De afgelopen dagen heeft de internationale politiek zich verbaasd over het hoge operationele tempo waarmee de Taliban het vertrek van de internationale coalitie en vooral de US component, heeft benut om het stuur in Afghanistan in handen te krijgen en voorbereidingen te treffen om het roer volledig om te gooien.
Door: Kol. b.d. Charlef Brantz
Binnen korte tijd zal het Westen opnieuw geconfronteerd worden met een streng islamitisch emiraat waar het dagelijkse leven gereguleerd en georganiseerd zal worden door Koran en Sharia. Afghanistan-veteranen vragen zich af hoe het zover heeft kunnen komen en constateren dat hun inspanningen voor niets zijn geweest.
Persoonlijk verbaas ik me over beide reacties. Waarom? In 2006 zat ik op het Instituut Clingendael met een aantal afgestudeerde jonge mensen en een collega met kennis van uitzendingen aan tafel. Aan het hoofd van de tafel zat de toenmalige adviseur van D66. In politiek Den Haag vroeg men zich af of Nederland een bijdrage zou moeten leveren om Afghanistan te ondersteunen in diens streven naar stabiliteit. Het was voor mij onduidelijk wie en wat ik onder Afghanistan moest verstaan, maar blijkbaar was dat voor de andere personen aan tafel wel duidelijk. Tijdens de tamme discussie (iedereen was het er wel over eens dat Nederland een bijdrage moest leveren) werd mij de vraag gesteld of ik een uitzending zou steunen.
Mijn eerste vraag was of die militaire bijdrage diende voor het planten van de Nederlandse vlag op vreemde bodem om het internationale politieke imago op te poetsen en blinkend te houden, of gaat Nederland er heen om het leven van de doorsnee Afghaan structureel en substantieel te verbeteren en op niveau te houden? Kortom, de korte – op hulpverlening toegespitste, of een open einde op het brengen van een structurele veiligheidsmissie? Na een korte stilte, kwam mijn niet verrassende antwoord over de korte missie. “Dan adviseer ik om geen militaire bijdrage te sturen”.
In 2010 heb ik mijn mening uit 2006 over de toekomst van Afghanistan in een artikel “Afghanistan Quo Vadis” voor het militaire vakblad Carré op papier gezet en sinds 2010 is er niets ten goede verbeterd. De inhoud is in een verkorte versie in dit artikel verwerkt.
Bij contemporaine operaties speelt tijd naast onzekerheid een belangrijke rol. Het realiseren van veiligheid als belangrijke militaire conditie voor het repareren van een ontwrichte samenleving en de wederopbouw zelf zijn zaken van de lange adem en vooral van geduld. Voortgang komt met kleine stappen en is voor de leek en veel experts vaak niet herkenbaar. Realisatie van (regionale) stabiliteit kan daardoor decennia in beslag nemen. Het gebrek aan “snelle” successen bij de benadering van de gecombineerde uitdaging van zwakke resp. ontbrekende instituties, grensoverschrijdende islamitisch extremisme en onderontwikkeling, heeft de discussie op doen laaien op welke wijze de samenwerking van hiërarchische militaire en horizontaal gestructureerde civiele entiteiten zodanig kan worden verbeterd dat die successen wel komen.
De inzet van militairen in een ontwrichte omgeving waar het islamitische extremisme een dominante positie inneemt, moet toegespitst zijn op de politieke bereidheid om het belang van de te repareren Afghaanse samenleving te laten prevaleren boven het nationale en individuele, politieke en militaire belang. In het verlengde daarvan houdt het in dat uitzendingen niet in jaren, maar in militaire generaties uitgedrukt moeten worden; meer troepen in een uiteenlopend assortiment gedoneerd worden; rotatie methodieken aangepast worden en langer moeten duren dan 4 tot 6 maanden. De ROE en optreden moeten worden afgestemd op het realiseren van veiligheid en niet op humanitaire hulpverlening, omdat die twee taken uit militair oogpunt niet samen kunnen en ook niet moeten gaan.
