Door Maurits v. Falkenreck
De behoefte aan waarheidsvinding en rationeel beleid (beleid gebaseerd op consequenties i.p.v. intenties) – wat men onder ‘rechts populisme’ schaart – komt op wanneer vrijheid van meningsvorming onder druk komt te staan.
De Nieuwe Zuil (DNZ) trekt mensen aan omdat, wij via onze publicaties en met behulp van experts tijdens bijeenkomsten vraagstukken van deze tijd objectiveren en de overtuiging die ten grondslag ligt aan een uitgangspunt en model bespreken om zo tot een goed vergelijk te komen en daarover de discussie aan te gaan.
Kortom: deze benadering wijkt af van het platonisme-model van onze tijd, wat betekent dat discussies direct starten vanuit een uitgangspunt dat niet ter discussie mag staan en dat krampachtig door media, onderwijs en gevestigde politiek wordt gepropageerd.
Om een voorbeeld te geven van deze modelredenering van Hans Albert: wat ziet u als u een plaatje ziet van Zwarte Piet? U zal via de Main Stream Media (MSM) en via het onderwijs verteld worden wat u moet zien en dat is: racisme. U wordt binnen dit frame getrokken en als u daarbuiten wilt blijven krijgt u straf en wordt u gelabeled als racist, fascist of erger. Dit is het platonisme-model.
Er wordt niet gesproken over de overtuiging die ten grondslag ligt aan dit uitgangspunt. Met andere woorden: er wordt niet ter discussie gesteld of dit frame wel juist is. Er wordt gewoon direct overgegaan tot het herkleuren van Zwarte Piet en de MSM zet die mensen aan tafel in de talkshows die dit frame willen bekrachtigen.
Iemand als ik, met een gekleurde dochter die dit frame niet herkent, wordt bewust buiten beeld gehouden.
Binnen DNZ objectiveren we juist wel en worden allerlei vraagstukken behandeld. Financieel economische vraagstukken door mensen als Sander Boon en Arno Wellens, innovatie- en technologie-vraagstukken door o.a. Frans van der Reep (een echte visionair die vreemd genoeg alleen in het buitenland ontdekt is) en ikzelf, vraagstukken ten aanzien van cultuur, identiteit en onderwijs door Sid Lukkassen.
De analyse onder mijn stelling dat er een steeds grotere behoefte is aan waarheidsvinding is als volgt:
Als burgers hopen wij via verkiezingen en onze keuze voor politieke partijen en programma’s invloed te hebben op de koers van het land. Vrije meningsvorming is in dit proces van cruciaal belang. Mijn stelling is dat door het huidige politieke ecosysteem vrije meningsvorming in het gedrang komt en daarmee ook vrijheid van meningsuiting.
Onder het ‘politiek ecosysteem’ versta ik de pijlers die de boodschap van de utopie van de maakbare samenleving uitdragen of beschermen. Deze pijlers zijn:
Deze pijlers houden het platonisme-model in stand.
De MSM schotelt deugdynamiek voor en geen diversiteit aan opvattingen en meningen, waardoor burgers een gekleurd en eenzijdig beeld ontwikkelen. Wanneer je enkel één opvatting of uitgangspunt en de uitwerking daarvan mag bespreken, dan is het de facto een ideologisch gedreven discussie. Deze tijd vraagt er dus om impliciete ideologie expliciet te maken. Beter gezegd: welke overtuiging zit er nu daadwerkelijk achter een opvatting of uitgangspunt?
In deze tijd kun je bijvoorbeeld niet zeggen, zelfs als je de feiten hebt om het te onderbouwen: “mijn opvatting is dat meer vrouwen in ‘de top’ en in het management niet leidt tot betere ondernemingen”. Wie deze opvatting uitspreekt is direct een seksist. Kortom, je wordt gelabeled en het deugschild wordt geactiveerd.
Een recent voorbeeld van deugen die de waarheidsvinding – om te checken of het voorgeschotelde frame klopt – ondermijnt is het blokkeren van Dr. Jan van de Beek op Twitter, vanwege het delen van onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat ons immigratiebeleid de afbraak van de verzorgingsstaat bevordert.
