Dit is een artikel van Frits Bosch
2019 gaat de geschiedenis in als het jaar van de vrouw. Niet alleen het 100-jarig bestaan van het algemeen kiesrecht is gevierd, ook viel de beslissing over een vrouwenquotum voor de top van het beursgenoteerd bedrijfsleven. Het is volbracht! Is het vrouwenquotum een zegen voor ons land of is het een stap op weg naar een totalitaire maatschappij? Ik geef eerst een kort omschrijving wat het behelst en hoe het tot stand is gekomen. Daarna zal ik de vraag beantwoorden.
De Tweede Kamer bepaalde december 2019 dat een advies hierover van de Sociaal-Economische Raad zoals verwoord in het SER-rapport ‘Diversiteit in de top’, door het kabinet uitgevoerd moet worden. De SER voorzitter is een vrouw, te weten Mariëtte Hamer, PvdA. De Raad van Commissarissen bij 88 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven moet minimaal voor 30% uit vrouwen bestaan.
Haalt een onderneming dit percentage niet, dan blijft de zetel leeg. Voldoet een onderneming niet aan het quotum, dan moeten alle nieuwe benoemingen van mannelijke toezichthouders nietig worden verklaard, net zolang het quotum gehaald wordt.
Uiteindelijk gaf de SP in de Kamer de doorslag. Die partij wilde aanvankelijk niet instemmen met het quotum omdat het slechts voor vrouwen in de top van het bedrijfsleven zou gelden. Dat zou de aandacht afleiden van de vrouwen in lagere posities op de arbeidsmarkt voor wie de kansen niet gelijk zijn. Er dreigde geen meerderheid in de Kamer. De SP ging uiteindelijk alsnog akkoord toen het kabinet verzocht werd een plan van aanpak te maken om gelijke kansen te creëren voor álle vrouwen. De SP hoopt dat dit leidt tot een betere ouderschapsverlofregeling, betere kinderopvang en gelijke betaling voor vrouwen.
Aldus gingen alle regeringspartijen, exclusief de VVD als grootste regeringspartij, akkoord met het voorstel. Tijdens de beraadslagingen is verwezen naar landen, zoals Noorwegen en Duitsland, waar quota al zijn ingevoerd.
Het is net als wat Toon Hermans zingt in ‘Vader gaat op stap’: “nou ja vlekkie. Maar hij krijgt een hekel aan dat nekkie. Net of het vlekkie groter wordt.“ Ach, vrouwenquotum, niks mis mee. Minister van OCW en emancipatiezaken, Ingrid van Engelshoven: “we doorbreken het old boys network”. Prima toch? Maar als je er langer naar kijkt, dan ontdek je dat het vlekkie steeds groter wordt. Dan wordt het duidelijk dat het vrouwenquotum een stap is op weg naar een totalitaire samenleving. Het past in een patroon. Is dat overdreven? Toch niet.
Premier Rutte meent: “ik sta pal voor mensen, maar ik ga niemand aanspreken op één aspect van z’n identiteit. Ieder mens is uniek en ieder die een bijdrage levert aan de Nederlandse samenleving kan rekenen op mijn steun. Ik sta hier niet als VVD’er te praten. Liberaal geldt in dit geval als een grondtoon van onze samenleving. Ik bedoel dit dus niet als liberaal in de zin van liberaal tegenover sociaaldemocratisch. Ik bedoel hier liberale grondwaarden die we in Nederland hebben. En die liberale grondwaarden die gaan er vanuit dat wij als staat jou altijd als individu benaderen, nooit als onderdeel van een groep.” (persconferentie 2-9-16). Vandaar dat de VVD niet instemde met het voorstel.
