Overal ter wereld fluit de kiezer het linkse overgereguleerde pamperbeleid terug. Italië, Nederland, Polen, Frankrijk, Duistland, België, Argentinië, de Verenigde Staten… om maar enkele voorbeelden te noemen. De kiezer walgt meer en meer van de semantische nieuwlichterij ons door de strot geramd door groenhemden, wokeridders en rode miseriedrijvers. Hij heeft genoeg van het linkse malgoverno met meer aandacht voor het politiek correcte dan het maatschappelijk essentiële. De kiezer revolteert in haar economische lente van het gezond verstand.
Door: Ignace Vandewalle
Een terechte ommezwaai. Want de kiezer beseft dat het de hoogste tijd is willen we niet als platliggers met een vals gevoel van conformistische deugdzaamheid en met veretterde doorligwonden van onbeholpenheid, naar de gallemiezen gaan. Het is een historisch feit dat zelfingenomen grote naties gevallen zijn door een dalende zelfredzaamheid en productiviteit. De Perzische, Griekse, en Romeinse rijken verpieterden omdat ze zich lieten verzanden tot een lamme goedzakcultuur van luxe en gemak afhankelijk van keizer of koning. We gaan dezelfde weg op. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw worden we als kikkers in een kookpot piecemeal onbeholpen parasieten van onze maatschappij. We worden slachtoffer van een vette overheid die ons als baby’s pampert, bespioneert, inventariseert en weerloos maakt zonder hen. We worden slaven van een controlerende overheid die alles centraliseert onder haar steeds grotere wordende zweep.
De kiezer beseft dat de paternalistische bijstandscultuur ons nekt. Een cultuur waarbij politieke alfabavianen postjes, subsidies en uitkeringen uitdelen en zo mensen hun recht op een waardig, zelfbevochten bestaan ontstelen. Collectivisme op Red Bull, dat ons vleugellam maakt. De groenhemden, wokeridders en rode miseriedrijvers hebben nog steeds niet begrepen dat gratis en ongebonden kapitaalverstrekking de brandstof is van oblomovisme en armoede. Kapitaal hoort primair de vrucht van arbeid te zijn. Robert Luton beschrijft in zijn boek ‘toxic charity’ hoe een compassiebeleid de vriendelijkste en zachtste manier is om mensen in moeilijkheden te veroordelen tot diepere armoede, sociale uitsluiting, materiële deprivatie en lage werkintensiteit. Zo schrijft hij: ‘Wanneer je een eerste maal geld geeft wek je waardering op, een tweede maal creëer je anticipatie, een derde maal schep je de verwachting, een vierde maal wordt het een recht en de vijfde keer krijg je een toxische afhankelijkheid.’ Subsidies en uitkeringen allerhande zijn aldus eerder een dwangbuis in een gewatteerde cel van politieke onderwerping. Wanstaltige hangmatten waarin men lethargisch langzaam maar zeker wegzakt in een coma. Een coma van de collectivistische staat waarin de overheid een baxter voorziet om je afhankelijk en slaafs te houden. In geen geval geven ze je tools om te ontsnappen uit de negatieve spiraal waar je in terecht bent gekomen. Wel integendeel. Ze maken je afhankelijk van hun financiële drugs.
Onze door collectivisme gedreven verzorgingsstaat is een moeras geworden. Ze heeft haar evenwichtige waardegrens al lang overschreden. De sociale zekerheid is amper nog een vangnet, maar meer en meer een hangmat voor gelukszoekers, profiteurs en parasieten. Onze fiscaliteit is geen verantwoord financieringsmechanisme meer, maar een efficiënte melkmachine in overdrive. Willekeur heerst door overregulering. Onze wetgeving is zo complex dat rechters een keuzemenu aan wetten en een scala aan interpretaties hebben om elkeen vrij te spreken of te veroordelen naar eigen goeddunken. Of zoals ik vaak zeg: ‘Een rechter vindt in het regelbos altijd wel een tak om mee te slaan of een pad tussen het struikgewas.’ De reglementitis is zelfs zo groot dat nultolerantie – wat niet meer is dan het simpelweg correct toepassen van alle wetten – in de praktijk onleefbaar is. Onze economie wordt immobiel door een oerwoud aan wetten, regelzieke ambtenaren en groene gramburgers gefaciliteerd door rechtervechters in woketoga.