Een ander voorbeeld is Pieter Omtzigt, die door ambtenaren tegengewerkt wordt in het verzamelen van data, documenten en modellen t.b.v. de klimaatdiscussie in de Kamer.
Het onderwijs bestaat voornamelijk uit links georiënteerde docenten (om en nabij de 80% volgens onderzoek van het AOb) waarvan velen het nodig vinden hun persoonlijke mening te verweven met het lesmateriaal. Voorbeelden hiervan zijn de frames op politiek leiders als Wilders, Trump en Baudet. Het gevolg hiervan is (linkse) indoctrinatie van studenten. Leerlingen en studenten worden niet geconfronteerd met een diversiteit aan meningen en hen wordt niet geleerd hun eigen kritische denkprocessen te trainen en ontwikkelen. In plaats daarvan wordt ze in het merendeel van de gevallen geleerd het deugdenken te omarmen en niet al te kritisch te zijn naar de linkse dogma’s die horen bij het concept/ideaal van de maakbare samenleving.
Dogma’s als: de multiculturele samenleving is goed, open grenzen zijn goed, soevereiniteitsafdracht aan Brussel is goed en
wat dies meer zij. De doctrinebescherming wordt ook onderschreven door het onderzoek van Pieter Duisenberg waarin naar voren komt dat het opinieklimaat op de universiteiten heel eenzijdig is. De recente verhitte reactie vanuit de academie op het meldpunt indoctrinatie in het onderwijs van FvD is ook een teken aan de wand. Voelden de academici zich misschien een beetje betrapt? Er wordt nog steeds gesproken over een meldpunt voor ‘linkse indoctrinatie’ – terwijl het woord ‘links’ niet genoemd wordt.
Gevestigde politieke partijen ontkennen de zorgen van burgers daar waar het niet past binnen de partij-ideologie en politieke agenda – of praten daar handig omheen met lege verkiezingsbeloftes. Voorbeelden zijn de zorgen t.a.v. immigratie en integratie/assimilatie, soevereiniteitsafdracht aan Brussel en afbraak van de verzorgingsstaat (o.a. de afnemende kwaliteit van onderwijs en zorg).
Wat vrijheid van meningsuiting betreft geldt de volgende situatie:
De MSM labelt mensen met een mening die afwijkt van de linkse deugdogma’s direct als racist, facist of erger. Dogma’s als: “de
multiculturele samenleving is goed!”, open grenzen voor economische vluchtelingen, equality of outcome (vergezeld door de onvermijdelijke roep om quota) en tot slot het idee dat de samenleving zonder deugdelijke oplossingen en zonder gedegen financiële onderbouwing at any cost moet investeren in het klimaatakkoord – om maar een paar voorbeelden te noemen.
Het onderwijs doet niet veel anders dan de MSM. Leerlingen met een afwijkende mening worden terecht gewezen. Door ze beschuldigend aan te spreken op kritisch rationeel realistisch denken, wordt hen aangeleerd hun afwijkende mening voor zich te houden onder het mom van: know what to say and don’t say what you think.
Concreet betekent dit dat door de toenemende fragmentatie van politieke partijen – door het ontbreken van een significante
kiesdrempel – het zelfreinigend vermogen van ons politieke systeem langzaam maar zeker verdwijnt. Nieuwe partijen blijken niet in staat de gevestigde partijen van de troon te stoten. Coalities worden – door de toenemende fragmentatie en de macht van lobbyisten en topambtenaren en/of door het vormen van een cordon sanitaire – keer op keer gedicteerd door de gevestigde, oudere politieke partijen die het dogma van de multiculturele, multi-religieuze en globalistische samenleving blijven uitdragen in hun overheidsbeleid.
Het concept van de maakbare samenleving is uitgebreid met nieuwe dogmatische thema’s zoals de invulling van ‘het Klimaatakkoord’ en equality of outcome op basis van quota om specifieke groepen positief te discrimineren in het economisch maatschappelijk domein – en daardoor andere groepen onvermijdelijk te hinderen.