Wil een TCN een bijdrage leveren aan het brengen van veiligheid dan zal de betrokken regering uit politiek oogpunt eerst een kosten-baten analyse moeten maken om binnen de militaire generatie tijdspanne een inzicht te krijgen en te geven in progressief oplopende financiële, materiële, immateriële kosten – o.m. uitgedrukt in volume slachtoffers (dode en gewonde militaire en civiele defensie medewerkers) voordat een besluit tot deelname wordt genomen. Een evenwichtige exit strategie is een welkome voorwaarde.
Wanneer de bovenstaande uitdagingen uit 2010 worden getoetst aan de internationale inspanningen om stabiliteit in Afghanistan te realiseren dan valt op dat de coalitie er niet in geslaagd is om:
Hoe dat komt? Daar is een aantal oorzaken voor aan te wijzen:
Het ontbreekt de Westerse wereld – en vooral de motor achter de inspanningen om duurzame regionale stabiliteit te bereiken: de VS – aan een evenwichtig coherent politiek en militair strategisch raamwerk, waarin problematiek en oplossing vanuit de invalshoek van de in die regio levende etniciteiten (de antropologische benadering) vertaald zijn naar de inzet van militair vermogen om veiligheid te realiseren en inspanningen van een internationale reactie om de ontwrichte samenlevingen te repareren.
Hanteren van het Westerse prisma voor de benadering van de Afghaanse problematiek waardoor de inspanningen van de internationale reactie niet zijn afgestemd op de complexiteit van de Afghaanse samenleving en de inspanningen van de internationale coalitie door een deel van de Afghaanse samenleving met wantrouwen wordt bekeken (steun aan een mankerende centrale machtsbron; snel roterend militair vermogen en onduidelijke tijdshorizont). Dat niet weg te poetsen wantrouwen is een voortdurende hindernis geweest voor het realiseren van veiligheid en bereiken van stabiliteit in heel Afghanistan.
Beeldvorming van vooruitgang of falen van militaire activiteiten in Afghanistan, is net zoals dat bij de Balkanmissies het geval was, bepalend voor “onderbuikgevoelens” van nationale samenlevingen. Bij missies ver-van-huis bestaan en zullen altijd verschillende beelden van de situatie in een missiegebied gepresenteerd worden: die van experts, denktanks, huiskamerwetenschappers, opiniemakers, journalisten/reporters en die van de militairen in het veld. Die werelden zullen elkaar regelmatig tegenspreken en gelet op de kracht van beeld en woord versterkt door de natuurlijke terughoudendheid van militairen om voor de camera de realiteit met een sausje eigen mening te presenteren, is de conclusie snel getrokken: het beeld van de media is ook het beeld van politici en samenleving. Wat is nieuw?
Uit ervaring is gebleken dat bij complexe missies in een samenleving die ver van het Westerse model verwijderd is, waarnemers te vaak de toestand in dat missiegebied toetsen aan een irreële (hoewel het gros dat niet eens beseft) yardstick en dan is het niet verrassend dat uitspraken die inhoud geven aan falen en/of gebrek aan succes de lucht vervuilen. Natuurlijk gaat een aantal zaken niet zoals gepland en gewogen kritiek is daarom zeker op zijn plaats. Toch moeten politici, experts, denktanks, huiskamerwetenschappers, opiniemakers, journalisten/reporters in de gaten blijven houden dat de verhouding tussen de vele uitdagingen en een schommelende politieke bereidheid om de reparatie te ondersteunen, de mate van progressie onevenredig kan beïnvloeden,
Als men de Afghaanse problematiek tot zich laat doordringen, kan men zich voorstellen waarom Afghanistan na twee decennia ploeteren niet die noodzakelijke stabiele factor vertegenwoordigde om rust in dat deel van de wereld te creëren. Hoewel de problematiek door politici en experts werd onderschreven; onderkend werd dat de Afghaanse samenleving ver verwijderd was van de gemiddelde, Westerse samenleving en het realiseren van veiligheid en reparatie voor resp. van die samenleving een hele toer was, bleef een respectabel percentage van die twee categorieën schreeuwen om herkenbare successen in een relatief kort tijdframe.
