Dit is weer een bijdrage van Armand Sağ
Binnen Jeugdzorg zijn er twee aanpakken: UHP en OTS wat respectievelijk staat voor een ‘uithuisplaatsing’ en een ‘ondertoezichtstelling’. Eerstgenoemde heeft in 100% van de gevallen[1] geen effect terwijl laatstgenoemde 72% van de gevallen laat verergeren.[2] Hoe kan het nu dat Jeugdzorg in Nederland het zo slecht doet in vergelijking tot andere landen? Dit heeft twee grote oorzaken waarvan we de eerste, moederverering[3] en ontvadering[4], al uitgebreid hebben besproken.
Door deze vertroebeling staat Nederland al jaren onderaan de internationale kinderrechtenlijst die nota bene door de Erasmus Universiteit in Rotterdam wordt gemaakt.[5] Het weerwoord van Nederland bij monde van staatssecretaris Van Rijn was dan ook beschamend: “Landen als Thailand en Tunesië staan daarin boven Nederland, terwijl bijvoorbeeld de kans op kinderarbeid in die landen groot is.” In weer andere berichtgeving werd de complete lijst “dubieus” genoemd.[6]
Het geeft het onvermogen van Nederland om zelfkritisch te kijken naar het beleid rondom Jeugdzorg, goed weer. Nog steeds denken we dat een kind dat zonder vader opgroeit, er toch nog beter voor staat dan een kind dat kinderarbeid moet verrichten. Nu zijn deze twee zaken niet te vergelijken maar het is schokkend dat dit nu als argument wordt gebruikt door Van Rijn om de kritiek te pareren. De jarenlange feministische lobby heeft zodanig goed gewerkt dat wanneer een kind zonder vader opgroeit, dit gebagatelliseerd wordt.
Dit zien we ook in de interpretatie van de wet ‘Gelijkwaardig Ouderschap’ uit 2009 wat nu in essentie een dode letter is geworden door de officiële interpretatie dat gelijkwaardig niet evenredig betekent: “Juridisch gezien betekent gelijkwaardig ouderschap niet dat de ouders verplicht zijn tot een gelijke (50%-50%) verdeling van de tijd die het kind bij elke ouder doorbrengt.”[7]
Nu komen we dan op de tweede reden dat dit in Nederland zo geïnterpreteerd wordt. Het gedachtegoed van ontvadering en moederverering wordt verder gevoed door een verkeerd beleid wat zich baseert op zogenaamde ‘perverse prikkels’.[8] Directeur van Publieke Gezondheid, Paul van der Velpen, beaamt dat “de marktwerking instellingen stimuleert om lichte gevallen te zoeken en te helpen, en zo volume te maken en zware gevallen door te schuiven naar anderen.”[9]
Waar komt dit vandaan? Na de decentralisatie (en de eerdere privatisering) van Jeugdzorg, is het zo dat gemeenten offertes opvragen van verschillende jeugdzorgorganisaties en er dan één kiezen omdat elke gemeente er minstens één moet hebben. Hiermee zijn de meeste instellingen commerciële bedrijven geworden die tot wel €50.000,- krijgen voor een kind dat uithuis geplaatst wordt.[10] In mijn geval is eerst elk contact tussen mij en mijn dochtertje onmogelijk gemaakt door Jeugdzorg, waardoor ze de OTS (ondertoezichtstelling) elk jaar opnieuw konden verlengen voor één jaar, om nu te praten over een uithuisplaatsing van mijn dochtertje naar een ander gezin. De vader wordt niet eens als optie gezien. Het gaat niet goed met mijn dochtertje bij mijn ex en je zou dan logischerwijs denken dat ik – als vader – dan mijn dochtertje zou krijgen, maar niks is minder waar.
