Dit is een artikel van Melchior Gregorius
De Dagelijkse Standaard meldde op 20 januari 2019 dat er in NRC en op TPO een discussie gaande is over cultuurmarxisme: “een soort intellectueel ‘welles/nietes’ spelletje tussen ‘ontkenners’ en ‘overtuigden’.” Zo schreef Maarten Boudry op 11 januari 2019 dat de betekenis van ‘cultuurmarxisme’ doelt op “het gebruik van typisch marxistische denkschema’s over onderdrukking en slachtofferschap in andere domeinen dan het economische (waarvoor Marx ze oorspronkelijk bedoelde).”
Op 15 januari 2019 deed Stijn Klarenbeek cultuurmarxisme af als een niet bestaand spook. Zo schreef hij in NRC dat “er nog nooit iemand in de geschiedenis [is] geweest die zichzelf ‘cultuurmarxist’ noemde en die zelf uitlegt wat hij daarmee bedoelt.” Daarnaast stelde Klarenbeek dat cultuurmarxisme gezien moet worden als een door extremisten ontworpen complottheorie. Want, naar de woorden van Klarenbeek, “het waren de nazi’s die voor het eerst spraken over ‘joodsbolsjewisme’, een voorloper van de term cultuurmarxisme, en het waren niet verwonderlijk allerlei antisemieten die daar later mee aan de haal zijn gegaan.”
Dit laatste is natuurlijk een regelrecht Godwin-argument – haal de nazi’s erbij en je hebt gewonnen. Het is dan ook niet meer dan terecht dat Sid Lukkassen op 20 januari 2019 op TPO reageerde op deze verdachtmaking van Klarenbeek en erop wees dat in 1995 door Fredric Jameson het artikel “Towards a Marxist Cultural Politics” werd gepubliceerd en dat er daarnaast vele andere voorbeelden bestaan.
Ook gaat Lukkassen zeer uitvoerig en diepgaand ideeën en de strategie van Gramsci en de rol van de Frankfurter Schule. Gramsci’s strategie verandert de arbeidersrevolutie in een permanente revolutie aangeduid als de ‘lange mars door de instituties’. Cultuurmarxisme is simpelweg het marxistische gelijkheidsideaal toegepast op cultuur; met componenten als messianisme (een strijd tussen een klasse van onderdrukkers en onderdrukten), kritische theorie (alles in de samenleving zou worden bijeengehouden door machtsrelaties die moeten worden gedeconstrueerd) en opruiing (de ‘onderdrukte’ klasse wordt via cultuurpolitiek en identity politics klaargemaakt om te rebelleren)
De opvatting van Boudry over cultuurmarxisme sluit aan bij Eric C. Hendriks die eerder op 5 september 2017 in NRC stelde dat cultuurmarxisme gezien moet worden als “het streven naar een gelijkgetrokken, geproletariseerde cultuur.” Volgens Hendriks leeft dit streven door als een denkschema dat “de logica volgt van de marxistisch-leninistische tegenstelling ‘proletariaat versus burgerij’.” Het gaat erom, zo staat in het artikel van 2017, dat er in het denkschema enkel onderdrukten en onderdrukkers bestaan: een zwart-witte benadering van ongelijkheid die tegenstellingen essentialiseert.
Op 28 juli 2018 bij Café Weltschmerz wijdde Hendriks tevens uit over het cultuurmarxisme en stelde dat “cultuurmarxisme […] in essentie de toepassing [is] van het klassenstrijd-model op andere vormen van culturele ongelijkheid. [Dit] model wordt toegepast op mannen tegenover vrouwen, witten tegenover zwarten, meerderheid tegenover minderheid.” In hetzelfde fragment van Café Weltschmerz zegt Hendriks dat cultuurmarxisme een zekere vorm van links activisme is dat drie elementen moet hebben.
Wil er kunnen worden gesproken van cultuurmarxisme dan moet er:
(1) sprake zijn van tweedelingsdenken: onderdrukkers tegenover onderdrukten,
(2) het idee moet aanwezig zijn dat de ongelijkheden die wij hebben in onze maatschappij primair worden veroorzaakt door dominantie-relaties,
(3) het dient als middel tot politieke opruiing: mobilisering van ressentiment. Cultuurmarxisme kan dus worden gezien als een activistische manier van denken die individuen – met rijk samengestelde identiteiten – reduceert tot ‘onderdrukkers’ en ‘onderdrukten’, dienend als politieke opruiing ter mobilisatie van de ‘onderdrukten’. Grof gezegd – om Hendriks te parafraseren – gaat het erom dat een echte diverse populatie wordt gevangen in een tweedelingsmodel (onderdrukkers versus onderdrukten). Nadat dit is gebeurd, moeten de ‘onderdrukkers’ boete doen en de ‘onderdrukten’ verteld worden dat ze slachtoffer zijn (dominantie-relaties). Hierdoor moeten de ‘onderdrukten’ voelen dat hen ‘onrecht’ is aangedaan (de mobilisering van ressentiment).