Systeembescherming ziet ook toe op de perceptie bij het gros van de bevolking dat de overheid (ondersteund door instanties als het CBS, CPB en het KNMI) goed voor ze zorgt. Dit beeld wordt versterkt door de MSM. De gemiddelde burger denkt dat onze overheid een goed werkend systeem van onderwijs, zorg, veiligheid, sociale zekerheid, werk en infrastructuur heeft opgezet – en nog belangrijker: dat zij de kwaliteit daarvan goed bewaakt en verbetert. Dit idee is raakt met de dag verder en verder van de realiteit verwijderd.
Vanaf de jaren ’90 is de overheid begonnen met het afstoten van de sociale bescherming naar de private sector – met als toegift het afschaffen van het ziekenfonds in 2006. De werkelijkheid is dat de overheid de verzorgingsstaat met rasse schreden afbouwt/-breekt en middels het marketingconcept van de ‘participatiemaatschappij’ dit probeert te verbloemen.
Ook werkt het idee dat je afhankelijk bent van de verzorgingsstaat door in je behoefte om kritiek te hebben op dit systeem. Immers: “one should never bite the hand that feeds.” Dit geldt primair voor mensen die werken voor de overheid, leverancier zijn van de overheid of afhankelijk zijn van de uitkeringen en toeslagen van de overheid.
Dit politiek ecosysteem zorgt voor een “non-level” playing field waardoor een realistisch geluid niet meer breed uitgedragen wordt en waardoor Nederlanders die hun baan en carrière lief zijn, zich gedwongen voelen zich te conformeren aan de opinie van gevestigde politieke partijen en de bestuurlijke elite.
Door een nieuw concept als “haatzaaien” worden de fundamentele rechten van de mens, zoals ze in 1948 zijn vastgelegd, direct aangetast. Daarin staat duidelijk dat vrijheid van meningsuiting een universeel recht is welke universeel beschermd dient te worden.
Door het zojuist genoemde politiek ecosysteem – dat vrije meningsvorming en vrije meningsuiting belemmert – word je als burger ook belemmerd wanneer je, naast inhoudelijk discussiëren, aan een oplossing wilt bouwen. Om maar een voorbeeld te noemen: wanneer je als innovator je in wilt zetten voor een doorontwikkeling van kernenergie, zal het heel lastig zijn funding
vanuit de overheid te krijgen en expertise te vinden binnen de universiteiten.
Het klimaat-narratief is namelijk gestoeld op oplossingen als wind- en zonne-energie – met hier en daar een maverick die het heeft over waterstof als alternatief voor aardgas. Daar is dus geld voor en dus worden die studies gestimuleerd.
Mijn visie in 2011 was dat nieuwe politieke partijen hun eigen ecosysteem zouden gaan opzetten om zo op te boksen tegen de
systeembescherming, mediabescherming en doctrinebescherming van de gevestigde elite. Dit proces is nu gaande; zie o.a. het meldpunt voor indoctrinatie van FvD en haar sterk ontwikkelde social media-kanalen.
Een eigen politiek ecosysteem stelt nieuwe politieke partijen in staat hun boodschap direct en één op één te verspreiden, zonder gedemoniseerd te worden. Berlusconi was een pionier op dit vlak en had dientengevolge zijn eigen mediabedrijf, zijn eigen politieke partij en was geliefd bij groot deel van de bevolking. Berlusconi heeft echter zijn hand in de politieke arena overspeeld nadat hij zijn ecosysteem had vormgegeven en verloor daarmee het draagvlak bij datzelfde deel van de bevolking.
Een vergelijking met de IT-wereld: systeemveranderingen worden hier gerealiseerd door eerst een nieuw systeem vorm te geven, om dit vervolgens parallel te laten draaien aan het oude systeem, totdat alle fouten en onvolkomenheden verwijderd zijn. Vervolgens wordt in een geruisloze en snelle beweging de transitie vormgegeven.
Het uitschakelen van het oude politieke systeem kan grofweg over twee geweldloze assen: geen publiek bereik meer en politiek geen budget meer.
Geen publiek bereik:
Concreet: wanneer de draagvlak-creërende pilaren (o.a. politiek stelsel/systeem, publieke onderwijsinstellingen, publiek gefinancierd mediabestel) voor de gevestigde orde (de politiek en grote bepalende bedrijven) wegvallen of met een concurrerend ecosysteem te maken krijgen, raakt hun voortbestaan in gevaar.