“Het vrouwenquotum betekent dat de overheid ingrijpt in de private sector”, merkt prof Mijntje Lückerath op. Vandaar dat zij niet voor een vrouwenquotum is. Het tast onze liberale arbeidsmarkt aan. Het vrouwenquotum heeft bovendien een Stasi-achtige trekken, want naming & shaming van bedrijven wordt toegepast. Gaan we zo de DDR of China achterna? Daar begint het wel op te lijken, want in ons land zijn inmiddels ‘overal’ camera’s geplaatst. De bedoeling is dat ze nu zelfs in voetbalstadions komen te hangen met gezichtsherkenning. Dat is een heftige inbreuk op de privacy, maar toch wil de minister Bruno Bruins van Medische Zorg en Sport het. Minister Ollongren wil internet van overheidswege kuisen. Dat betekent een ingrijpen in de vrije meningsvorming. Voorts wordt de private sector (bankwezen, pensioensector, belastingdienst!) vanuit het ministerie van Financiën dichtgetimmerd met regels, verboden en geboden. Dit duidt op totalitarisme en het vrouwenquotum is een nieuwe stap in die richting. Maar er is meer.
In een referendum zou het weggestemd worden. We kijken daar niet van op. De Nederlandse bevolking wilde ook het Oekraïne-verdrag, het Marakkech verdrag, de Klimaatwet, EU Grondwet niet, maar kreeg het wel. En nu dus het vrouwenquotum. Het gebeurt ‘gewoon’. Het is aan te bevelen goed te kijken naar wie wat zegt. Welke belangen steken erachter? Is het een geheel onafhankelijke mening? Veel meer mannen dan vrouwen zijn tegenstander van een vrouwenquotum. Dat is logisch, want daar ligt hun belang niet. We zien ook dat vooral mannen die afzwaaien als CEO of gepensioneerde mannen opeens voor een vrouwenquotum zijn. Ze kunnen dat gemakkelijk zeggen, want ze worden er niet meer door geraakt.
Begrijpelijk, want als het quotum daar niet wordt gehaald dan is de sanctie dat de Raad van Bestuur geen bezoldiging krijgt. Zo kan het ook, maar zo moet het niet, dunkt me. In Noorwegen werkt het vrouwenquotum niet goed. Sissel Jensen, hoofddocent aan de Norwegian School of Economics en onderzoeker van sekseongelijkheid in de commerciële sector: “De regering had de verwachting dat de nieuwe wetgeving het hele bedrijfsleven vrouwvriendelijker zou maken. Dat vrouwen andere vrouwen zouden rekruteren, dat het old boys network eindelijk eens open werd gegooid. Dat gebeurt niet.” Waarom die hoop tevergeefs bleek, weten Jensen en haar collega’s niet.
Toch lijkt het me niet zo lastig te bedenken waarom dit het geval is. Veel mannen komen niet in de hogere echelons van het management terecht omdat ze per se betere papieren hebben. Mannelijke CEO’s worden vooral ook gekozen omdat ze de juiste connecties hebben, meer ‘calculated risks’ nemen en doortastend zijn. Ze kunnen de ‘corporate game’ spelen en ze zijn daartoe bereid. Nogal wat vrouwen laten ons weten dat ze dat spel niet willen spelen of ze willen het spel veranderen omdat ze een afkeer hebben van de harde prestatiecultuur.
Maar als we onze kapitalistische maatschappij willen handhaven dan is dit ‘the name of the game’ en zo wordt het spel gespeeld, of je het leuk vindt of niet. De internationale setting waarin ons bedrijfsleven opereert heeft buitengewoon weinig coulance met partijen die hiervan willen afwijken.
Nogal wat vrouwen geven aan helemaal niet naar de top van het bedrijfsleven te willen, ze koesteren hun parttime werk. Ze willen graag tijd inruimen ondermeer voor de opvoeding van de kinderen en vinden dit passen binnen de emancipatie. De bekende feministe Neelie Kroes zegt dat vrouwen te risicomijdend zijn en competitiever moeten zijn. Zakenvrouw 2017 Elske Doets meent dat vrouwen wat onzeker zijn en meer ambitie moeten tonen. Waarom dan een dergelijke dwangmaatregel?