Een goed voorbeeld van cultuurmarxisme als denkschema is waar te nemen in de Netflix-serie Trigger Warning with Killer Mike. In deze “provocerende serie brengt rapper en activist Killer Mike zijn revolutionaire ideeën over het bereiken van sociale verandering in praktijk”, aldus de omschrijving op Netflix. Het betreffende voorbeeld is te zien in de tweede aflevering van de serie onder de titel ‘F**K School’ en is ook verkort te zien in de officiële trailer op YouTube (vanaf minuut 1:22).
In het fragment wordt een groepje kinderen door Killer Mike geïnterviewd. Killer Mike vraagt aan de kinderen of ze school leuk vinden. Hierop antwoordt een zwart jongetje dat een ander kind gemeen tegen hem was op de eerste schooldag. Het gemene kind zou beledigende opmerkingen over zijn huidskleur hebben gemaakt. Wat er vervolgens gebeurt is het volgende: een blank, roodharig jongetje steekt zijn hand op – hij wil blijkbaar wat zeggen of vragen. Killer Mike geeft aan dat het blanke kind moet wachten en zegt hem het volgende: “Hold on… Because if you jumped in front of him right now, when I was telling him to be proud to be black, that be like the first lesson in white privilege he learns, and we don’t want to oppress people right now… you got me?” Nadat Killer Mike is uitgesproken, knikt het blanke jongetje begrijpend. Hierna geeft Killer Mike het witte kind een boks (fistbump) en zegt: “That is an ally.”
Waarom is het hierboven uiteengezette voorbeeld te duiden als cultuurmarxisme? Zoals eerder aangegeven gaat het om een activistische manier van denken – in het betreffende voorbeeld het denken van Killer Mike – dat gekenmerkt wordt door tweedelingsdenken (onderdrukkers versus onderdrukten), domineringsrelaties en met als doel politieke opruiing ter mobilisatie van de ‘onderdrukten’. Al deze elementen zijn aanwezig.
Het tweedelingsdenken is aanwezig nu het blanke kind erop wordt gewezen dat hij niet mag onderbreken wanneer ‘kleurgenoten’ (het zwarte kind en Killer Mike) met elkaar converseren over huidskleur. Killer Mike maakt een tweedeling op grond van etniciteit. Dit wordt helemaal duidelijk zodra Killer Mike het blanke kind het volgende meedeelt: “we don’t want to oppress people right now.” Op dit moment is het overduidelijk dat er gedacht wordt in termen van ‘onderdrukkers’ en ‘onderdrukten’.
Tevens is er sprake van de aanwezigheid van het idee dat de ongelijkheden die wij hebben in onze maatschappij primair worden veroorzaakt door dominantie-relaties; vanwege het spreken over “white privilege”: “het collectief aan maatschappelijke voordelen waarover blanke (witte) mensen vergeleken met leden van andere etnische groepen zouden beschikken.”
Ook kan er gezegd worden dat dit alles dient ter politieke opruiing: ter mobilisatie van de ‘onderdrukten’. Dit element is in eerste instantie moeilijker te herkennen – Killer Mike zet het zwarte kind bijvoorbeeld niet expliciet aan tot actievoeren. Killer Mike onthult zijn cultuurmarxistische denken echter door tegen het blanke kind te zeggen: “That is an ally.” De Cambridge Dictionary geeft aan dat we het woord ‘ally’ als volgt dienen te verstaan: “someone who helps and supports someone else.” In de context van het fragment is het blanke kind een ‘ally’ omdat hij niet interfereert – en hierdoor ‘helpt’.
Door het blanke kind buiten het gesprek te houden en hem erop te wijzen dat hij in deze situatie niet moet ‘onderdrukken’, wordt bij het zwarte kind het idee gewekt dat hij daadwerkelijk onderdrukt wordt, als een witte zich in een dergelijke situatie mengt. Dit zal het idee van slachtofferschap aanwakkeren en het idee doen ontstaan dat er onrecht wordt aangedaan. Op deze manier wordt de ‘onderdrukte’ via cultuurpolitiek en identity politics klaargemaakt om (in de toekomst) te rebelleren.
Waar in het hedendaagse debat door sommigen cultuurmarxisme wordt afgedaan als een complottheorie is het als denkschema toch écht in volle glorie waar te nemen op ’s werelds grootste streamingplatform: Netflix. Het hier aangehaalde voorbeeld uit de serie Trigger Warning with Killer Mike is er slechts één, maar zo zijn er nog vele anderen.
Helaas.
Ondertussen werkt Sid Lukkassen gestaag aan zijn crowdfunding. Hij is al bijna op de 100 procent. Geef het project een laatste duwtje en wees een echte held!
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.