Politiek geen budget:
Wanneer het maatschappelijk draagvlak verdwijnt om belasting en premies af te dragen en daar vervolgens massaal en simultaan naar gehandeld wordt door de burgers, is het bestaande politieke systeem failliet.
De transactionele binding tussen overheid en burgers is al decennia aan het eroderen. De overheid kan door een ontwerpfout in het financiële systeem heel gemakkelijk veel geld lenen van banken om zo haar politieke agenda en die van het elitekartel financieel te realiseren. De ontwerpfout ligt in het feit dat banken staatsleningen als tegenwaarde van uitstaande leningen op de balans mogen opvoeren en daarmee zijn leningen aan de overheid dus een onderdeel geworden van de solvabiliteit
van deze banken.
Wanneer dit voorschot op de toekomst tot een financiële crisis leidt, zoals in 2007/2008 in de kredietcrisis, dan wordt de burger door de overheid gewoon gezien als onderpand voor haar risicovolle financieringsmodel. Concreet betekent dit dat de overheid de belastingen verhoogt en de burger laat bloeden voor hun ondoordachte handelen.
De eerste variant – geen publiek bereik meer – zien we in een milde vorm gestalte krijgen, waarbij geldt dat onderwijs en media makkelijker naar de hand te zetten zijn door nieuwe politieke partijen dan het inderdaad ontmantelen en opnieuw vormgeven van een totaal nieuw politiek systeem.
Om dit laatste in gang te zetten zal de Sociaal Liberale Zuil, die nu goed is voor 103 zetels, verslagen dienen te worden door de partijen van de Nieuwe Zuil – FvD en PVV, die nu samen goed zijn voor 36 zetels.
Dit betekent dat op korte en middellange termijn problemen ten aanzien van de verzorgingsstaat nog steeds niet opgelost zullen worden. Ook zal het proces van verdere soevereiniteitafdracht aan Brussel moeilijk te keren zijn. Het melden van problemen daarentegen zal via eigen mediakanalen (Twitter, Facebook, etc.) nu wel ongefilterd de burger bereiken. Zelfs in een politiek systeem als dat van de VS, waar de president aanzienlijke macht heeft, lijkt het verschijnsel van de deep state te
bestaan waardoor ook deze man waarschijnlijk weinig structurele veranderingen zal kunnen doorvoeren. Met ‘deep state‘ bedoel ik een FBI die zich tegen Trump heeft gekeerd, MSM die dag in dag uit bezig zijn met het karaktermoord op Trump en krachten binnen de Republikeinse Partij die hebben geprobeerd om Trump te ondermijnen.
Dit geldt ook voor de goede bedoelingen van FvD, die in een meerpartijenstelsel als in Nederland zeer waarschijnlijk zal verdrinken in het poldermodel. Het is dus zaak voor FvD en PVV om een eigen zuil te bouwen met een eigen politiek ecosysteem als tegenwicht voor de machtige Sociaal Liberale Zuil. Wanneer dit lukt hebben FvD en PVV een aanzienlijke kans substantieel politieke invloed uit te oefenen.
Deze ‘nieuwe zuil’ moet als hoofdbeginsel hebben een systeem – of beter gezegd een politiek ecosysteem – dat wél vrijheid van meningsvorming faciliteert en daarmee een einde maakt aan het platonisme-model, met als gevolg een werkelijke vrijheid van meningsuiting o.b.v. de fundamentele mensenrechten zoals deze in 1948 zijn vastgelegd.
Een politiek ecosysteem dat wel vrijheid van meningsvorming faciliteert is dus een ecosysteem met in het hart van het systeem niet slechts één model, maar meerdere modellen voor een goed functionerende samenleving o.b.v. blijvend objectiveren in plaats van het idealiseren van een sociaal construct op basis van platonisme-model.
Maurits v. Falkenreck beschrijft en illustreert de dynamiek van het huidige politieke ecosysteem welke gedicteerd wordt door de gevestigde sociaal liberale bestuurlijke en politieke elite. Zijn systeemanalyse verklaart tevens de politiek van het verleden en voorspelt de politiek van de toekomst.
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.