Regeringsballotage
Merkwaardig genoeg worden de vragen voor het wekelijkse ‘Vragenuurtje’ geballoteerd door de Kamervoorzitter, in dit geval dus Vera Bergkamp namens D66. Met het oog op het grote aantal verzoeken en vragen is zo’n ballotage nog enigszins begrijpelijk, zij het met de nodige moeite. Onbegrijpelijk wordt het als we inzien dat de politieke partij waar de Kamervoorzitter deel van uitmaakt, tevens een van de partijen is die deelnemen in de Regering. Dankzij korte partijlijnen, kan de Regering als het ware zelf uitkiezen welke vragen voor hen acceptabel zijn en welke (voorlopig) niet. Normaliter wordt de functie van Kamervoorzitter dan ook bekleed door een lid van een oppositiepartij, maar door een kongsi tussen de regeringspartijen (lees: het liefdeskoppel Rutte-Kaag) werd het dus de voortdurend haperende Bergkamp namens D66.
Aan het begin van het Vragenuurtje heeft Fractievoorzitter Thierry Baudet van FVD, vandaag een punt van orde gemaakt. Hij vond het onbegrijpelijk dat zijn vragen over de HJ Schoo-lezing door de Minister van Justitie en Veiligheid niet door de ballotage kwamen. In haar toespraak sprak de Minister uit dat oppositiepartijen zoals FvD en BVNL een gevaar voor de democratie vormen. Dat past een lid van een regering staatsrechtelijk absoluut niet. De Nederlandse staat mag helemaal geen politieke mening hebben over Kamerleden, maar voert uit wat door de Tweede Kamer is opgedragen en legt daarover verantwoording af.
Te weinig
Wybren van Haga (BVNL) heeft inmiddels per brief aan de Kamervoorzitter Bergkamp als ‘hoeder van de omgangsvormen’, gevraagd om minister Yesilgöz (VVD) aan te spreken op haar polariserende uitspraken van eergisteren. Verwijzingen naar extreemrechts raken hem ‘recht in het hart en dragen bij aan verdere polarisatie’ schrijft hij. Dat is terecht, maar gegeven de omstandigheid nog te weinig. De gehele oppositie doet er goed aan om aan te dringen op een debat over het huidige functioneren van de Kamervoorzitter, want dat dreigt op een een ramp uit te lopen. Zij frustreert het open en vrije debat in de Kamer op grond van partijpolitieke overwegingen.
Misschien is het helemaal geen kwade opzet van Bergkamp, maar ze kan er gewoon niets van en geeft geen enkele blijk daarover zinnig te kunnen nadenken. Als ze dat wel had gedaan namelijk, was ze helemaal niet op die stoel gaan zitten.