Edgar Mulder is destijds verbonden geweest aan het Oud Strijders Legioen van wijlen Prosper Ego, en kan alleen al uit dien hoofde op mijn (hopelijk ook die van u) onvoorwaardelijke steun rekenen. Zelf ken ik Edgar Mulder persoonlijk, vooral als een buitengewoon integer en bijzonder sympathiek mens.
Edgar Mulder, inmiddels Kamerlid voor de PVV, kan zich niet verenigen met de slotrapportage die volgt uit de opdracht aan de commissie die onderzoek doet naar moskee-beïnvloeding uit islamitische en onvrije landen. Hij was daarvan lid. Deze commissie ondervroeg in februari een aantal betrokkenen en deskundigen over de invloed van landen als Saoedi-Arabië, Turkije, Koeweit en Qatar op de interpretatie van de islam in Nederland. Er wordt gewerkt aan een eindverslag dat over ongeveer (!) een maand klaar moet zijn. Wie een heel klein beetje van die ondervragingen heeft gevolgd, weet dat vrijwel alle moskeeën in ons land onder vrijwel directe controle staan van buitenlandse instanties (b.v. Diyanet – Turkije) die zich soms van verschillende dekmantels voorzien.
Mensen als Theo van Gogh, Salman Rushdie en Ayaan Hirsi Ali, hebben dat aan den lijve ondervonden.
De ‘Parlementaire ondervraging’ is een soort van kleine ‘Parlementaire Enquête’, ook wel ‘mini-enquête’ genoemd. De opzet is om door een ondervragingscommissie in korte tijd mondelinge informatie te verzamelen door middel van het onder ede horen van personen, op wie de plicht tot medewerking rust. De formele status van zo’n enquêtecommissie is geregeld in de Wet op de Parlementaire Enquête (2008) en er is geen juridisch verschil tussen beide middelen; slechts de procedure is anders. Zo’n mini-enquête is er al eerder geweest: de Parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies. Het rapport van die Parlementaire ondervragingscommissie is HIER te vinden. U zult zien dat daar een voorlopig oordeel werd gegeven in de aanloop naar het opvolgende debat.
De voorzitter van de laatste ‘mini-commissie’, het CDA-Kamerlid Michel Rog, heeft gezegd het vertrek van Mulder te betreuren. Hij maakte desgevraagd aan het dagblad Trouw[1] duidelijk dat een ondervragingscommissie een analyse maakt, maar geen eigen conclusies kan trekken. “De heer Mulder heeft aangegeven zich niet langer te kunnen verenigen met deze opdracht. Het politieke debat hierover vindt plaats na de overhandiging van het eindverslag aan de Kamer”. Die opvatting van Rog is dus niet geheel juist. Mulder heeft niet beweerd dat hij ‘het met de opdracht niet eens was’. Hij is het met dat concept-flutrapport niet eens. Bovendien: de commissie moet wel degelijk de non-verbale signalen die zij tijdens de verhoren tegenkwam, in het verslag vast leggen. En dat waren er bepaald niet weinig. Als vervolgens blijkt of lijkt dat de commissie daarmee een oordeel geeft, dan is dat niet meer dan een gegeven tijdens het opvolgende debat. Daar zijn die mensen voor in de Kamer gekozen en anders gaan zij, onverrichterzake, maar weer naar huis bij gebrek aan talent en kundigheid. Ganzenbord spelen of kruiswoordpuzzels oplossen is ook leuk voor wat minder bedeelden.
Bovendien gaat het niet over zomaar iets: wanneer zekere ‘religieuze’ instellingen uitsluitend door buitenlandse invloed – en dat blijken dus niet zelden overheden – overeind kunnen blijven, dan is dat nogal wat. Het gaat hier niet over behandelingen voor verkoudheid of van zweetvoeten. Het gaat om landen die omwille van redenen die het daglicht kennelijk niet kunnen verdragen, invloed willen hebben in ons land en wel in het bijzonder op het islamitische smaldeel. Dat zou te denken moeten geven en welzeker bij een commissie die pretendeert dat te hebben onderzocht. Als dat zo is dan kan zij dat de Kamer aldus meedelen en als dat niet zo is staat haar ook niets in de weg. Dat er daarna debat volgt, is niet meer dan logisch. En als blijkt dat vervolgens ook over andere religies moet worden gesproken (bijvoorbeeld Vaticaan en Katholieke kerk) dan is dat kennelijk nodig in het licht van deze tijd.
Edgar Mulder heeft dus groot gelijk dat hij afstand neemt van deze commissie, nu zij kennelijk voornemens is een zalvend en waardeloos flutrapport af te leveren: een paar ingebonden gespreksverslagen. Het onderzoeksobject, namelijk buitenlandse beïnvloeding van maatschappelijke kwesties, is waarachtig wat belangrijker dan het beschermen van de vrijheid van religie waartoe het CDA zich kennelijk geroepen voelt. Het gaat immers om de veiligheid van dit land en haar burgers. Als de Minister van Binnenlandse Zaken zonder het geringste onderzoek en bewijs kan concluderen dat Rusland zich in onze verkiezingen heeft gemengd, dan wordt het warempel wel tijd om eens naar moskeeën te kijken die door bedenkelijke buitenlanden worden gefinancierd. De moskeebezoekers het stemrecht afnemen zou een middel kunnen zijn dat die Minister aanspreekt, gelet op haar succesvolle kruistocht tegen het referendum.
Het vertrek van Mulder uit de enquêtecommissie alleen al, zou Kamerleden moeten bewegen zich terdege voor te bereiden en een gedegen debat te voeren. Dit kan niet zomaar op een achternamiddag worden afgewikkeld omdat het een essentieel onderdeel van het nationale belang en veiligheid betreft.
Dat mag gerust blijken.
[1] Trouw, 29 mei 2020.
——————–
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.