Om de top van het beursgenoteerde bedrijfsleven te halen en daar te blijven, dient men inderdaad een volledige ‘commitment’ te hebben, gevoel voor de markt te hebben, bereid zijn risico’s te nemen, doortastend te zijn en de ‘corporate game’ te spelen. Dat zijn eigenschappen waar vrouwen doorgaans wat minder op scoren, zoals ze zelf zeggen. Feministen beargumenteren dat het niet snel genoeg gaat met vrouwen naar de top in het bedrijfsleven. Ze menen dat vrouwen percentueel hier te laag scoren.
Maar de mate waarin vrouwen vertegenwoordigd zijn in de top van het (beursgenoteerde) bedrijfsleven is een verkeerd ijkpunt om te bepalen of vrouwen al dan niet hoog scoren op de werkvloer. Vrouwen zijn sterk oververtegenwoordigd in prachtige sectoren, zoals ondermeer de rechtspraak, het onderwijs, de medische sector, de zorg en de kinderopvang.
Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in de financiële en technische wereld. Dat heeft niet alleen ‘vooral een culturele achtergrond’, een ‘nurture’ oorzaak. Het heeft vooral ook te maken met de preferentie van vrouwen en het feit dat mannen in biologisch opzicht verschillen van vrouwen. Het grote verschil in testosteron zou hier een rol spelen. Het heeft dus ook een ‘nature’ oorzaak.
Vrouwen in de Raad van Commissarissen benoemen is uiteraard mogelijk, maar het is ‘Spielerei’. Het is inderdaad ‘symbolisch’ zoals NRC terecht opmerkte. Het heeft in relatieve zin niet zo vreselijk veel om het lijf. Er is immers geen sprake van feitelijke bedrijfsverantwoordelijkheid. Als de dames in kwestie ‘onzin zouden uitslaan’ (excusé), dan kunnen de heren in de Raad van Commissarissen denken “laat hen maar kletsen. Ze zitten hier toch maar enkel voor de sier c.q. omdat het moet. We overrulen hen wel”. Het wordt natuurlijk een andere zaak als vrouwen ‘echte’ beslissingsbevoegdheid krijgen in de Raad van Bestuur, waardoor ze reële bedrijfsverantwoordelijkheid krijgen.
Ze krijgen dan opeens te maken met de ‘tucht van de markt’. Mochten ze dan nog steeds onzin uitslaan, dan kan de hel losbreken. Vrouwen kunnen in de Raad van Commissarissen geparachuteerd worden zonder grote risico’s. Maar vrouwen kunnen niet geparachuteerd worden in de Raad van Bestuur. Geen wonder dat topvrouwen in het bedrijfsleven nalaten om op vrouwelijk geslacht te selecteren. Ze kiezen gewoon de best gekwalificeerde persoon, daar ligt immers hun belang. Geef ze eens ongeljik. Mochten toch geparachuteerd worden in de Raad van Bestuur, dan kan de schade niet te overzien zijn.
Het is zorgwekkend dat vrouwen in de politiek en wetenschap, zonder enige bedrijfservaring en zonder te weten wat er benodigd is voor het besturen van een onderneming, laat staan van een beursgenoteerde onderneming, gaan bepalen hoe het personeelsbestand van ondernemingen er uit moet zien.
Onbegrijpelijk dat Het Financieele Dagblad sinds jaar en dag hier achter staat. Men zou toch beter moeten weten. Feministen hebben laten weten dat ze willen doordrukken in de richting van de Raad van Bestuur. Om dat te rechtvaardigen wordt gesteld dat “uit ieder onderzoek blijkt dat een vrouwenquotum goed uitpakt voor bedrijven”. Het niet lastig om in te zien dat dit apert onjuist is.