Het gros besefte niet dat het brengen van stabiliteit in deze regio in termen van veiligheid en welvaart veel tijd, geduld en vooral veel doorzettingsvermogen vraagt, omdat verbeteringen slechts kleine stappen voorwaarts maken en daardoor voor de buitenwereld niet onmiddellijk herkenbaar zijn. Zonder de drie factoren – tijd, geduld en doorzettingsvermogen – was het bereiken van successen op weg naar stabiliteit in Afghanistan niet mogelijk en die realiteit hebben betrokkenen binnen en buiten Afghanistan zich nooit eigen gemaakt.
De Afghan National Army (ANA) is nooit in staat geweest om de veiligheid in grote delen van Afghanistan voor haar rekening te nemen. Het ontbrak de ANA vooral aan adequaat leiderschap onder gevechtsomstandigheden en hoewel gevechtservaring niet van de ene op de andere dag kan worden verkregen, moet na decennia pamperen toch wel enig resultaat op dat gebied herkenbaar zijn. Bovendien was corruptie zoals in iedere mankerende staat, diep verankerd in de militaire top. Gisteren kwam de wereldvreemde Biden ons vertellen dat de ANA 300,000 man sterk was, moderne wapens had en uitmuntend was opgeleid en geoefend. Hij vergat daar ook bij te vertellen dat de internationale inlichtingen gemeenschap met de USA in de frontlijn hopeloos gefaald heeft.
Een collega die in de USA woont en het hele circus van start tot finish heeft geobserveerd, informeerde mij vandaag dat een woordvoerder van het Pentagon twee geleden meldde dat het nog zeker drie maanden zou duren alvorens de Taliban de hoofdstad Kabul zou weten te bereiken. Een week later werd dit gewijzigd in één maand en een paar dagen later stonden de Taliban in het paleis van Ashraf Ghani. De Amerikaanse inlichtingendiensten hadden gefaald en de Taliban ernstig onderschat. Het vermogen van de Afghanen te vechten voor hun zaak werd overschat. Dat niet alleen. Ome Joe sloeg in april van dit jaar het voorstel van zijn militaire adviseurs in de wind om een kleine strijdmacht van special operators en adviseurs in Afghanistan te ontplooien om een Taliban overname van het land te voorkomen. Biden negeerde het advies en zette zijn beleid van terugtrekking haastig voort. Hij had beter kunnen wachten tot de winter wanneer het gros van de Taliban Afghanistan zou gaan verlaten in de richting van Pakistan. Geen verrassing, John Gates de voormalige Secretary of Defense smaalde tien jaar geleden al: “[Joe Biden] was wrong on nearly every major foreign policy and national security decision over the past four decades”. En die verdwaasde man zit met zijn handen aan de knoppen te draaien.
Of Afghanistan ooit een moderne liberale staat met een op marktprincipes gebaseerde gezonde economie zou kunnen worden, die zijn bevolking structurele veiligheid, stabiliteit en een aanvaardbare bestaanskwaliteit in termen van scholing, welvaart, medische verzorging en toekomstverwachting, kan garanderen was in 2010 nog de vraag. Bekeken door een Westerse bril, was de negatieve uitspraak “het was niks, het is niks en het wordt niks” enigszins van toepassing.
Het was niks, aangezien er vroeger geen duidelijke natie of eenheid was in wat nu Afghanistan heet. Historisch gezien is er door de caleidoscoop aan stammen en talen geen sterke basis voor eenheidsvorming. Het was in 2010 nog niks: heleboel problemen op het gebied van veiligheid, stabiliteit, economie en mensenrechten waren niet opgelost. En kan het iets worden? Alleen als de huidige grenzen worden gecorrigeerd aan de hand van geografie en etnische spreiding; een alternatief gevonden wordt voor de narco-economie; grensoverschrijdende islamitisch extremisme structureel is geëlimineerd; externe steun beperkt blijft tot technische hulp en het pad dat leidt naar het Westerse model van democratie (deels) wordt verlaten.
