Alweer bijna anderhalve maand is er voorbijgegaan sinds de arrestatie van Julian Assange. Op de dag zelf en enkele dagen erna was er hier en daar wat kleine ophef over de arrestatie te lezen binnen de MSM. Op enkele columns en opiniestukken na, bleef het nagenoeg stil over een zeer cruciale vraag, namelijk: hoeveel vrijheid heeft de pers nog? Deze vraag werd ook binnen de Nederlandse journalistiek nauwelijks gesteld.
Hoe dit komt? In de eerste jaren van WikiLeaks werden Assange en zijn kompanen nog gezien als helden – en terecht. Ze wisten dat ze hun persoonlijke vrijheden zouden inleveren door bepaalde verworven informatie te verspreiden. De omslag in de ‘reputatie’ kwam na het lekken van de email van Clinton, immers – volgens de linkse en deugende gedachtegang – is Trump orange man bad en is Clinton een nobele en eerlijke dame die de nieuwe president had moeten worden. Ging me dat even flink mis.
Assange kreeg na deze actie direct veel verwijten van de links-liberale media – die hem eerst nog omarmde – dat de beste man een Kremlinvriend zou zijn. Hij zou de gehackte emails hebben gekregen van het Kremlin, en hiermee dus eigenlijk heulen met ‘Het Rode Gevaar’. Nu zou het best goed kunnen dat Assange van Russische hackers de emails heeft gekregen. Toch blijft de kans bestaan dat hij het van insiders binnen de Verenigde Staten heeft gekregen. Assange heeft zelf gezegd dat hij de gehackte mails niet heeft gekregen via de Russische overheid. Maar ja, is hij nog wel te vertrouwen als hij een Russische troll is?
De vraag in hoeverre hij nu een Ruslandvriend is is ook zeer twijfelachtig. WikiLeaks heeft genoeg corruptie en modder gevonden en deze cables allemaal in een Rusland-map gezet op de WikiLeaks-site. Ook over het Kremlin heeft WikiLeaks genoeg belastende informatie gelekt, dus zo’n Ruslandvriend is Assange nu ook weer niet.
Met de arrestatie van Assange zagen we dat de journalistiek een enorme klap kreeg. De persvrijheid staat al langer onder druk – en ja, ook hier in het ‘vrije’ Westen – mede door zelfcensuur, achteruitgang van de kwalitatieve onderzoeksjournalistiek en nu ook de druk en represailles van overheden.
Afgelopen donderdag Tweette Edward Snowden dan ook zeer typerend dat het ministerie van Justitie geen oorlog voert tegen WikiLeaks maar tegen de journalistiek. De rechtszaak zal de toekomst van de journalistiek bepalen, aldus Snowden. Dit na aanleiding van 17 nieuwe aanklachten tegen Assange. De aanklachten van afgelopen donderdag zouden Assange 170 jaar gevangenisstraf eisen. WikiLeaks zelf ziet deze hetze als een grove schending en wellicht wel het einde van The First Amendment – vrijheid van meningsuiting.
Washington doet er alles aan om er voor te zorgen dat de Britten Assange zo snel mogelijk uitleveren aan de VS. De vraag die mij bezig houdt is: waarom lezen we hier zo weinig over? Ook onze onderzoeksjournalistiek staat onder druk door de zaak-WikiLeaks. Waarom spreken journalisten en politici die het vrije woord respecteren zich niet meer uit tegen deze zaak? Waar zijn ze bang voor?
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.