. Wat zou mensen van zijn leeftijd de waarde van religie en de kerk opnieuw kunnen doen inzien? Daarop volgde een niet-eenduidig antwoord, gezien de heer Hitchens op Jespers leeftijd niet kerkelijk was en inmiddels in de zestig verkeert. Daarna wees Jesper op het drumstel dat naast het spreekgestoelte stond. Was dat niet de bron van de gestage afname van respect en waardering voor het christendom in het Westen? Die truttige pogingen om ‘down with the kids’ te zijn? Die slappe, onzekere appeasement-houding tegenover de doelgroep − de totale vrijblijvendheid ervan?

Als de opwekkingsliederen nog wat ballen hadden, zoals een dienst in een zwarte pinktstergemeente, dan zat er misschien nog wat in. Maar die pijnlijk blanke, houterige pogingen tot hip doen wekken waarschijnlijk vooral minachting en walging op bij jonge mensen. Kijkend naar groepen waar jonge mensen bijgaan, zien we een duidelijke grote gemene deler: structuur, regels, vertrouwen in de eigen organisatie en identiteit. Niet zomaar met modegrillen meedoen in de hoop geaccepteerd te worden.

Precies hierom zijn moskeeën wel succesvol: ze doen geen krampachtige pogingen om geaccepteerd te worden door de jeugd. Het is het verschil tussen de onzekere, bange leraar Nederlands die steeds aardig gevonden wil worden waarvoor de leerlingen niets dan minachting voelen. Het is de strenge maar rechtvaardige leraar Duits, die zelfvertrouwen heeft en om zijn leerlingen geeft − juist door streng te zijn als dat nodig is, die respect afdwingt en ontzag inboezemt. Die een voorbeeld laat zien dat mensen willen naleven.

Kerk en christendom dienen kortom wat zelfvertrouwen te herwinnen en een stel kloten te kweken. Ze kunnen een positieve, Westerse en humanistische boodschap uitdragen die een krachtige, gezonde identiteit bestendigt, zowel nationaal als persoonlijk. Laat ze zich daarnaar gedragen. Wat De Nieuwe Kerk betreft: we’ll lead by example.

Augustinus
De spirituele basis van het liberale Nederland en het Westen in het algemeen, is in- en in-christelijk. Om dat te affirmeren hoeven we niet naar stoffige, oninspirerende baptistendiensten, of vreugdeloze Nederlands-hervormde zwartekousenkerken. Maar een erkenning van de christelijke wortels van onze succesvolle, vrije liberale orde zou verstandig zijn. En misschien af en toe een kerk bezoeken. Het is ten slotte ook een beetje onze cultuur. Als filosoof ben ik het bijvoorbeeld lang niet eens met Augustinus, maar ik ken zijn redeneringen en ben me bewust van de canonieke invloed die hij heeft gehad. Ik slijp mijn denken scherp op zijn redenaties en dit kan alleen maar omdat er überhaupt een canon is, een culturele voedingsbodem bijeengehouden door traditie en continuïteit. Cultuur moet levend worden gehouden. Als de kerken ook een beetje willen meewerken.

Drumstellen horen niet thuis in moskeeën − dat hebben de imams en moellahs goed gezien.

Wij bouwen hier een nieuwe kerk, misschien moeten we eens stilstaan bij waarom we het zo noemen en wat dat impliceert.

Een opname van de avond zal binnenkort op YouTube verschijnen, zie de kanalen van De Blauwe Tijger:
https://www.youtube.com/channel/UCLItzw2jh6gjc6Q7xG3VxHw/featured
https://www.youtube.com/channel/UCuwWXfh9Dk5OD6sdzSOcYiQ/videos

De boeken van De Blauwe Tijger (waaronder ook Sid Lukkassens Levenslust & Doodsdrift) zijn hier te bestellen:
https://www.deblauwetijger.com

Steun de Nieuwe Zuil via BackMe, en blijf bijdragen zoals deze mogelijk maken! De Nieuwe Zuil is een platform voor iedereen die realisme wil verspreiden!

Delen via


Discussieer mee!

Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.

Om te reageren dien je eerst aan te melden.

Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.

Login hier in met je gebruikersnaam en het wachtwoord dat je per e-mail ontvangen hebt.

Maak hier een gebruikersnaam aan. Na verzenden ontvang je een e-mail met je wachtwoord waarna je meteen kunt inloggen en reageren.

Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld
Nieuwe gebruiker
*Verplicht veld