Nu moet men wel streng onderscheid maken tussen twee groepen. Ten eerste benadruk ik dat ik echt wel denk dat de meeste jeugdzorgwerkers het werk hebben gekozen uit idealistische beweegredenen om het kind daadwerkelijk te helpen. Echter, door de relatief lage eisen en profielvoorwaarden is het mogelijk om zonder enige vooropleiding een jeugdzorgmedewerker te worden. Zo kan een casemanager in Noord-Brabant een hoge functie krijgen, terwijl haar LinkedIn stelt dat ze een vooropleiding ‘hondentraining’ heeft. Dit zou kunnen verklaren waarom ze niet weet hoe om te gaan met verstoten vaders en eruit floept tegen een vader die kritiek uit op Jeugdzorg dat “jouw soort mensen therapie moet volgen”. Hiervoor is ze door SKJ (het koepelorgaan voor Jeugdzorgmedewerkers) schuldig verklaard aan wangedrag.[11] De clustermanager in Rotterdam, tevens fractievoorzitster van CDA in de Gemeenteraad Rotterdam, heeft zelfs helemaal geen SKJ-registratie terwijl dit verplicht is voor jeugdbeschermers.[12]
Juist door deze laaggeschooldheid, zijn ze makkelijk te beïnvloeden met theorieën over moederverering en ontvadering. Hetzelfde geldt voor politici en de maatschappij als geheel. De hele samenleving kan zich vinden in het concept dat moeders belangrijker zijn dan vaders. Zelfs als wetenschappers zoals Michael E. Lamb al decennialang roepen dat het niet zo is: “With the exception of lactation, there is no evidence that women are biologically disposed to better parent than men are. Social conventions, not biological imperatives, underlie the traditional division of parental responsibilities.”[13] Lamb wordt zelfs gezien als één van de meest prominente onderzoekers op dit gebied.[14] Hoe kan het dan dat dit in Jeugdzorg Nederland niet gezien wordt?
Naast de onderliggende ideologieën van moederverering en ontvadering, zijn er jeugdzorgorganisaties en –bestuurders die te maken hebben met financiële winstmodellen en perverse prikkels. Het zijn deze mensen die het huidige systeem voeden om zo hun financiële honger te stillen. Een OTS zorgt voor ongeveer €8.000,- per kind per jaar, terwijl de bedragen alleen maar oplopen afhankelijk van de situatie.[15] Zo krijgt Jeugdzorg meer subsidie voor allochtone kinderen, ongeveer €21.000,- per kind per jaar, wat zou verklaren waarom Jeugdzorg mijn dochtertje al vier jaar achter elkaar een OTS oplegt in plaats van de omgangsregeling na te leven.[16] In mijn geval heeft de jeugdzorgorganisatie in kwestie dus al ruim €84.000,- aan mij verdiend zonder ook maar een stap dichter bij de oplossing te komen.
Als we bedenken dat 72% van de OTS-maatregelen na twee jaar onsuccesvol zijn te noemen, dan zien we dat er aan de top sprake is van het trekken aan een dood paard, uitsluitend omwille van de financiële prikkels die ermee gemoeid gaan.[17] Het wordt nog erger als we kijken naar UHP, wat kan oplopen van €50.000,- tot een subsidie van €106.834,- per kind per jaar terwijl een UHP (Uithuisplaatsing) een succespercentage van 0% heeft: 100% van de kinderen die een UHP-maatregel opgelegd worden scoren later slechter op het gebied van werkloosheid, opleidingsniveau, arbeidsongeschiktheid, en veilige hechting ten opzichte van kinderen die thuis mochten blijven maar dan intensieve ondersteuning kregen.[18] Het verklaart waarom Jeugdzorg in mijn geval ook naar een UHP toe wil.
——————–
Armand Sağ is een maatschappij-historicus met een specialisatie in de geschiedenis van het biologisch-evolutionair vaderschap en de contemporaine positie ervan in onze hedendaagse samenleving.
Lees hier deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6, deel 7 en deel 8
——————–
[1] Ursula Gresser & Anna Prins (2015), Macht Kontaktabbruch zu den leiblichen Eltern Kinder krank? Eine Analyse wissenschaftlicher Literatur, in: Neue Zeitschrift für Familienrecht (NZFam), Volume: 21 (6 november 2015), Issue: 2, pp. 989-995.
[2] Wim Slot, Arne Theunissen, Frans Joris Esmeijer & Yvonne Duivenvoorden (2001), 909 zorgen: Een onderzoek naar de doelmatigheid van de ondertoezichtstelling (Vrije Universiteit Amsterdam, november 2001), online beschikbaar via: https://wodc.nl/onderzoeksdatabase/99.139a-909-zorgen.aspx (laatst geverifieerd 14 juni 2020), p. 77.
