Een hardnekkig kennisprobleem onder geleerden, publicisten en belangstellenden, is het effect van religie als onderdeel van de totale structuur die een cultuur vormgeeft. Er zit nogal verschil tussen de dynamische invloed van de destijds bestaande cultuur op het ontstaan van een religie enerzijds, en – nadat de religie zich definitief gevestigd heeft – de ontwikkeling van de cultuur onder invloed van die religie. Naar mijn mening is de religieuze invloed van religie op de cultuur groot, te groot eigenlijk. Religieuze dogmatiek beperkt de vrijheid van denken en dus ook die van ontwikkeling.
Door: Ton Nijhof
Wanneer we het hebben over ‘structuren die een cultuur vormgeven’ dan leidt dat, niet ten onrechte, tot de gedachte dat daarmee het werk van David Pinto op tafel wordt gelegd: de ‘structurentheorie’. Dat is juist. In antwoord op één van mijn stellingen, namelijk dat de islam een cultuur overmatig beïnvloedt, schreef Pinto mij:
‘Je schrijft: “De belangrijkste vormgever van hun cultuur is de islam..” Hier wordt weer de denkfout herhaald dat islam de cultuur beïnvloedt. Nee, het is andersom: de daar toen heersende cultuur heeft de regels en voorschriften van islam beïnvloed. Ik heb het wel ’s zo uitgedrukt: religie is als een rivier. Die neemt de kleur aan van de grond waarop ze stroomt.’
Toch nog maar eens even kijken dan, want de piramide van Pinto is een model dat de behoeften-hiërarchie van de mens beschrijft op een meer universele manier dan bijvoorbeeld de piramide van Maslow en misschien heb ik het wel helemaal niet goed begrepen. De piramide van Pinto is in het bijzonder een model wat voortreffelijk van toepassing is op de niet-westerse mens: ‘the rest’. En dan hebben we het in het bijzonder over de premodernere streken, zoals Afrika, de Levant en het Arabisch schiereiland.
Gedurende het ontstaan van de islam, rond 620 A.D., is de toenmalige Arabische cultuur van invloed geweest op de vormgeving van de islam zoals wij die nu kennen. De pelgrimstocht naar Mekka bijvoorbeeld, één van de vijf ‘zuilen’ die de plichtspraktijk van deze religie/ideologie vormen, komt oorspronkelijk voort uit de Mekkaanse jaarmarkt zoals die vóór het ontstaan van de islam werd gevierd.[1] In februari 632 namelijk zou Mohammed met zijn legers zijn opgetrokken naar de stad, met de bedoeling die in te nemen en om ‘hare jaarfeesten voor het eerst zelf te besturen en naar de eischen van den nieuwen godsdienst te hervormen.’ Enerzijds is de bestaande cultuur dus van belang voor de nieuwe godsdienst, want het Mekkaanse jaarfeest intrigeert/ irriteert de stichter van de islam hevig. Hij zou het ook gelaten kunnen hebben voor wat het was; van een jaarlijkse kermis en van een volk dat aan het feesten is heb je doorgaans niet veel last. Maar, zoals verderop in het werk van Snouck Hurgronje zal blijken, de islam wil domineren, overheersen. De nieuwe godsdienst van Mohammed eiste volledige onderwerping: islām!
Van de oude, Arabische godsdiensten die vóór de islam kwamen, is eigenlijk weinig tot niets bekend. Wat er al vanuit het heidendom overbleef, had haar voortbestaan niet te danken aan enig soort van voorgaande wijdverbreide godsdienst of godenverering – dat hadden de Arabieren niet – maar aan hun grondige conservatisme. Voor de oorsprong van de Ka’ba bijvoorbeeld, het islamitische heiligdom in Mekka waar de hadj naartoe voert, zijn geen andere bronnen dan de namen van dit gebouw en de ceremoniën, die daarmee in verband staan. Prof. Dozy heeft in ‘Israëlieten te Mekka’[2] klip en klaar aangetoond, dat een zoektocht naar de verklaring van de namen in het Arabisch zinloos is en er slechts enige overeenkomsten van sommige van die woorden met de Hebreeuwse taal kunnen worden gevonden.
De oorspronkelijke cultuur, respectievelijk de structuren die daar vorm aan gaven, heeft dus inderdaad invloed gehad op de vormgeving van de islam: tot op de dag van vandaag leeft de oorspronkelijke Mekkaanse jaarmarkt namelijk nog voort, maar nu als één van de vijf zuilen van de islam. Maar we zien ook al dat onder aanvoering van de stichter van de islam – Mohammed – de nieuwe religie direct haar invloed doet gelden op de aanwezige cultuur; de culturele ontwikkelingen zullen voortaan mede bepaald worden door de islam.
In het Westen hebben we vergelijkbare ontwikkelingen gezien; tot de Verlichting was de christelijke (katholieke) leer stevig van invloed op de culturele ontwikkelingen. Economie, het recht, kunst: alles werd ondergeschikt gehouden aan de christelijke leer. Daarvan is tot op de dag van vandaag nog veel terug te vinden in zo op het oog alledaagse dingen. Iedere wet in Nederland bijvoorbeeld, wordt zo aangekondigd:
“Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: [wettekst]
De conclusie moet dan ook zijn dat Pinto gelijk heeft voor wat betreft de oorspronkelijke vormgeving van religie, die plaatsvindt onder zekere culturele condities. Die condities (de structuren eigenlijk) bestaan oorspronkelijk uit economie, sociale verhoudingen en de ontwikkelingen daarvan, geografische omstandigheden, primaire menselijke behoeften, kennisbereik en -ontwikkeling van de populatie, enzovoorts. Nadat een religie zich heeft gevestigd en levensvatbaar is gebleken, begint zij echter meteen haar invloed uit te oefenen, bij voorkeur door het beperken van de meningsvrijheid (!).
Mohammed kreeg de eerste berichten van Allah (via de aartsengel Gabriël) vermoedelijk in 610 te horen.[3] Wanneer we dat als de start van de nieuwe islamitische religie noteren, zit er dus slechts 22 jaar[4] tussen het moment van ontstaan en het moment dat de islam de cultuur dwingend vorm gaat geven. Volgens Koopmans[5] is voor veel islamieten in het westen de religie verreweg het belangrijkste om na te volgen, meer nog dan door mensen gemaakte wetten en afspraken. In veel moslimse gezinnen is de imam dan ook oppermachtig. Als Koopmans dat concludeert uit onderzoek in West-Europa, dan is de stelling wel te verdedigen dat het in islamitisch geregeerde gebieden niet minder is.
Het Mekkaansche feest is voor miljoenen moslims, als ze tenminste de gelegenheid zouden nemen er eens goed over na te denken, helemaal niet zo’n feest. Het christelijke feest in de Lage Landen ook niet. Follow the money, en je weet hoe het met religie zit.
Maar goed; daar kan Pinto helaas ook niets aan doen.
——————-
[1] Snouck Hurgronje: ‘Het Mekkaansche Feest’, Leiden, 1880. Pag. 1
[2] Dr. R. Dozy, ‘Israëlieten te Mekka, van Davids tijd tot in de vijfde eeuw onzer tijdrekening’, 1864, uitg. A.C. Kruseman Haarlem.
[3] soera 96:1-5, De Koran, J.H. Kramer, 13e druk, 1956, uitg. Agon, Amsterdam.
[4] 632, Mekka
[5] Koopmans, Ruud (2015): “Religious Fundamentalism and Hostility against Out-groups. A Comparison of Muslims and Christians in Western Europe”.
——————–
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.