Want hoe meer randvoorwaarden worden ingelegd, hoe kleiner het selectie-universum is, des te groter is de kans dat beter gekwalificeerde personen worden uitgesloten, des te schadelijker dit is voor het bedrijfsleven. Ik verwijs ook naar SCP-CPB rapport ‘Vrouwen aan de top’, waarin gesteld wordt dat er “geen eenduidig causaal verband is tussen vrouwen aan de top en winstgevendheid van het bedrijfsleven.”
Het vrouwenquotum is gericht op topvrouwen, hoewel dankzij de SP er een plan van aanpak komt om gelijke kansen te creëren voor álle vrouwen. Van Engelshoven en al die andere feministen waren daar zelf blijkbaar niet opgekomen. Het quotum is intrinsiek elitair. Een vrouwenquotum zorgt niet voor gelijke kansen, maar voor ongelijke kansen. Het discrimineert immers mannen.
Bij de selectie dient niet het geslacht een rol te spelen maar de kwaliteiten van het individu. Met dat principe kan en mag niet gesjoemeld worden, maar toch gebeurt het. Het stigmatiseert niet alleen de ‘Excuustrusen’, maar ook de vrouwen die op eigen kracht naar de top gaan.
De gedachte dat vrouwen niet snel genoeg carrière maken is een ontkenning van het historisch proces dat al decennia gaande is. Vrouwen hebben zich de laatste veertig jaar in een hallucinant tempo ontwikkeld op de werkvloer. Dat gaat zo door en dat is prima. Een bindend quotum is niet nodig en ook vele vrouwen zijn die mening toegedaan. Carolien Nagtegaal-van Doorn, lid van het Europese Parlement voor de VVD zegt het zo “als er nog steeds minder vrouwen dan mannen op topposities zitten, dan kan dat van alles het gevolg zijn, maar níét van zulke blokkades. De revolutie hééft al plaatsgevonden en het is jammer dat die fanatieke feministen het schijnbaar hebben gemist. Paardenmiddelen zoals quota zijn niet meer gerechtvaardigd. Quota zijn echt van gisteren, vrouwen kunnen het nu zelf wel” (HFD 7-12-19).
Het is opvallend dat er in de Tweede Kamer slechts twee vrouwelijke fractievoorzitters zijn. Verbeter de wereld en begin bij uzelf, zou je kunnen zeggen. De slotsom is dat een vrouwenquotum een verkeerd instrument is, hoe je het ook bekijkt. Ik meen elementen te hebben aangedragen die er op duiden dat het quotum een nieuwe stap is naar een totalitaire maatschappij. En toch gebeurt het.
De Israelische filosoof Yeshaya Leibowitz: “mensen beslissen niet op basis van kennis, maar op basis van hun wil.” Feiten doen er niet toe. Een minister, wetenschappers en media lijken voortgedreven te worden vanuit ideologie, niet vanuit kennis, wetenschap en onafhankelijkheid.
Elske Doets wijst ons de weg: “Ik heb kinderen, twee zoons, dat kan prima. Maar ik kan daarnaast niet ook nog high tea’en, én yoga en lekker koken én een mooie tuin hebben. Dat is wel wat de Nederlandse vrouw wil. Alles moet leuk en gezellig zijn….Energie kunnen we beter steken in het krachtig en zelfverzekerd maken van vrouwen, hoe moeilijk ook, dan in het bestrijden van een eeuwenlang gegroeide beeldcultuur. Mijn prioriteit is het bevorderen van een nieuwe generatie vrouwen die het niets meer kan schelen wat voor beelden er in de media circuleren….Ik zie een vrouwenquotum als een oppervlakkige quick fix, die het hardnekkige probleem van ongelijke kansen niet oplost, maar aan het zicht onttrekt. Diep in mijn hart zou ik het woord quotum het liefst willen begraven. Vrouwelijke talenten komen pas echt bovendrijven zonder quota en zonder allesbeslissende percentages.”
Frits Bosch, auteur “Feminisme op de werkvloer” en “Schaft ook Nederland zich af?”
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.