[3] Marga Akkerman & Anne van Blijderveen (2020), ‘Kinderen worden als wraakmiddel ingezet’, op: 2doc.nl (24 maart 2020), online beschikbaar via: https://www.2doc.nl/nieuws/artikelen/artikelen/2020/verstoten-vaders.html (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[4] Frank Koerselman (2020), Ontvadering: Het einde van de vaderlijke autoriteit (Amsterdam, 2020).
[5] NOS (2017), Nederland verder gedaald op ranglijst kinderrechten, op: NOS.nl (15 mei 2017), online beschikbaar via: https://nos.nl/artikel/2173224-nederland-verder-gedaald-op-ranglijst-kinderrechten.html (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[6] De Volkskrant (2017), Nederland daalt op ‘dubieuze’ ranglijst kinderrechten: onder Thailand en Tunesie, in: De Volkskrant (15 mei 2017), online beschikbaar via: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nederland-daalt-op-dubieuze-ranglijst-kinderrechten-onder-thailand-en-tunesie~bb794194/ (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[7] Nederlands Jeugd Instituut (2020), Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming – Scheiding en problemen van jeugdigen, op: NJI.nl (17 maart 2020), p. 63.
[8] Erik Gerritsen (2012), Het einde van de perverse prikkels, in: BinnenlandsBestuur.nl (3 april 2012), online beschikbaar via: https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/opinie/columns/het-einde-van-de-perverse-prikkels.4871619.lynkx (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[9] Paul van der Velpen (2020), Op zoek naar een verklaring van groei jeugdzorgvolume, op: LinkedIn (7 juni 2020), online beschikbaar via DEZE LINK (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[10] NRC (2015), ‘Jeugdzorg kreeg 50.000 euro voor uithuisplaatsing’, in: NRC Handelsblad (1 augustus 2015), online beschikbaar via: https://www.nrc.nl/nieuws/2015/08/01/jeugdzorg-kreeg-50000-euro-voor-uithuisplaatsi-1519307-a1304290 (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[11] Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (2020), Zaaknummer: 19.439Ta (SKJ, 2020).
[12] Christen-Democratisch Appèl (2017), Rotterdam: Mensen, op: CDA.nl (26 oktober 2017), online beschikbaar via: https://www.cda.nl/zuid-holland/rotterdam/mensen/ (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[13] Michael E. Lamb (1997), Fathers and child development: An introductory overview and guide, in: The role of the father in child development, Volume: 3, Issue: 1, p. 120.
[14] Guðný Björk Eydal & Ingólfur V. Gíslason (2011), Parental leave, childcare and gender equality in the Nordic countries (Norden, 2011), p. 128.
[15] Sven Snijer (2016), Jeugdzorg: OTS is niet de oplossing, op: Stichting HOV (16 maart 2016), online beschikbaar via: https://www.herkenouderverstoting.nl/info-ouders/instanties/jeugdzorg/203-jeugdzorg-ots-is-niet-de-oplossing (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[16] Nico van den Ham (2016), Een volk dat voor tirannen zwicht, verliest meer dan lijf en goed, dan dooft het licht…, op: Blogspot.com (26 januari 2016), online beschikbaar via: https://nicovandenham2.blogspot.com/2016/01/een-volk-dat-voor-tirannen-zwicht.html (laatst geverifieerd op 14 juni 2020).
[17] Wim Slot, Arne Theunissen, Frans Joris Esmeijer & Yvonne Duivenvoorden (2001), 909 zorgen: Een onderzoek naar de doelmatigheid van de ondertoezichtstelling (Vrije Universiteit Amsterdam, november 2001), online beschikbaar via: https://wodc.nl/onderzoeksdatabase/99.139a-909-zorgen.aspx (laatst geverifieerd 14 juni 2020), p. 77.
[18] Ursula Gresser & Anna Prins (2015), Macht Kontaktabbruch zu den leiblichen Eltern Kinder krank? Eine Analyse wissenschaftlicher Literatur, in: Neue Zeitschrift für Familienrecht (NZFam), Volume: 21 (6 november 2015), Issue: 2, pp. 989-995.
——————–
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.