We mogen het kind met het badwater niet weggooien, maar wel het evenwicht herstellen van de doorgeslagen weegschaal. John Maynard Keynes slaat nagels met koppen toen hij begin vorige eeuw schreef: ‘The political problem of mankind is to combine three things: economic efficiency, social justice and individual liberty.’ Het is, als je wil, een sociaaleconomische trias politica. Maar wel ene op drift en uit balans. Evengoed is het evenwicht zoek tussen de rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht beschreven door Montesquieu. Maar dat is voer voor een ander artikel. Het sociaaleconomische evenwicht herstellen is waarom beurzen positief reageren op de verkiezing van Donald Trump. Hij wil terug naar de basis. Gedaan met linkse hobby’s en toxische sinterklaaspolitiek. Meer veiligheid, ademruimte voor ondernemerschap en bescherming van de economie, een krachtige immigratiestop en het kappen van het regelbos. Met dat laatste belast hij Elon Musk en Vivek Ramaswamy in wat hij noemt ‘the ministry of effiency’. Het is een beproefde techniek. De Argentijnse president Javier Milei werd door de linkse persmuskieten, net als Trump, beschreven als een ‘gevaar voor de democratie’. De kiezers lieten de media links liggen en Milei won de verkiezingen. Hij greep de koe niet bij de uiers zoals zijn voorgangers, maar de stier bij de horens. Op zijn eerste dag als president schrapte hij 9 van de 18 ministeries, ontsloeg hij 5000 ambtenaren en startte de privatisering van diverse overheidsbedrijven. Daarnaast reactiveerde hij de economie door het schrappen van 3000 wetten en regels die groei en expansie vertraagden. Na een jaar als president van Argentinië heeft Milei een budget op overschot en zijn de inflatie, de werkeloosheid en de armoede gedaald.
Begin vorige eeuw (1921-1932) had Andrew W. Mellon het hem al voorgedaan. Niet als president maar als minister van Financiën van de Verenigde Staten. Melon, een Amerikaan met Schotse roots, was de superrijke eigenaar van onder meer Gulf Oil en Alcoa. Met zijn Melonplan verlaagde hij de nationale schuld met 7 miljard dollar tegen 1929. Hij deed dit door fors te snijden in overheidsuitgaven, met het dito ontslaan van een legertje ambtenaren. Hij verlaagde zes keer de belastingen en tot grote verbazing van zijn criticasters stegen de belastinginkomsten met 300 miljoen dollar, van 719 miljoen naar 1 miljard. Melon bewees daarmee dat bij hoge belastingen er manieren worden uitgedokterd om deze te vermijden. Bij faire belastingen is de wil tot een correcte aangifte groter. Wat begin de jaren zeventig wetenschappelijk vorm kreeg met ‘de Laffercurve’.
De kiezer verzet zich terecht tegen de groei van de staat. Want de vette staat is het probleem, niet de vette hamburger. Het zwarte gat in de staatskas is het probleem, niet Zwarte Piet. De vermaledijde marktcorrecties zijn het probleem, niet de gendercorrecties. Het collectivistisch socialisme met zijn uitwasemen: het parasitisme, het wokisme, de bureaucratisering en de regelzucht, is een bewezen armoedegenerator. Mag ik hopen dat de geschiedenis zich niet herhaalt en de kiezer niet meer in de val van het collectivisme loopt. Laat ons op de ingeslagen weg verdergaan en onze levensstandaard laten groeien in een lente met economische bloei onder een zon van vrijheid.
——————————-
Ignace Vandewalle is parlementair medewerker van Jean Marie Dedecker – België – en auteur.
Hier kan je reageren op onze artikelen en een inhoudelijke bijdrage leveren. Lees ook even onze huisregels.
Om te reageren dien je eerst aan te melden.
Reageer je voor de eerste keer? Registreer je dan hier.