Donoren en sponsoren die de gekozen kompasrichting voor Afghanistan willen blijven ondersteunen, moeten bereid zijn om langdurig te investeren in een onzekere toekomst voor Afghanistan. Zonder die hulp is het onder de huidige omstandigheden vrijwel zeker dat Afghanistan naar westerse maatstaven gemeten een (extreem) islamitisch georiënteerde gemankeerde of in het beste geval mankerende staat zal blijven. Een staat die een destabiliserende invloed heeft op zijn omgeving. Het lijkt erop dat een groot aantal TCN – zoals Nederland – uit politieke en/of kostenoverwegingen niet wil of kan meewerken aan de noodzaak om het volume van militair vermogen uit te breiden, het nationale mandaat van missie en uitzendperiode te verlengen en nationale contingenten af te stemmen op de ontwikkelingen in Afghanistan.
De consequentie is dat het tempo om de Afghaanse samenleving op weg naar stabiliteit te helpen niet kan worden opgeschroefd en het huidige tijdplan niet kan worden ingekort. De Afghaanse samenleving is daarmee niet gebaat. Het geloof in het succes van de internationale coalitie zal sterk teruglopen; tegenwerking van (delen van) de Afghaanse samenleving zal aanzwellen en het imago van het Westen zal worden beschadigd.
Idealiter zou men Afghanistan of beter gezegd Pushtunistan – het land van de Pathanen – van de grond af moeten opbouwen met nieuwe op geografie en etniciteit afgestemde grenzen waar stammen die Pasjtoe spreken een nieuw thuisland vinden; Oezbeken, Turkmenen, Tadjieken in het noorden, Dari sprekers in het westen worden uitgesloten en het deel van Pakistan ten westen van de Indus moet worden meegenomen. Op die manier kan een homogene staat worden opgebouwd die geregeerd wordt door maliks (deel van een stam) of hun khels (hoofd van een malik) op basis van een aan de realiteit aangepaste Pashtunwali. Dit beeld zal gelet op de mondiale politieke realiteit altijd een droombeeld, utopie of fata morgana blijven.
In 2021 blijkt dat de internationale gemeenschap zich niet heeft gehouden aan de bovenstaande voorwaarden voor eventueel succes en dus is de voorspelling uit 2010 uitgekomen. We zien weer hordes bange mensen op de landingsbaan van het vliegveld bij Kaboel staan; helikopters vliegen heen en weer en Nederland is ondanks een voorbereidingstijd van jaren traditioneel te laat om Afghanen op te halen die de Nederlandse bijdrage op diverse manieren hebben gediend,. Het zijn natuurlijk ook geen IS bruiden en hun kinderen die in Nederland zo nodig voor de rechtbank moeten verschijnen… Die konden wel m.b.v. een bliksemactie uit het Midden Oosten gehaald worden. Die reactie is opnieuw het bewijs dat Nederland bestuurd wordt door een schaamteloze elitocratie, die het eigenbelang boven het lot stelt van hen die geholpen hebben om de Nederlandse vlag fier op het internationale politieke podium in gestrekte vorm in de wind te laten wapperen.
De beelden van 16 augustus uit Kaboel zijn het zelfde als de beelden van 30 april 1975 uit Saigon. Het Westen heeft niets willen leren van de verkeerde gedachtes en aannames uit het verleden. Met de huidige generatie politici zal daar ook geen verandering in komen. Het westen heeft een groot deel van de Afghaanse bevolking twee decennia valse hoop gegeven op een evenwichtig en welvarend bestaan. Wat hen wacht is een islamitisch Emiraat waar het dagelijkse leven wordt georganiseerd en gereguleerd met Koran en Sharia. Een samenleving die gaat hokken in de donkere krochten van de Middeleeuwen en vrouwen zullen daarvan het belangrijkste slachtoffer worden. Een les voor andere instabiele samenlevingen om niet meer de hulp van het Westen in te roepen, die met zijn missionaris instelling het westerse democratische evangelie predikt. Het Westen met zijn woke instelling en zijn moralistische praatjes over diversiteit, inclusiviteit, antiracisme moet gewoon zijn mond houden.
Ga allemaal in de hoek staan en ga je diep schamen.
——————–
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.